drent2.gif (4653 bytes)home.gif (4432 bytes)Genealogie BUITING

laatste update: 4-2-2012

 

I Johan Buiting, ette Oostermoer 1547-1560, geb. circa 1510.
Johan Buiting toe Bunne (Buinen) is ette voor Oostermoer in 1549 en 1560.[1] Waarschijnlijk is deze identiek met de Butinck toe Bunne die als ette in 1553, 1557 en 1558 genoemd wordt.[2]
In 1573[3] en 1576 komt ook nog een Hindrik Buiting te Borger voor.[4]
Hendrik van Uterwyck tegen Johan van Rechteren, namens Johan Arends Buitinck, wegens de eigendom van enkele landerijen nabij het goed De Kolk, met name in het Molenbroek.[5] Niet zeker dat dit deze Johan Buiting betreft.

Kind:

1.

 m 

Arent Buiting, geb. circa 1540 te Buinen (zie II).


II Arent Buiting, geb. circa 1540 te Buinen, zn. van Johan Buiting (zie I).
Op een goorsprake van 1596: "Willem Olde Eytinge laet Luitgen Campinge ende Arent Buiting gerichtlijk afeysschen ende verbieden, sodanige roggen ende gueder als sijn huisvrouwe van haer halfbroer Arent Buiting aangeerft ende gestorven sinne".[6] Waarschijnlijk zijn Luitje Campinge en Willem Old Eijtinge zwagers.

Kind:

1.

 m 

Johan Buiting, geb. circa 1570 te Buinen (zie III).


III Johan Buiting, ette Oostermoer 1609-1637, geb. circa 1570 te Buinen, overl. na 1637, zn. van Arent Buiting (zie II).
Johan Buiting klaagt op 14-3-1599 tegen de buren van Ees omdat die onterecht eikels geraapt zouden hebben op zijn grond.[7]
Op 21-8-1609 legt Jan Buiting de eed als ette af.[8]
Luytien Olde Eytinge, geassisteerd door zijn broer Jan Buytinck is op 16-4-1610 eiser tegen Roelef Meursing inzake een belediging.[9]
Op 16-4-1610 heeft Luitje Old Eijtinge, geassisteerd door zijn broer Jan Buiting een geschil met Roelof Meursinge inzake een belediging.[10]
Hij staat bij de "Bezaaide landen 1612" met 30 mud land.[11] In 1615 krijgen Gedeputeerde Johan Buitinck en Willem Roesinck instructies met betrekking tot de scheiding met Westerwolde.[12]
Zijn huishouding bestaat op 1-5-1630 uit tien personen boven één jaar. Daarbij is het inwonend personeel inbegrepen. De aantekening hierover was vermeld onder Huisinge, maar ondertekend door de keurnoten Jan Buitinck en Jan Hameringe.
In 1613, en opnieuw bij de afkondiging in 1631, is hij mede-ondertekenaar van een Buiner willekeur. Hierin werden door de eigenerfden, op straffe van boete, regels gesteld betreffende het gebruik van de marke.
In 1630 wordt de waarde van het erf vastgesteld op 6000 Carolusguldens met de vermelding "Johan Buitinck aangegeven Huisinge erf, hem en zijn kinderen toekomende". Hieruit is af te leiden, dat zijn vrouw toen dus al overleden is. Het naastliggende erf heeft dezelfde waarde. Gelet op de verwantschap met Jan Eppinge moeten met het Smeenge erf ook nog genoemd worden het Roerkinge met 1/2 waardeel en het hier tegenover liggende erf, bewoond door Evert Sickinge met 1/4 waardeel. Zij zijn ook meier van Jan Eppinge.

Drentse afvaardiging begravenis Ernst Casimir in 1633


De Edele Moghende Heeren Ghedeputeerde Staten van Drenthe
- Joncker Jan van Welevelde, ter Klencke,
- Jr. Rutger van den Boetzelaer, tot Toutenborg, en Batinge
- Jr. Reynoldt de Vos, toe Anloo, ende Johan Butinck.
- Iacob Schickhart, Land-Schrijver Johan Struyck, Secretaris, der Landschap Drenthe
.
Tr.
Partner is N.N. Huising, overl. voor 1630.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Otto Buiting, geb. circa 1600 te Buinen (zie IVa).

2.

 m 

Arent Buiting, geb. circa 1600 (zie IVb).


IVa Otto Buiting, geb. circa 1600 te Buinen, overl. voor 1676, zn. van Johan Buiting (zie III) en N.N. Huising.
Otto Buiting is eigenerfde op Smeenge.
Otto Buiting te Buinen en Cornelys Buininck zijn op 19-6-1654 eisers voor de Etstoel tegen Albert Helinge. De eisers zijn van mening meer gerechtigd te zijn tot de koop van een stuk hooiland in de Achtermaede, genaamd de Orlinge, van Jantjen Suynge weduwe Kiers bij uitmijning gekocht. Volgens verweerder heeft hij het recht van Jan Mentinck, die aan de verkoper verwant is, overgenomen, waardoor hij eerdere rechten heeft.[13]

Tr. kerk voor 1640.
Echtgenote is N.N. Hamming, geb. circa 1615 te Veenhof, overl. voor 1676, dr. van Jan Hamming en Johanna Eling.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Jantje Buiting, geb. circa 1630.
Tr. kerk (1) voor 1655.
Echtgenoot is Roelof Bloemers, geb. circa 1630, overl. voor 1665.
Jan Buitinck en consorten, mombers over de beide zoontjes van wijlen Jan Nijsing en wijlen Roeloff Bloemerts bij Jantien Buitinge, nu hertrouwt met Jan Lunsingh te Hemmen verzoeken om goedkeuring van verkoop van onroerend goed van de minderjarigen.[14]
Tr. kerk (2) 1665 te Westerbork.
Echtgenoot is Jan Nijsing, overl. voor 1676, zn. van Egbert Nijsing en Margarethe N.N.
Tr. kerk (3) 1679.
Echtgenoot is Jan Schuringe Lunsche, geb. circa 1640 te Peize, zn. van Abel Lunsche en Marritje Schuring.
Jantien Buijtinge laatst weduwe Jan Nijsingh te Dwingeloo verzoekt om
goedkeuring van een eenkindscontract d.d. 24-10-1676 met haar beide
zoons uit haar eerste en tweede huwelijk.[15]
Op 31-10-1679 wordt Otto Lunsche als voormond aangezworen over de kinderen van Jan Lunsche en Aeffien Abberinge. Willem Abberinge wordt sibbevoogd.[16] Jan Heminge awordt op 25-2-1681 als voogd aangezworen.[17]
Zij belenen op 24-11-1692 een verpachte plaats te Bonnerveen die in 1630 eigendom was van W. Hamming van de Veenhof.

2.

 m 

Jan Buiting, geb. circa 1640 te Buinen (zie Va).

3.

 v 

Grietje Buiting, geb. circa 1640 te Buinen, overl. voor 1690.
Grietje Buiting wordt als lidmaat aangenomen te Zuidlaren op 8-9-1665.
Tr. kerk op 7-5-1665 te Noordlaren.
Echtgenoot is Hindrik Leving, geb. circa 1644 te Noordlaren, overl. voor 1690, zn. van Jan Leving en Aafje Hemsing.
Hindrick Levinge te Noordlaren als momber over Everhardus ther Horst, minderjarige zoon van wijlen Jan ther Horst, brouwer te Groningen verzoekt goedkeuring van zijn accoord met de erfgenamen van Gese Everts ther Horst. Het betreft de nalatenschap van Evert ther Horst.
[18]
Hindrick Levinge van Noordlaren als vader van zijn minderjarige zoontje Otto Levinck is op 25-5-1681 eiser voor de Etstoel tegen Johan ten Rodengate als erfgenaam van zijn oom Willem Hamminge. De eiser wil betaling van 500 gulden wegens een bepaling in het testament van wijlen Willem Hamminge van 9-10-1674.
[19]
Op 23-6-1691 geven Hendrik Levinge te Noordlaren en consorten wonende te Groningen de erfenis van Gebbechjen Levinge in leven huisvrouw van Harmen Sprenger aan. Het betreft hooiland te Beilen en land te Zuidlaren.
[20]


IVb Arent Buiting, ette Oostermoer 1639-1658; gedeputeerde 1643-1657, geb. circa 1600, zn. van
Johan Buiting (zie III) en N.N. Huising.
Hij woonde, evenals zijn ouders, op Huisinge. Dit erf was ten nadele van Smeenge vergroot met 17 mat hooiland tot 53 mud 2 schat en nu 1½ waardeel. De waarde was nu 14052 Carolusgulden. Arendt had mogelijk een inwonende broer Cornelis, hetgeen de grootte ten opzichte van Smeenge kan verklaren.
Tr.
Partner is Anneken Huising, overl. 1687.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Harm Buiting, geb. voor 1640 (zie Vb).


Va Jan Buiting, eigenerfde te Veenhof, geb. circa 1640 te Buinen, overl. op 25-9-1709 te Gieten, zn. van
Otto Buiting (zie IVa) en N.N. Hamming.
Boele Alberts en zijn broer Jan van Midlaren lenen op 28-6-1675 300 gulden van Jan Buiting te Buinen.
[21]
Hij is in 1689 nog weerbaar. Hij komt ook voor in de haardstedenregisters van 1691 tot en met 1695. Daarna verliet hij het Smeenge erf en werd boer op de Veenhof in de gemeente Gieten. Op 25-6-1697 kerkelijk te Gieten komende met attestatie van Borger, wordt hij met zijn huisvrouw en de kinderen Aaltien (Aavien), Otto en Grietien tot het avondmaal toegelaten.
Op 29-4-1690 verkopen Jan Buitinge te Buinen, Thale Lamberts, Gerrit van der Graften, mede voor hun vrouwen, mitsgaders Albert Levingh te Groningen, aan Harmen Sprenger, borger en brouwer te Groningen, getrouwd met Gebbechien Levinge, hare vaste goederen te Zuidlaren. Het gaat om een halve plaats, gescheiden met Aaltien Levinge en door Willem Cornelis gepacht. Van het verkochte is de helft voor Jan Buiting.
[22]
Ook werd geërfd door Jan Buiting en Tale Lamberts, bakker te Groningen en consorten, in dezelfde verhouding van de overleden huisvrouw van Jacobus Mettinge. Volgens de boeken woonde Buitinge toen te Bunne. Dit laatste is echter waarschijnlijk een schrijffout. Hij woonde niet in Bunne maar in Buinen.
Volgens de Goedschattingen van februari 1694 heeft Buiting´s schoonzoon Roelof Hovingh twee paarden en moet hij van 400 gulden belasting betalen, Jan Buiting zelf 800 gulden. Hij heeft ook nog inwoning van ene Hendrick Heideker, "een vrij persoon sonder Buric in dese Lantschap, op interesse 1550 gld." Deze wordt aangelagen naar 1800 gulden. Jan Buiting blijft eigenaar van zijn Buiner landerijen en tijdens de Goedschatting van juni 1705 wordt de meier Albert aangeslagen naar 750 gulden.
[23]
Zijn overlijdensdatum is te vinden in de kerkeraads verhandelingen van Gieten.

Tr. kerk op 7-5-1665 te Noordlaren.
Echtgenote is Aaltje Leving, ged. op 5-2-1643 te Noordlaren, overl. op 19-11-1712 te Gieten, dr. van
Jan Leving en Aafje Hemsing.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Otto Buiting, geb. circa 1668 te Buinen (zie VIa).

2.

 v 

Jantje Buiting, geb. circa 1670 te Buinen, overl. voor 1712.
Tr.
Partner is Roelof Hoving, geb. circa 1670, zn. van Willem Hoving en Jantje Rosing.
Hij wordt genoemd in de haardstedenregisters te Buinen in 1692/3 voor 3 en in 1694/5 voor 2.
Hij is alleen aanwezig op de bruiloft van Grietje Buiting, de zuster van zijn vrouw. Ook Jantiens vader was hier niet aanwezig. Misschien waren zij toen reeds overleden. Het echtpaar woonde op het Buitinge erf te Buinen. Dit was de zuidelijke helft van "Huisinge ofte Buitinge". In 1705 woonde Roelof Hoving op het 12e waardeel en nadien woonden Arendt en Geert Hoving daar. Ze woonden ook nog op het 2e waardeel, waar in 1630 Jan Eppinge als eigenaar aangegeven stond. Hierop had Buitinge later ook eigendom.
Op 15-5-1700 lenen Roelof Hoving en Jantien te Buinen van Jan Seegeringe en Eempien en van Geessien Seegeringe, weduwe van Roelof Seegeringe, 100 gulden.[24]
Op 1-5-1708 lenen Roelof Hoving te Buinen en kinderen 400 gulden van Willem Zegering vna Exloo.[25] Op 1-5-1709 leent Roelof Hoving te Buinen 100 gulden van Jan Zegering van Exloo.[26]

3.

 v 

Aafje Buiting, geb. circa 1675 te Buinen, overl. voor 1723.
Tr. kerk circa 1707.
Echtgenoot is Egbert Haange, geb. circa 1680 te Grolloo, zn. van Albert Haange.
Otto Buitink en Levink Buitink, broers en hun consorten eisen op 23-11-1723 van Egbert Haenge te Grolloo de afkooppenningen terug van wijlen Afien Buitink, de vrouw van Egbert.[27] Er is een huwelijkscontract van 9-5-1707 tussen Egbert en Aafje, en er is een kind nagelaten. De eisers krijgen ongelijk.[28]
De getuigen bij het huwelijkscontract van 1724 tussen Egbert Haange en zijn tweede vrouw Jantje Geerts Manting zijn:
Jan Sissingh, J. Harders Willem Willems Nyen Schuttrups als hoofdmombaar, Roelof Mantinge, Jan Schuttrups en Hindrik Seringe als medemombaren des bruids stiefvader Jan Wiggerts moeder Hindrikien Mantinge en broeder Hindrik Mantinge.
Lucas Sissing te Zuidlaren volle neef en dus in de 4e graad verwant aan ette Geert Haanghe onlangs te Coevorden overleden en dus tot deze van zijn vader wijlen Egbert Haanges kant en wegens huwelijks contract d.d. 17-8-1724 tussen Egbert Haanghe en Jantijn Geers Mantinge overleden ouders van Geert Haanghe gerechtigd tot de goederen door Egbert Haanghe aangebracht is op 25-6-1765 eiser tegen Hajo Pierius gehuwd met Hindrikje Houwing te Farmsum halve zuster en dus erfgenaam van ette Geert Haange. De eiser wil zijn deel van de erfenis. De moeder van ette G. Haange is opnieuw gehuwd met Hindrik Houwinge. Uit dit huwelijk komt de genoemde dochter Hindrikje voort.[29]

4.

 m 

Jan Leving Buiting, geb. circa 1675 te Buinen (zie VIb).

5.

 m 

Hindrik Buiting, schulte Borger, Gasselte 1717-1720, geb. circa 1685 te Buinen.
Hij wordt als minderjarige aangesteld als schulte van Borger en Gasselte op 16-3-1717, dus hij is geboren na 16-3-1692. Als verwalter-schults treed eerst Jan Steenbergen op (17-7-1719) en op 2-3-1719 door Drost en Gedeputeerden toegelaten en beëdigd Maurits Caspers Hommens. Als nieuwe schulte werd op 19-3-1720 Jan Aling aangesteld, oud 17 jaar. Hendrik Buiting zal omstreeks 1719 zijn overleden. Hij liet geen goederen na, want er werd geen successie betaald.

Wapen Hindrik Buiting[30]


Wapen: gedeeld: I een halve adelaar uitgaande van de deellijn; II drie eikels. Gekroonde helm. Helmteken: een uitkomende adelaar.

6.

 v 

Grietje Buiting, geb. circa 1685 te Buinen, overl. voor 1716.
Tr. kerk op 28-8-1711 te Veendam.
Echtgenoot is Jan Egberts, koopman te Veendam, ged. op 27-4-1662 te Veendam, zn. van Egbert Jacobs en Lijsbeth Arents.
Op 28-4-1684 wordt er een huwelijkscontract opgemaakt te Meeden tussen Jan Egberts zoon van Egbert Jacobs en Lijsebeth wonende te Wildervank en de jonge dochter Trijntje Luijerts, dochter van Luijert Egges en Frouwke te Meeden.
Voor de bruidegom zijn de getuigen: Lijsabet Arents, moeder; Arent Egberts, broeder. Voor de bruid getuigen: Luijlef Eppes zwager, Geeske Luijerts zuster, Anje Luijerts zuster; Sijmen Feijes, oom, Harm Feijes oom; Egge Alberts, neef; Waelke Harms vreemde voogd.[31]
Jan Egberts Coopman in Veendam wonende ter ener en Etsko Popkens en Meije Jans el. op de Meeden wonende ter anderen, maken een verwisseling van een huis en schuur gelegen op de Meeden tegen een stuk land in de Oude Muntendam op 3-6-1698.[32]
Op 1-11-1698 verkoopt Jan Egberts koopman te Veendam een akker aan Harm Willems wonende te Oude Muntendam.[33]
Bij zijn huwelijk met Grietje Buiting is Jan Egberts weduwnaar met een al getrouwde zoon. Op de achterkant van het huwelijkscontract is later geschreven: "Deze aangebrachte goederen hebben wij weer ontvangen, exemt de kiste en het aangebrachte gelt niet. Veendam 10 Sept 1715". De getuigen bij het huwelijkscontract zijn:
Zijn kant: Egbert Jans en Agtje Alles, zoon en schoondochter, Arent Egberts en Jantje Peters, broer en schoonzuster.
Haar kant: Jan Berents en Trijntje Roelofs van Glimmen, halfbroer en schoonzuster; Aaltje Leving, moeder van de bruid; Otto Buiting, broer; Jan Leving Buiting, broer; Roelof Hoving, zwager; Egbert Haange en Aafje Buiting, zwager en zuster.[34]


Vb Harm Buiting, geb. voor 1640, overl. voor 1680 te Buinen? Zn. van Arent Buiting (zie IVb) en Anneken Huising.
Tr. kerk op 25-8-1661 te Wachtum.
Echtgenote is Jantje Huising, geb. voor 1643, overl. na 1689, dr. van Jonge Jan Huising en Lammechien Pietersdr. Schuiringe.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Hindrik Buiting, geb. circa 1662 (zie VIc).

2.

 v 

Lammigje Buiting, geb. voor 1670, overl. circa 1694.
Tr. kerk 1690.
Echtgenoot is Jan Tijmens Oldenhuis, geb. circa 1655, zn. van Tijmen Oldenhuis en Aaltje Nijenhuis.


VIa Otto Buiting, landbouwer Veenhof, geb. circa 1668 te Buinen, overl. circa 1728 te Gieten, zn. van
Jan Buiting (zie Va) en Aaltje Leving.
De lidmatenlijst van Gieten van 1718 geeft op de Veenhof: "Otto Buitinghe, Freerijkijn Buitinghe, sijn huisvrouw".
Hij verkrijgt als erfdeel de Buiner bezittingen, die volgens de kadastrale kaar van 1832 aan de familie Hidding behoren. Otto´s meier Harm Berents staat op een lijst met achterstallige schattingen gedateerd 16-2-1728.
Volgens een staat van het waardeel vanaf 1718 te Buinen, waarschijnlijk in verband met de venen aldaar opgemaakt vinden we: Otto Leving Buitingvorrels waardeel, waarvan op 30-8-1819 eigenaren zijn: Harm Hidding, Geert Stevens en Jacobus Heres.
Otto Buiting leent op 6-6-1703 43 gulden aan Geert Harms en zijn vrouw te Gasselte.
[35]
Tr. kerk op 29-10-1710 te Gieten.
Echtgenote is Frederika Alinge Meijering, ged. op 11-11-1668 te Gasselte, overl. op 18-10-1733 te Veenhof, begr. op 23-10-1733 te Gieten, dr. van Jan Meijering, brouwer en tapper, en Jantje Tebinge.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Heiltje Buiting, geb. circa 1712 te Veenhof, begr. op 3-2-1795 te Gasselte.
Tr. kerk op 7-5-1730 te Gasselte.
Echtgenoot is Jan Hidding, ouderling Gasselte 1747-1749, geb. op 27-8-1704 te Gasselte, overl. op 15-6-1782 te Gasselte, zn. van Willem Hidding en Roelofje Huising.
Jan Hidding wordt genoemd in het haardstedenregister met een vol erf in 1764 en 1774. In 1784 wordt zijn weduwe genoemd. In 1794 staat erbij dat de zoon ette is en wordt de weduwe voor 5 aangeslagen.
Dchulte van Gasselte Jan Alingh namens zijn vrouw Roelofien Huisingh, Jan Hiddingh en Aaltien Hiddingh van Gasselte en verdere consorten tezamen naaste erfgenamen van wijlen Henricus Hidding en van zijn moederszijde wijlen Hendrikjen Huisingh en dus wegens huwelijkse voorwaarden d.d. 30-9-1689 tussen Roelof Hiddinghe en Henderickien Huisingh gerechtigd tot de goederen van wijlen Henricus Hiddingh aangeërfd van zijn moeder zijn op 30-6-1750 eisers. De verweerders zijn ette Frerik Hiddingh, Laurents Hiddingh, Jan Hiddingh, Willem Hiddingh, Roelof Hilbinge namens zijn vrouw Deegjen Hiddingh en Hendrik Tebinge als vader van zijn minderjarige dochter Wubbegien Tebinge bij wijlen Heijltien Hiddingh verwekt, allen te Gasselte als naaste vrienden van vaderszijde en erfgenamen van wijlen Henricus Hiddingh van Gesselte. De eisers willen hun deel van de erfenis van Henderickien Huisingh en de erfgoederen afkomstig van de erfenis van Jan Eppinge Huisingh, na expiratie van de lijftucht ten voordele van Jantien Meijeringe weduwe van Henricus Hiddingh.
[36]
Op 14-12-1771 lenen Pieter Lourents en Trijntje Berents te Gasselte 100 gulden van Jan Hidding en zijn vrouw.
[37]
Op 1-5-1777 lenen Luigje Willems van Buinen en kinderen 160 gulden van Jan Hidding en zijn huisvrouw te Gasselte.
[38] Op 1-5-1780 lenen Lucas Wiering en zijn huisvrouw te Gasselte 1000 gulden van Jan Hidding en zijn vrouw.[39]
De weduwe van Jan Hidding en haar kinderen lenen op 12-6-1792 100 gulden uit aan Hindrik Alberts en zijn vrouw Hindrikje Luigjens.
[40] Ook in 1793 lenen ze 300 gulden uit aan Jan Harms Hooiveld en zijn vrouw.[41]

2.

 m 

Jan Buiting, geb. circa 1712 te Veenhof (zie VIIa).

3.

 v 

Hendrika Buiting, geb. circa 1712 te Veenhof, overl. op 21-2-1763 te Noordlaren.
Tr. kerk op 20-4-1740 te Noordlaren.
Echtgenoot is Jannes Hoenderken, ged. op 20-10-1701 te Noordlaren, overl. op 21-2-1763 te Noordlaren, zn. van Albert Hoenderken en Arentien Hoiting.


VIb Jan Leving Buiting, geb. circa 1675 te Buinen, zn. van
Jan Buiting (zie Va) en Aaltje Leving.
Als echtpaar lidmaat geworden te Gieten in 1702.
Jan Leving Buiting en zijn vrouw Maria Alting te Glimmen lenen op 28-6-1718 1400 gulden van Lucas Nijsing, gedeputeerde en ette.
[42]
Tr. kerk (1) voor 1702.
Echtgenote is Aaltje Ottens, geb. circa 1670 te Gieten.
Tr. kerk (2) na 1703.
Echtgenote is Margje Alting, geb. te Onnen, ged. op 26-4-1674 te Noordlaren, dr. van Hindrik Willems Alting en Willemtje Abbring.

Uit het tweede huwelijk:

1.

 v 

Willemina Buiting, geb. circa 1700 te Glimmen.
Tr. kerk op 14-4-1731 te Groningen.
Echtgenoot is Feijo Arents Hoising, geb. circa 1695 te Veele, zn. van Arent Feijes en Teube Aijckes Warring.


VIc Hindrik Buiting, geb. circa 1662, overl. voor 1696, zn. van
Harm Buiting (zie Vb) en Jantje Huising.
Etstoel 14 deel 38 193/25-6-1709
Verzoeker: ette Hindrik Hiddinge, Jan Oldenhuys, Roelof Oldenhuys, mombers over Harmen Buytingh te Buyne verzoeken (aangezien hoofdmomber Jan Hilbinge is overleden) om meerderjarigverklaring van hun pupil, zodat hij zijn eigen zaken kan regelen.

Tr. kerk 1687.
Echtgenote is Aaltje Oldenhuis, overl. 1702, dr. van
Tijmen Oldenhuis en Aaltje Nijenhuis.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Harm Buiting, geb. circa 1688 te Buinen (zie VIIb).


VIIa Jan Buiting, ette voor het Oostermoer van 1734 tot 1782, geb. circa 1712 te Veenhof, overl. na 1763, zn. van Otto Buiting (zie VIa) en Frederika Alinge Meijering.
Hij wordt genoemd in het haardstedenregister van 1742 in de Veenhof met 2, "en wegens ´t ampt".
Ette J. Buitink van de Veenhof geeft op 29-6-1762 voor de Etstoel aan dat hij wil trouwen met Willemtijn Wolters weduwe wijlen de wedman Evert van der Veen te Wildervank. Zijn minderjarige kinderen zijn Frerikjen Buitink, geboren 23-3-1738, Otto Buitink geboren 13-7-1743 en Hindrikjen Buitink geboren 8-1-1745. Hij verzoekt om meerderjarig verklaring van de kinderen zodat er geen mombers benoemd hoeven te worden.[43]

Tr. kerk (1) op 16-1-1737 te Eelde.
Echtgenote is Jantje Cluiving, geb. circa 1705 te Eelde, overl. op 10-1-1745 te Gieten, dr. van Otto Cluiving en Jeigje Homan.
Tr. kerk (2) op 24-4-1763 te Wildervank.
Echtgenote is Willemtien Wolters, geb. circa 1710, dr. van Wolter Jans en Trijntje Harms.

Uit het eerste huwelijk:

1.

 m 

Otto Buiting, geb. te Veenhof, ged. op 9-2-1738 te Gieten, overl. op 28-2-1738 te Gieten.

2.

 v 

Frerikje Buiting, geb. op 23-3-1739 te Veenhof, ged. op 29-3-1739 te Gieten.
Frerikje Buiting wordt genoemd in het haardstedenregister van 1764 in de Veenhof: "woont in een kamertien".
Tr. kerk op 7-5-1775 te Gieten.
Echtgenoot is Hendrik Hommes, koopman, winkelier, ged. op 7-8-1729 te Emmen, zn. van Marisse Caspers Hommes, advocaat; verwalter-schulte, en Jantje Hindriks Smit.
Hendrik Hommes wordt genoemd in de haardstedenregisters van Gieten in 1764 met 3 (winkelier), in 1774 met 3 (koopman) in 1784 met 4 (nering) en in 1794 met 5 (nering).
Roelof Hommes te Groningen zoon van wijlen Jan Hommes is op 28-11-1775 eiser tegen Hindrik Hommes van Gieten. De eiser heeft alle vaste goederen van zijn ouders gekocht. Hij wil gebruik van een reeks goederen. Eiser en verweerder zijn volle neven, Roelof Hommes is de grootvader van partijen. Jan Hommes schatbeurder van Gieten is de vader van de eiser. De moeder van verweerder is in 1743 overleden, en de verweerder zelf is in 1758 meerderjarig geworden. De eiser krijgt ongelijk.[44]

3.

 m 

Otto Buiting, geb. te Veenhof, ged. op 1-10-1741 te Gieten.

4.

 m 

Otto Buiting, geb. op 14-6-1743 te Veenhof (zie VIIIa).

5.

 v 

Hindrikje Jans Buiting, geb. op 8-1-1745 te Veenhof, ged. op 10-1-1745 te Gieten, overl. op 18-4-1809 te Eext, begr. op 25-4-1809 te Anloo.
Otr. op 22-5-1779 te Anloo, tr. kerk op 27-6-1779 te Gieten.
Echtgenoot is Jacob Ottens Homan, landbouwer, geb. te Eext, ged. op 13-3-1746 te Anloo (get.: Hindrikje Meijering van Eext), overl. op 5-12-1807 te Eext, begr. op 11-12-1807 te Anloo, zn. van Otto Barelts Homan en Jacobje Jacobs Meijering.
In 1784, 1794 en 1804 wordt Jacob Homan genoemd in het haardstedenregister van Eext met twee paarden, op de plaats waar daarvoor zijn vader Otto Homan genoemd werd.[45]
In 1790 maken Jacob Homan en zijn beide zusters Jeigje en Aaltje een scheiding van de ouderlijke goederen, gelegen te Eext, Gieten en Bonnen.[46]

Handtekeningen Jacob, Jeigje en Aaltje Homan[47]


In 1797 en 1798 wordt hij te Eext vermeld als boer, gehuwd met 2 kinderen.[48]


VIIb Harm Buiting, ette Oostermoer 1713-1736, geb. circa 1688 te Buinen, overl. voor 1737, zn. van Hindrik Buiting (zie VIc) en Aaltje Oldenhuis.
SP 319 dl 1 Fol. 132 dd 11-04-1737 Staat en inventaris
Ouders: wijlen ette Harm Buiting en wijlen Harmanna Hilbing
Hoofdmomber:H.J. Wolters
Medemombers:H. Nijsing, F. Oldenhuis, W. Hiddingh
NB:Erg veel landerijen, lange inventaris inclusief boeken
SP312 Deel 1 folio 121 lening
Leners:kinderen van wijlen ette H. Buiting en Harmanna Hilbing, genaamd Hindrik en Aaltje Buiting. Mombers zijn H.J. Wolters, schulte van Vries; H. Nijsing, schulte van Westerbork; L. Oldenhuis, schulte van Zwinderenl W. Hidding, schulte van Koekange
Uitleners:F. Dannenberg en zuster Anna Dannenberg te Steenwijk
Bedrag:10000
Plaats:Borger
Datum:13-8-1737
.
Tr. kerk voor 1717.
Echtgenote is Hermanna Hilbing, ged. op 30-7-1682 te Gasselte, overl. voor 1737, dr. van Jan Hilbing, ette Oostermoer 1694-1709, en Frerikje Buining.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Hindrik Buiting, geb. circa 1712 te Borger (zie VIIIb).

2.

 v 

Aaltje Buiting, ged. op 11-4-1717 te Gasselte, overl. op 23-9-1745 te Gasselte.
Otr. op 4-8-1742 te Groningen, tr. kerk op 29-8-1742 te Rolde.
Echtgenoot is Harm Hendrik Harringa, ged. circa 1717 te Hatzum (Ostfriesland).


VIIIa Otto Buiting, landbouwer op de Veenhof, geb. op 14-6-1743 te Veenhof, ged. op 16-6-1743 te Gieten, overl. op 12-7-1819 te Bonnen, zn. van Jan Buiting (zie VIIa) en Jantje Cluiving.
Otto Buiting wordt aangeslagen in de haardstedenregisters in de Veenhof in 1784, 1794 en 1804 voor 4 paarden.
In 1797/1798 wordt hij genoemd in de Veenhof als landbouwer, gehuwd met één kind.[49]
In 1807 woont hij in de Veenhof op nummer 95.[50]

Tr. kerk op 17-12-1768 te Gieten.
Echtgenote is Harmtien Arents Homan, geb. te Yde, ged. op 16-2-1744 te Vries, overl. op 8-7-1821 te Veenhof, dr. van Arent Jans Homan en Jantje Claassen Huizing.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Jan Buiting, geb. te Veenhof (zie IXa).

2.

 m 

Arend Homan, geb. op 3-11-1773 te Gieten (zie IXb).

3.

 m 

Otto Buiting, geb. te Veenhof, ged. op 21-6-1778 te Gieten, overl. voor 1784.

4.

 m 

Otto Buiting, geb. te Veenhof (zie IXc).


VIIIb Hindrik Buiting, conducteur van ´s lands militie, geb. circa 1712 te Borger, overl. voor 1761 te Borger, zn. van Harm Buiting (zie VIIb) en Hermanna Hilbing.
SP 319 Deel 3 Folio 346 dd.18-2-1761 Momberbenoeming
Ouders:wijlen conducteur H. Buiting en wijlen mevrouw S.H.C. Ellents van Buinen
Kinderen:Harmanna Buiting
h.m.:schulte H.J. Wolters van Vries
m.m.:Rentmeester J. Ellents van Anloo; H.D. Tjassens van Bonnen; schulte J. Oldenhuis van Zwinderen
.
Tr. kerk op 6-7-1740 te Anloo.
Echtgenote is Sara Hester Catharina Ellents, ged. op 7-1-1720 te Assen, dr. van Gerhard Coenraat Ellents en Engelina Jullens.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Harmanna Buiting, geb. op 19-3-1742 te Borger, overl. op 16-7-1824 te Gieten.
Tr. kerk op 19-6-1765 te Borger.
Echtgenoot is Dr. Jan Frederik Bijmholt, ontvanger der belasting, geb. op 28-11-1740 te Noordhorn, overl. op 9-1-1819 te Gieten, zn. van Harm Theodorus Bijmholt en Marina ten Hoorn.


IXa Jan Buiting, landbouwer, geb. te Veenhof, ged. op 15-10-1769 te Gieten, overl. op 23-12-1802 te Veenhof, zn. van Otto Buiting (zie VIIIa) en Harmtien Arents Homan.
Jan Buiting wordt in 1798 genoemd wonende in de Veenhof op huisnummer 89, 29 jaar oud, als zoon, boer, gehuwd met één kind.[51]
In 1808 is Jan Buiting overleden en er worden bij het huwelijk van Hillechien met Jan Seubering mombers benoemd over de kinderen. De kinderen zijn Harmtje Buiting, 11 jaar oud, Willem Buiting, 9 jaar oud en Jantje Buiting, 6 jaar oud. De hoofdmomber is Arent Buiting van Yde, een broer van Jan Buiting en de medemomber van vaderszijde is Otto Buiting junior van de Veenhof. Aan moederszijde zijn de mombers Harm Willems van Bonnerveen en Willem Aalderts van Gieten.[52]

Tr. kerk op 4-12-1796 te Gieten.
Echtgenote is Hillechien Willems Meijering, geb. op 8-9-1771 te Bonnerveen, ged. op 8-9-1771 te Gieten, overl. op 18-5-1812 te Veenhof, dr. van Willem Harms Meijering, landbouwer Bonnerveen; representant Gieten 1795, en Jantje Hindriks Speelman.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Harmtien Buiting, geb. te Veenhof, ged. op 24-9-1797 te Gieten, overl. op 21-2-1873 te Essen, Haren.
Tr. op 10-5-1821 te Haren.
Echtgenoot is Roelof ter Borg, landbouwer, geb. op 21-3-1793 te Haren, overl. op 1-3-1850 te Haren, zn. van Fredericus ter Borg, landbouwer, en Johanna Swartwolt.

2.

 m 

Willem Buiting, geb. te Veenhof (zie Xa).

3.

 m 

Otto Buiting, geb. te Veenhof, ged. op 16-6-1799 te Gieten, overl. voor 1808 te Veenhof.

4.

 v 

Jantien Buiting, geb. op 10-3-1802 te Veenhof, ged. op 14-3-1802 te Gieten, overl. op 17-7-1868 te Gieten.

Jantje Buiting



Jantje Buiting


Tr. op 15-6-1826 te Gieten.
Echtgenoot is Thie Berends Hogenesch, landbouwer, geb. op 27-5-1801 te Gieten, ged. op 7-6-1801 te Gieten, overl. op 20-6-1867 te Gieten, zn. van Berend Hogenesch, schatbeurder, landbouwer, en Jantje Jans.
Hij wordt genoemd in de Kadastrale Atlas van 1832 onder sectie E no. 234.

Thie Hogenesch


IXb Arend Homan, landbouwer, geb. op 3-11-1773 te Gieten, ged. op 7-11-1773 te Gieten, overl. op 10-2-1858 te Yde, zn. van Otto Buiting (zie VIIIa) en Harmtien Arents Homan.
Tr. kerk op 26-5-1799 te Vries.
Echtgenote is Aaltje Alberts Homan, geb. te Taarlo, ged. op 27-3-1780 te Vries, overl. op 5-7-1862 te Yde, dr. van Albert Hindriks, landbouwer, en Jantje Arents Homan.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Lukas Homan, geb. te Yde, ged. -3-1800 te Vries.

2.

 v 

Harmtien Arends Homan, geb. te Yde, ged. op 17-5-1801 te Vries, overl. op 2-1-1840 te Yde.
Tr. op 19-12-1823 te Vries.
Echtgenoot is Jan Jannes Barkhuis, landbouwer, geb. te Zeijen, ged. op 13-8-1797 te Vries, overl. op 2-2-1860 te Yde, zn. van Jannes Alberts Barkhuis, landbouwer, en Annechien Harms Kremer.

3.

 v 

Jantien Homan, geb. te Yde, ged. op 15-4-1804 te Vries, overl. op 13-5-1862 te Noordlaren.
Tr. op 21-5-1829 te Haren.
Echtgenoot is Willem Brands, landbouwer, kastelein, ged. op 19-2-1797 te Noordlaren, overl. op 19-1-1871 te Noordlaren, zn. van Egbert Willems Brands, landbouwer, en Sophia Hidding.

Jantien Homan[53]



Jantien Homan, detial schilderij[54]

4.

 m 

Otte Homan, landbouwer, geb. te Yde, ged. op 7-8-1806 te Vries, overl. op 9-1-1883 te Yde.
Tr. op 23-6-1864 te Vries.
Echtgenote is Geertien Buiter, geb. op 7-9-1831 te Yde, overl. op 2-7-1920 te Paterswolde, dr. van Geert Harms Buiter, schaapherder, en Berentje Claassen Hardenberg.

5.

 v 

Albertien Homan, landbouwersche, geb. op 8-4-1817 te Yde, overl. op 24-1-1840 te Yde.


IXc Otto Buiting, landbouwer, geb. te Veenhof, ged. op 16-5-1784 te Gieten, overl. op 17-2-1871 te Veenhof, zn. van
Otto Buiting (zie VIIIa) en Harmtien Arents Homan.
Hij wordt op de bewonerslijst van 1825 genoemd op de Veenhof.
Volgens de Kadastrale Atlas van 1832 woont hij op Sectie D no. 81, 184bis, 195b.

Otr. op 22-9-1810 te Vries, tr. kerk op 14-10-1810 te Gieten.
Echtgenote is Jantien Alberts Homan, geb. op 4-1-1784 te Taarlo, ged. op 18-1-1784 te Vries, overl. op 5-10-1864 te Veenhof, dr. van
Albert Hindriks, landbouwer, en Jantje Arents Homan.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Albert Buiting, geb. op 15-8-1811 te Veenhof (zie Xb).

2.

 v 

Harmtje Buiting, geb. op 21-11-1815 te Yde, overl. op 8-1-1901 te Gieten.
Tr. op 19-5-1847 te Zuidlaren.
Echtgenoot is Jan Luigjes Smeenge, geb. op 2-1-1807 te Zuidlaren, ged. op 11-1-1807 te Zuidlaren, overl. op 17-7-1787 te Zuidlaren, zn. van Jannes Jans Smeenge en Jantje Roelofs Eggens.


Xa Willem Buiting, landbouwer, geb. te Veenhof, ged. op 16-6-1799 te Gieten, overl. op 26-8-1863 te Yde, zn. van
Jan Buiting (zie IXa) en Hillechien Willems Meijering.
Tr. op 15-1-1824 te Gieten.
Echtgenote is Fennigje Berents Trip, geb. te Bonnerveen, ged. op 11-5-1805 te Gieten, overl. op 8-6-1839 te Yde, dr. van Berent Jans Trip, landbouwer, en Gezina Willems Meinders.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Hillegien Buiting, geb. op 29-7-1824 te Yde.
Tr. op 11-5-1850 te Haren.
Echtgenoot is Roelf Marring, landbouwer, geb. op 17-7-1824 te Noordlaren, zn. van Reinder Berents Marring en Grietje Scholten.

2.

 v 

Harmtien Buiting, geb. op 25-9-1836 te Vries, overl. op 21-7-1913 te Yde.
Tr. op 11-8-1860 te Vries.
Echtgenoot is Arend Homan Barkhuis, landbouwer, geb. op 13-8-1827 te Vries, overl. op 31-12-1896 te Yde, zn. van
Jan Jannes Barkhuis, landbouwer, en Harmtien Arends Homan.


Xb Albert Buiting, landbouwer, geb. op 15-8-1811 te Veenhof, ged. op 18-8-1811 te Gieten, overl. op 21-6-1893 te Veenhof, zn. van Otto Buiting (zie IXc) en Jantien Alberts Homan.
Tr. op 3-6-1835 te Gieten.
Echtgenote is Marchien Braams, geb. op 30-8-1812 te Eext, overl. op 19-9-1871 te Grolloo, dr. van Jan Meursing Braams, belastingpachter, wethouder van Anloo, lid van de Provinciale Staten van Drenthe 1835-1848, en Grietje Freriks Dekens.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Jantien Buiting, geb. op 21-4-1836 te Veenhof, overl. op 12-3-1838 te Veenhof.

2.

 v 

Grietje Buiting, geb. op 30-1-1838 te Veenhof, overl. op 22-12-1934 te Gieten.
Tr. op 17-7-1863 te Anloo.
Echtgenoot is Albert Hoben, landbouwer, geb. op 23-5-1842 te Amen, overl. op 28-1-1879 te Grolloo, zn. van Egbert Hoben en Hindrikje Sijbering.

3.

 m 

Otte Buiting, geb. op 4-7-1840 te Veenhof (zie XIa).

4.

 m 

Jan Meursing Buiting, geb. op 22-3-1843 te Veenhof (zie XIb).


XIa Otte Buiting, landbouwer, geb. op 4-7-1840 te Veenhof, overl. op 25-2-1887 te Veenhof, zn. van Albert Buiting (zie Xb) en Marchien Braams.
Tr. op 23-4-1880 te Gieten.
Echtgenote is Aaffien Kors, geb. op 12-8-1855 te Annen, overl. op 27-7-1936 te Gieten, dr. van Albert Kors en Aaltje Schuiling.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Marrechien Buiting, geb. op 12-2-1881 te Veenhof, overl. op 4-2-1968 te Gieten.
Tr. op 23-6-1910 te Gieten.
Echtgenoot is Roelof Karssens, landbouwer, geb. op 26-2-1875 te Zuidlaren, overl. op 17-2-1953 te Gieten, zn. van Roelof Karsens en Roelofje Bijker.

2.

 v 

Harmtien Buiting, geb. op 28-6-1883 te Veenhof.
Tr. op 23-6-1910 te Gieten.
Echtgenoot is Lambertus Karsens, landbouwer, geb. op 17-2-1876 te Zuidlaren, overl. op 17-1-1933 te Zuidlaren, zn. van Reinder Karsens, landbouwer, en Harmtien Hamminga.

3.

 m 

Albert Buiting, landbouwer, geb. op 3-3-1886 te Veenhof, overl. op 24-2-1978.
Tr. op 15-6-1917 te Gieten.
Echtgenote is Jantien Meijeringh, geb. op 14-7-1888 te Gieten, overl. op 16-2-1970, dr. van Jan Meijeringh, landbouwer, en Jeichien Jobing.


XIb Jan Meursing Buiting, landbouwer, geb. op 22-3-1843 te Veenhof, overl. op 22-9-1925 te Gieten, zn. van Albert Buiting (zie Xb) en Marchien Braams.
Tr. op 27-10-1874 te Westerbork.
Echtgenote is Roelofje Ottens, geb. op 19-12-1847 te Westerbork, overl. op 22-6-1919 te Veenhof, dr. van Roelof Ottens en Lammigje Thijn.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Roeliena Buiting, geb. op 2-1-1882 te Veenhof, overl. op 31-12-1883 te Veenhof.

2.

 v 

N.N. Buiting, geb. op 3-4-1885 te Veenhof, overl. op 3-4-1885 te Veenhof.

3.

 v 

Roeliena Buiting, geb. op 24-8-1886 te Veenhof, overl. op 25-8-1886 te Veenhof.



E-mail

 



[1] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 206, 359

[2] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 276,315, 332

[3] Goorspraken 1572-1577 pg. 88 d.d. 15-4-1573

[4] Goorspraken 1572-1577 pg. 286 d.d. 19-3-1576

[5] RAO toegang 0700 stadsbestuur Zwolle inv. no. 3419

[6] Goorspraken 1594-1596 pg. 377 d.d. 1596

[7] Goorspraken 1598-1602 pg. 65 d.d. 14-3-1599

[8] Etstoel 14 deel 1 folio 47 d.d. 21-8-1609

[9] Etstoel 14 deel 1 folio 87v d.d. 16-4-1610

[10] Etstoel 14 deel 1 folio 87v d.d. 16-4-1610

[11] OSA 621

[12] Drents Genealogisch Jaarboek 1995, Huisinge en Buitinge, A. Smegen, pg. 39

[13] Etstoel 14 deel 15 folio 362 d.d. 19-6-1654

[14] Etstoel 14 deel 25 folio 2 d.d. 8-11-1681

[15] Etstoel 14 deel 22 folio 466 d.d. 21-11-1676

[16] GrA RA Selwerd en Sappemeer, voogdijaanzweringen 1671-1704 pg. 51 d.d. 31-10-1679

[17] GrA RA Selwerd en Sappemeer, voogdijaanzweringen 1671-1704 pg. 60 d.d. 25-2-1681

[18] Etstoel 14 deel 23 folio 247 d.d. 12-11-1678

[19] Etstoel 14 deel 24 folio 330 d.d. 25-5-1681

[20] OSA 1785 pg. 389 d.d. 23-6-1691

[21] Schultenprotocol 264 deel 1 folio 228 d.d. 28-6-1675

[22] Schultenprotocol 264 deel 2 folio 186 d.d. 29-4-1690

[23] Drents Genealogisch Jaarboek 1995, Huisinge en Buitinghe, A. Smegen, pg. 40

[24] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 55 d.d. 15-5-1700

[25] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 56 d.d. 1-5-1708

[26] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 57 d.d. 1-5-1709

[27] Etstoel 14 deel 41 folio 163v d.d. 23-11-1723

[28] Etstoel 14 deel 41 deel 270v d.d. 23-11-1723

[29] Etstoel 14 deel 55 folio 109 d.d. 25-6-1765

[30] Drents Genealogisch Jaarboek 2001 pg. 115

[31] GrA RA Meeden d.d. 28-4-1684

[32] GrA RA Veendam d.d. 3-6-1698

[33] GrA RA Veendam d.d. 1-11-1698

[34] GrA RA Veendam d.d. 10-9-1715

[35] Schultenprotocol 264 deel 4 folio 79 d.d. 6-6-1703

[36] Etstoel 14 deel 49 folio 221v d.d. 30-6-1750

[37] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 253 d.d. 14-12-1771

[38] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 107 d.d. 1-5-1777

[39] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 152 d.d. 1-5-1780

[40] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 394 d.d. 12-6-1792

[41] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 396 d.d. 9-6-1793

[42] Schultenprotocol 264 deel 3 folio 60 d.d. 28-6-1718

[43] Etstoel 14 deel 54 folio 82v d.d. 29-6-1762

[44] Etstoel 14 deel 60 folio 73v d.d. 28-11-1775

[45] OSA 868

[46] Toegang 328 Archief Meijering inv. no. 7 d.d. 1790

[47] Toegang 328 Archief Meijering inv. no. 7 d.d. 1790

[48] OSA 1383

[49] OSA 1383

[50] OSA 1513 d.d. 1807

[51] OSA 1383

[52] Schultenprotocol 282 deel 1 folio 276 d.d. 26-3-1808

[53] Met dank aan fam. Boxen

[54] Met dank aan fam. Boxen