drent2.gif (4653 bytes)home.gif (4432 bytes)Genealogie HILBING

laatste update: 1-10-2017


Voor deze genealogie zijn o.a. de volgende bronnen gebruikt:

Hilbing, G.L. Meesters, Gens Nostra 1990, pg 200
Hilbing te Gasselte, Dhr, Roobaard, Gen. aantekeningen Drentse families, Manuscript RAD


I Ludeken Hilbing, geb. circa 1385, overl. circa 1465.
Hij wordt beleend met het Evekinge goed te Drouwen op 2-8-1433 en op 21-4-1457, vanwege het feit dat er een nieuwe leenheer was.[1],[2] ,[3] ,.

Kinderen:

1.

 m 

Frederik Hilbing, geb. circa 1430.
In 1455 is er een geschil tussen Johan van den Lair, Johan Levinge en Frederick Hilboldinge.[4]
In 1456 hebben Wolter Luskynge en consorten een geschil met Johan Eksynge en consorten. In het geschil heeft Frederick Hilboldync voorgezeten. De Etstoel beslist dat het rocht geen waarde heeft omdat Frederick niet mag voorzitten of zegelen.[5]
Hij wordt beleend met het Evekinge goed te Drouwen op 7-8-1466, na de dood van zijn vader Ludeken Hilbing.[6]
In 1466 hebben de buren van Gasselte een geschil met Frederick Hilboldinge. Frederik is niet verschenen op de landdag, en verliest het geschil.[7]
In 1504 is er een geschil tussen Jan Greven en Frederik Hilbolding over 2 mud rogge jaarlijks.[8] Dit is mogelijk een andere Frederik Hilboldinge.

2.

 m 

Arend Hilbing, geb. voor 1436 (zie II).


II Arend Hilbing, geb. voor 1436, overl. circa 1481, zn. van Ludeken Hilbing (zie I).
Hij wordt beleend met Evekinge goed te Drouwen op 29-8-1466 na de dood van zijn vader Ludeken Hilbing.[9]
In 1463 is er sprake van een brief, bezegeld door Arent Hilbolding.[10] In 1473 heeft Johan Clencke een geschil met Arnt Hilboldynge.[11]

Kind:

1.

 m 

Johan Hilbing, geb. voor 1440 (zie III).


III Johan Hilbing, geb. voor 1440, overl. voor 1499, zn. van Arend Hilbing (zie II).
Hij wordt beleend op 29-8-1481 met het Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vader Aernt Hilbinck.[12]
In 1481 heeft Johan Hilboldinge een geschil met Johan en Coop Marissen over huwelijkse voorwaarden.[13]
In 1482 heeft hij een geschil met Tyde Huisinge[14] en in 1492 een geschil met Roelof Baving.[15] Het geschil met Roelof Baving gaat over 2 mud rogge jaarlijks van Jan Greven te Gasselte over Nije Sikinge goed te Drowuen en Nije Yddinnge te Ees.[16]

Kind:

1.

 m 

Aerndt Hilbing, geb. voor 1470 (zie IV).


IV Aerndt Hilbing, ette Oostermoer 1532-1533, geb. voor 1470, overl. na 1532, zn. van Johan Hilbing (zie III).
Hij wordt beleend met het Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vader Johan Hilbinck op 3-10-1499.[17] De belening wordt bevestigd op 8-6-1518.[18]
In 1503 heeft Jan Greven een geschil met Arnt Hilboldinge en consorten over 2 mud rogge jaarlijks.[19]
In 1532 wordt hij genoemd als nije ette te Oostermoer.[20]

Kind:

1.

 m 

Johan Hilbing, geb. circa 1500 (zie V).


V Johan Hilbing, ette Oostermoer 1542-1560, geb. circa 1500, overl. na 1560, zn. van Aerndt Hilbing (zie IV).
Hij wordt beleend met het Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vader Aernt Hilbinck op 12-7-1512.[21]
In 1542/1543 wordt hij genoemd als ette voor Oostermoer, wonende te Drouwen.[22] Ook in 1550/1551, 1554 en 1557 is hij ette voor Oostermoer.[23]

Kinderen:

1.

 m 

Arent Hilbing, geb. voor 1530 (zie VI).

2.

 v 

N.N. Hilbing.
Tr.
Partner is Jan Huisinck, geb. voor 1540.


VI Arent Hilbing, ette Oostermoer 1596, geb. voor 1530, overl. circa 1610, zn. van Johan Hilbing (zie V).
Hij wordt beleend met Evekinge goed te Drouwen op 4-5-1565 na de dood van zijn vader Johan Hilbinck.[24]
Op 17-3-1572 heeft jonge Johan Huising een geschil met Arent Hilbing en zijn adherenten over de afboedeling van zijn vrouw.[25]
In 1596 wordt hij genoemd als ette voor Oostermoer.[26] Ook in 1596 heeft Luitje Hardering een geschil met Arent Hilbing in een zaak over panding.[27]
Op 14-3-1599 heeft Heymrich van Rossum, landschrijver, een geschil met Arent Hilbing over een onkostenvergoeding. Heymrich heeft onkosten gemaakt om Arent te bevrijden uit gevangenschap in Friesland: Heymrich van ROssum, Landtschryver, klaecht over Arent Hilbinge, dat als hie Arent Hilbinge verleden jaren in Vrieslandt gevangen gehaelt is, den Lanschriver voern. na Uutrecht an eenen landreadt gereyst ende brieven uuthgebracht, dat hdie heyluide alle die gevangen uuth Drente sollen relaxieren ende, als ´t sleve niet daetlich geschide, is hie Landtschryver thoe Lewerden omtrent ses weecken in der herberg blyven liggen, sendende een boden weder an die landtraedt, die anderdemale stercker brieven undergebracht, daermede hie, Landtschryver, Arent Hilbinge mede dede relaxieren. Versocht eenen rechten buyrtuich, dat Arent Hilbinge sal schuldich ende geholden wesen daervan voer moyte ende kosten behoerlick toe contentierenende klageloes te stellen voer alsulcke syne gedane moyte ende unkosten toe betalen.
Die buire van Druwen vertuigen, dat die Landtschryver Heymrich van Rossum sal bewysen binnen drie weecken,d at Arent Hilbingehem, Landtschryver voers., begeert heft ofte emant van synentwegen voer hem toe trecken, sal Arent geholden wesen hem toe betalen; anders die Landtschryver up een unrechte klachte; wil eemans wyder, wysen wy an den Drosten ende 24 Etten des landts".[28]

Kind:

1.

 m 

Oude Jan Hilbing, geb. circa 1550 te Drouwen? (zie VII).


VII Oude Jan Hilbing, ette Oostermoer 1609-1645, geb. circa 1550 te Drouwen? Overl. circa 1646, zn. van Arent Hilbing (zie VI).
Hij wordt beleend met het Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vader Arent Hilbinck op 29-3-1610.[29]
De buren van Borger geven aan dat Roelef Bevergeern in het huis van de schulte enorm heeft gescholden op de Etstoel. Johan Buytinck en Johan Hilbing waren hierbij en zullen een verklaring hierover afleggen Johan Buytinck en Johan Hilbinge hebben verklaard, dat Roelef Bevergeern de etten heeft beledigd door ze uit te schelden voor: "duyvels, weerdich zijnde ewich in de helle te branden". Dit omdat zijn broer eens een erf had gekocht, dat hij door een sententie weer was kwijtgeraakt. Ette Buytinck had hem gezegd toen geen ette te zijn, maar Hilbings vader Arent Hilbinge was dat indertijd wel. Zij hebben nog geprobeerd te argumenteren tegen de beschuldigingen, maar volgens Bevergeern kon hij ook branden in de hel.[30]
Op 30-8-1613 is Jan Hilbing eiser tegen Jan Hamering over het onderhoud van een dijk te Buinen.[31]

Tr.
Partner is Gese N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Johan Hilbing, geb. circa 1575 (zie VIII).


VIII Johan Hilbing, geb. circa 1575, overl.
1648 te Gasselte, zn. van Oude Jan Hilbing (zie VII) en Gese N.N.
Hij wordt beleend met Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vader Johan Hilbinck op 16-3-1646.[32]
Jantien Geerts, weduwe van Geert Jacobs en haar kinderen te Zuidlaren lenen op 21-10-1641 163 daalder van Jan Hilbing en zijn vrouw Harmentien te Gasselte. De lening is wegens van een Hilbing gekocht erf, Loensing genaamd te Zuidlaren anno 1640. Jacob Geerts treed op namens zijn moeder Jantien Geerts, Harmen Hilbing voor zijn vader.[33]
Jantje Raaning, weduwe van Geert Jacobs te Zuidlaren, met Ludolphus Huising predikant te Zuidlaren als jaar momber; Hendrik Gerrits namens zijn vrouw Arentje Roelofs, Michiel Geerts en Grietje Geerts, gezamenlijk erfgenamen van Geert Jacobs. Verklaren op 14-6-1662 schuldig te zijn aan Crijn Homan en zijn vrouw Grietje Hilbing te Groningen 756 gulden. Een deel van de schuld is afkomstig van een akte van 21-10-1641 op naam van Jan Hilbing en Harmentien, geërfd door Crijn Homan en Grietje Hilbing.[34]

Wapen Hindrik Huiising en Johanna Hilbing[35]


Tr. kerk voor 1605.
Echtgenote is Harmtje Hidding? Geb. circa 1580, overl. 1648 te Gasselte.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Herman Hilbing, geb. circa 1602 (zie IXa).

2.

 v 

Jantje Hilbing, geb. circa 1605.
Tr. kerk (1) op 3-6-1627 te Gasselte.
Echtgenoot is Jan Hamming, geb. circa 1595 te Veenhof, zn. van Heino Hamming en Lutgertje Camping.
Jan Hamming trouwt in 1627 te Gasselte (als zoon van Heino Hamming en Lutgert) met Jantien (Anna) Hilbing, dochter van jonge Jan Hilbing en Harmentien.
[36] Hierbij transporteert Heino de helft van zijn bezittingen aan zijn beide zoons Willem en Jan Hamming, elk voor de helft. De akte wordt opgemaakt voor de schulte Michiel Ellents twee keurnoten, olde en jonge Jan Hamminck.
In 1630 wordt hij vermeld als bewoner van een boerderij in Bonnen (eig: Veenhof, samen met zijn vader Heino). In 1646 bezit hij die boerderij nog steeds, terwijl in 1655 de boerderij bezit blijkt te zijn van Frerick Hamming c.s., kennelijk zijn zoon.
In de zomer van 1633 wordt Jan Hamming in de Veenhof voor de Etstoel gedaagd door Jan Hindricx uit Peeloo, die door Jan Hamming met een roer in het gezicht was geschoten. Eén oog moest hij hierdoor missen, het andere oog was beschadigd. Hindricx eist schadevergoeding, terwijl Hamming verweerde dat het om een ongeluk ging.
[37]
In 1641 is sprake van verdeling van diverse gronden te Bonnen, waarbij onder andere Willem Hamming (=in de Veenhof) en Jan Hamming (mede voor zijn overleden broers erfgenamen, dus de kinderen van Willem Hamming) een deel krijgen toegewezen.

Tr. kerk (2) circa 1640.
Echtgenoot is Frerik Hamming, ette Oostermoer 1664-1676, geb. circa 1620 te Veenhof, overl. 1693 te Dwingelo, zn. van Johan Hamming en Lutgertje Bronnigers.
In het register van 1655 wordt Frerick Hamming genoemd als bewoner van een erf te Bonnen (eigenlijk in de Veenhof), dat vroeger (d.i. rond 1645) eigendom was van Jan Hamming. Hij bewoonde derhalve waarschijnlijk de voorouderlijke boerderij. De omschrijving van de boerderij luidt aldus:
huis: 7 gebint 24 voet wijt
kamer: 4 gebint 20 voet wijt
schuur: 5 gebint 24 voet wijt
bakhuis: 4 gebint 16 voet wijt
rosmolen: 2 gebint 26 voeten wijt.
 
Het huis is gewaardeeld in de marke van Bonnen met 3/4 waar waardeel. Verder bezat Frerick meerdere landerijen in de omgeving van Gieten, zoals een boerderij te Bonnerveen, die in 1630 eigendom was van Heino en (jonge) Jan Hamming en in 1641 van Jan alleen. In 1654 werd deze gebruikt door de meyer Reynder Hendricks. Een derde boerderij te Bonnen werd in 1642 door Jan Sickinge, maar in 1654 door Willem Sickinge meyerswijze gebruikt. Ook deze boerderij was bezit van Frerick Hamming. Naast onroerend goed in het kerspel Gieten, had hij nog enig land te Gasselte (in 1654).
[38] Dit land is mogelijk afkomstig van zijn moeders familie, immers uit Gasselte afkomstig. Gezien de vele stukken grond en boerderijen in Gieten en omgeving die van Jan Hamming op Frerick Hamming zijn overgegaan, zal hij een zoon van Jan Hamming zijn geweest.
In 1655 treedt hij op als assessor namens Bonnen/Bonnerveen.
[39] In 1660 is hij getuige bij de stoklegging van een akte te Gieten, waaruit blijkt dat hij daar als boer woonachtig is.[40] In 1666 wordt hij, wederom te Gieten, vermeld, overigens samen met Willem en Boele Hamming. Het haardstedenregister van 1672 vermeldt hem nog als volle boer, woonachtig in de Veenhof.
Uit het eerste huwelijk zal zoon Jan Frericx Hamming zijn geboren, die omstreeks 1689 te Gasselte zijn eerste kind kreeg. Zijn tweede echtenote is Degien Bloemers, de weduwe van Tale Bloemers, die in 1674 was overleden. Waarschijnlijk is Frerick nog hetzelfde jaar met haar getrouwd, aangezien hij in 1674 al als landdagcomparant voor het Dieverderdingspel opgetreedt (hoewel hij als olde ette in 1675 zijn termijn voor Oostermoer uitzit). Hij vestigt zich op de boerderij van Bloemers, waar twee kinderen worden geboren: Tale, genoemd naar de eerste man van zijn moeder en Lutgertien.
Waarschijnlijk is Frerick Hamming met zijn vertrek naar Dwingeloo uitgeboedeld van de Gieter bezittingen.
[41] Toen in 1707 de erfgenamen van Lutgertien Hamming (overl. 1669), de eerste vrouw van Harm Tebing een proces voerden, werden de nakomelingen van Frerick Hamming niet vermeld, hoewel nog wel in leven. Erfgenamen waren namelijk:
a. Aeltien Hamming, dochter van Heino Hamming in de Veenhof, 1/3 deel
b. Popke Datema en zijn zuster Jantien Datema, kinderen van Harmen Datema en Jantien Hamming, elk voor 1/6 deel
c. Johanna Hamming, weduwe Hendrik van Essen, 1/3 deel.
 
Frericks jongere (?) broer Heino zal waarschijnlijk de voorouderlijke boerderij in de Veenhof hebben overgenomen, aangezien de derde broer (Boele) met een rijke weduwe was gehuwd en op die boerderij was gaan wonen.
Frerick werd in 1691 en 1692 nog genoemd in de Haardstederegisters van Dwingeloo, terwijl in 1693 zijn stiefzoon Jan Bloemers op die plek werd vermeld. Frerick zal derhalve in 1692/1693 zijn overleden.
 
Frericks weduwe leent in 1699 245 gulden aan Arent Dilling
[42] Zij sterft (kort na?) 12-6-1707, als ze haar testament maakt.

3.

 m 

Roelof Hilbing, geb. voor 1607 te Gasselte? (zie IXb).

4.

 v 

Margaritha Hilbing, geb. circa 1608 te Gasselte, overl. op 13-10-1678 te Groningen.
Tr. kerk (1) voor 1638.
Echtgenoot is Willem Hamming, geb. circa 1590 te Veenhof, overl. voor 1638, zn. van Heino Hamming en Lutgertje Camping.
Willem Hamming wordt vermeld als broer in het huwelijkscontract van Jan Hamming met Anna Hilbing. Waarschijnlijk is hij identiek aan de Willem Hamming, die met een zuster van Anna Hilbing is gehuwd. Dat huwelijk is mogelijk na 1627 gesloten. Willem zal niet lang erna zijn overleden, aangezien zijn weduwe in 1638 te Groningen hertrouwde met Crijn Homan. De kinderen van Willem Hamming bezitten in 1642 een boerderij te Bonnen, meijerswijze bewoond door Frerick Barels. In 1655 wordt hun stiefvader Crijn Homan als eigenaar van dezelfde boerderij genoemd.
Otr. (2) op 25-8-1638 te Groningen, tr. kerk op 6-10-1638 te Groningen.
Echtgenoot is Crijn Homan, bierbrouwer, geb. circa 1615 te Groningen, overl. voor 1680 te Groningen, zn. van Albert Homan, bierbrouwer, en Annechien Crijns.
In 1638 betaalt Crijn Homan het admissiegeld voor het brouwersgilde, 15 gulden.
Op 20 april 1650 verkopen Crijn Homan en zijn vrouw de helft van een huis op eigen grond aan de Grote Markt, Z.Z. te Groningen aan Emmerick Wolters van Rossum.
[43]
In 1651 is er een overeenkomst tussen Crijn Homan te Groningen, Frerik Hamming en Pieter Hamming enerzijds en Roelof Hilbing en Herman Hilbing anderzijds over enkele percelen grond in Aalden en in het leengoed Ennekinge te Drouwen.
[44]
Crijn Homan wordt in 1659 genoemd, wonende in de Heerestraat, als lid van een burgervaandel.
[45]
Crijn Homan wordt op 3-10-1655 benoemd als voormond over de kinderen van Hindrick van Essen en Dubbeltje Allershoff, samen met Jacob Hovinge en Hindrick Janssen. Op 27-11-1666 wordt hij voormond over de kinderen van Arent Hendrix bij Bareltien Wiltinge.
[46]
Op 7-9-1680 is er een overeenkomst tussen Roelfien Hamming, Jan Gelsinck en Anna Homan, Willemina Homan weduwe Cox, Wilhelmus Homan, Nicolaas Wilckens en Wemelina Homan en Johanna Homan als erfgenamen en kinderen van wijlen Crijn Homan en Grietje Hilbing. Het gaat om een scheiding en deling van de nalatenschap, waarbij aangemerkt wordt dat Roelfien een halfzuster is.
[47]
De erfgenamen van wijlen Crijn Homan lenen op 12-3-1688 geld uit aan Hillechien Neeps, de weduwe van de schulte Thijs Ketel. Haar broer Hendrick Neeps, schulte van Rolde is haar gekozen momber. Het bedrag samengesteld uit een oude schuld d.d. 30-1-1674 van 1331-7-0 en nieuwe schuld van 790-15-0, samen 2122-2-0. Hiervan dient afgetrokken te worden hetgeen door H. Neeps is betaald namelijk 183-6-6 en een bedrag van 733-6-14, afkomstig van de kooppenningen ontvangen van Jan Thalens van Nieuw Windeweer, zodat de totale schuld 1205-8-12 bedraagt.
[48] Jan Gelmigh en Nicolaas Willems verklaren namens de erfgenamen, dat als Hillechien Neeps de schuld over een jaar aflost, zij een korting krijgt van 300 gulden en geen rente hoeft te betalen.

Handtekening Crijn Homan[49]

5.

 v 

Margje Hilbing, geb. circa 1612 te Gasselte, overl. op 3-1-1663 te Gasselte.
Tr. kerk op 16-5-1641 te Gasselte.
Echtgenoot is Pieter Hamming, ette Oostermoer 1647-1691, geb. circa 1617 te Bonnen, overl. op 13-3-1698 te Gasselte, zn. van Johan Hamming en Lutgertje Bronnigers.
In 1657 is hij circa 40 jaar. Pieter Hamminck zal na het tweede huwelijk van zijn moeder Lutchertien Bronniger met Jan van Aemen in 1628 mee naar Gasselte zijn gegaan. Het is volkomen onduidelijk naar wie hij is vernoemd. In de register van impost uit 1630
[50] op het gemaal wordt Pieter Hamminck niet vermeld, wel Jan van Aemen met 11 personen. Mogelijk woont hij dus bij zijn moeder en stiefvader, hoewel hij volgens een andere bron uit 1630[51] in een huisje van Thije Tebing woont. Verder bezit hij zelfstandig enige stukken koeweide. Veel ouder is haast onmogelijk, aangezien hij eerst in 1698 overleed, dus ongeveer 93 jaar oud. Op 9-2-1652 koopt hij samen met zijn broer Willem van de pastoor en kerkvoogden (te weten: Bernardus Fabricius, Jan Willems, Harmen Brans, Johan Tebynge, Roelef Hilbinghe, Yan Alynge, Herman Hilbinck, Arendt Alynge, Klaes Tebinge en Tye Tebinge) een stuk land te Gasselte voor 47 daalders.[52]
In 1672 wordt Pieter te Gasselte aangeslagen voor een vol erf, evenals in 1691-1694.

Handtekening Pieter Hamming[53]

6.

 v 

Lammegien Hilbing, geb. circa 1620 te Gasselte, overl. 1681 te Gieten.
Tr. kerk (1) op 17-8-1645 te Gasselte.
Echtgenoot is Willem Hidding, geb. circa 1615, overl. voor 1655 te Gieten, zn. van Willem Hidding, ette Oostermoer 1634-1636, en Trijne Camping.
Hij is op 10-4-1638 samen met Jan van Amen en Lutgert, echtelieden, Willem Rosing en Johan Altinck, momber en voogd over de nagelaten kinderen van wijlen Jan Hamming te Bonnen en Lutgert (evenals zijn waarschijnlijke vader voor hem). Voorts komt hij als voogd voor op 1-9-1645 tezamen met Harmen Hidding. De momberen over zijn nagelaten kinderen procederen over land te Bonnen. Met zijn vrouw ruilt hij op 1-5-1647 land met Harmen Hidding en Jantien, echtelieden te Gieten en in 1648 kopen zij land te Bonnen
[54]
Tr. kerk (2) na 1656 te Gieten.
Echtgenoot is Harm Huising, kerkvoogd te Gieten 1666, 1683; diaken 1681-1683, geb. circa 1625, overl. op 20-12-1692 te Gieten, zn. van Hindrik Luitjens Huising en Warmeltje Epping.
Harm Huising wordt genoemd in de haardstedenregisters van 1692 te Gieten met een vol erf. In 1693 is er spraken van de kinderen van Harmen Huising.

7.

 m 

Helperich Hilbing, geb. circa 1620 te Gasselte (zie IXc).


IXa Herman Hilbing, geb. circa 1602, overl. op 24-11-1672 te Gasselte, zn. van
Johan Hilbing (zie VIII) en Harmtje Hidding?
In 1657 55 jaar.
[55]

Handtekekening Herman Hilbing[56]


Tr.
Partner is Jantje Hamming, geb. circa 1620, overl. op 10-11-1672 te Gasselte, dr. van
Heino Hamming en Lutgertje Camping.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Jan Hilbing, ged. op 10-6-1655 te Gasselte (zie Xa).


IXb Roelof Hilbing, geb. voor 1607 te Gasselte? Overl. op 4-2-1657 te Gasselte, zn. van
Johan Hilbing (zie VIII) en Harmtje Hidding?
Roelof Hilbing wordt beleend met Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vader Joan Hilbinck op 8-5-1649.
[57]
Tr. kerk op 23-9-1627 te Gasselte.
Echtgenote is Petrea ten Oldenhuis, geb. te Zwinderen? Overl. 1672 te Gasselte, dr. van Arent Tyes ten Oldenhuis en Jantjen N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Grietje Hilbing, ged. 1630 te Gasselte, overl. op 16-2-1710 te Gasselte.
Tr. kerk op 24-9-1654 te Gasselte.
Echtgenoot is Laurens Hidding, ged. op 10-6-1633 te Gasselte, overl. op 7-3-1705 te Gasselte, zn. van Johan Hidding en Grietje Leving.

2.

 m 

Arent Hilbing, ged. op 7-10-1632 te Gasselte (zie Xb).


IXc Helperich Hilbing, geb. circa 1620 te Gasselte, zn. van
Johan Hilbing (zie VIII) en Harmtje Hidding?
Tr. kerk voor 1655.
Echtgenote is Willemtje N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Jantijn Hiddinge Hilbing, ged. op 2-9-1655 te Gasselte.


Xa Jan Hilbing, ette Oostermoer 1694-1709, ged. op 10-6-1655 te Gasselte, overl. op 25-2-1709 te Gasselte, begr. op 7-3-1709 te Gasselte, zn. van
Herman Hilbing (zie IXa) en Jantje Hamming.
Op 6 februari 1676 werd hij, op 20-jarige leeftijd, beëdigd als landdagcomparant van

Graf Jan Hilbing[58]Drenthe.


Tr. kerk op 1-11-1674 te Gasselte.
Echtgenote is Frerikje Buining, geb. circa 1650 te Annen, overl. op 12-12-1721 te Gasselte, begr. op 23-12-1721 te Gasselte, dr. van Cornelis Buining en Geesje Olde Eitinge.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Johanna Hilbing, geb. op 5-8-1675 te Gasselte, ged. op 8-8-1675 te Gasselte, overl. voor 1705 te Gasselte.
Tr. kerk op 25-9-1698 te Gasselte.
Echtgenoot is Hindrik Huising, ette Oostermoer 1694-1721, geb. circa 1665 te Gieten, overl. 1722, zn. van
Harm Huising, kerkvoogd te Gieten 1666, 1683; diaken 1681-1683, en Lammegien Hilbing.
Hij wordt genoemd op de lidmatenlijst van 1718 te Gieten: ette Hindrick Harms Huisinghe.
In het haardstedenregister van Gieten wordt hij aangeslagen voor een vol erf en als ette.
Ette Hendrick Huisinge te Gieten, solliciteur Hendrick Huisinge te Gieten voor henzelf en namens Wibbechjen Mensinge, weduwe van Carst Husinge, Roeloffjen Nijenhuis, weduwe van Lambert Eppinge voor haar en haar minderjarige kinderen en Jan Huisinge zijn op 8-6-1696 eisers tegen Cornelis van Holle. Het betreft een geschil over het onrechtmatig kappen van een eikenboom op de Hese, eigendom van de eisers,
[59]

2.

 v 

Gesina Hilbing, ged. op 2-2-1677 te Gasselte, overl. op 23-7-1723 te Vries.
Tr. kerk op 6-11-1702 te Gasselte.
Echtgenoot is Lambert Wolters, schulte Vries 1691-1722, geb. 1668 te Vries, overl. op 30-5-1736, zn. van N.N. Wolters.
OSA 1785 dd 1698: pg 678 De Scholts van Vries Lambert Wolters notificatie gedaan dat gem. en consorten van hun overleden suster eenige goederen waren aangeerft. memorie(vervolg op p. 706:)... hem en desselfs broeder van hun overleden suster 9-10-1699 nader aangevinge gedaan na beste kennisse en deductie van schulden, dese erfenisse wegens ´t moederlijke goet begroot op 1200 gld. bet. 30-0-0.

3.

 m 

Harm Hilbing, geb. op 16-1-1681 te Gasselte, ged. op 21-1-1681 te Gasselte, overl. op 10-2-1681 te Gasselte.

4.

 m 

Jan Hilbing, geb. op 16-1-1681 te Gasselte, overl. op 16-1-1681 te Gasselte.

5.

 v 

Hermanna Hilbing, ged. op 30-7-1682 te Gasselte, overl. voor 1737.
Tr. kerk voor 1717.
Echtgenoot is Harm Buiting, ette Oostermoer 1713-1736, geb. circa 1688 te Buinen, overl. voor 1737, zn. van Hindrik Buiting en Aaltje Oldenhuis.
SP 319 dl 1 Fol. 132 dd 11-04-1737 Staat en inventaris
Ouders: wijlen ette Harm Buiting en wijlen Harmanna Hilbing
Hoofdmomber:H.J. Wolters
Medemombers:H. Nijsing, F. Oldenhuis, W. Hiddingh
NB:Erg veel landerijen, lange inventaris inclusief boeken
SP312 Deel 1 folio 121 lening
Leners:kinderen van wijlen ette H. Buiting en Harmanna Hilbing, genaamd Hindrik en Aaltje Buiting. Mombers zijn H.J. Wolters, schulte van Vries; H. Nijsing, schulte van Westerbork; L. Oldenhuis, schulte van Zwinderenl W. Hidding, schulte van Koekange
Uitleners:F. Dannenberg en zuster Anna Dannenberg te Steenwijk
Bedrag:10000
Plaats:Borger
Datum:13-8-1737
.


Xb Arent Hilbing, ged. op 7-10-1632 te Gasselte, overl. op 23-11-1672 te Gasselte, zn. van
Roelof Hilbing (zie IXb) en Petrea ten Oldenhuis.
Beleend met Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vader Roelof Hilbinck op 23-9-1657.
[60]
Op 28-2-1679 zijn Laurens Hidding; Pieter Hamming, Harm Huising en Jan Hidding mombers over de kinderen van Arent Hilbing en Hilligje. Zij maken een afkoop met Jan Hilbing van goederen van Heino Hamming als stiefvader van de kinderen.
[61]
Tr. kerk op 24-9-1654 te Gasselte.
Echtgenote is Hilletje Hidding, ged. 1630 te Gasselte, overl. voor 1679, dr. van
Johan Hidding en Grietje Leving.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Jan Hilbing, ged. op 2-9-1655 te Gasselte (zie XIa).

2.

 v 

Jantje Hilbing, ged. op 8-11-1657 te Gasselte, overl. voor 1680.
Tr. kerk op 21-4-1679 te Gasselte.
Echtgenoot is Roelof Julsing, geb. voor 1659 te Eext?
Deel/folio/datum 24/212/8-6-1680
Eiser: Roeloff Julsinge te Eext
Verweerder: Laurents Hiddinge als momber over de kinderen van Aerent Hilbinge en Hillegien Hilbinge
Onderwerp: panding
Inhoud: 600 daalder volgens huwelijkscontract tussen de eiser en zijn overleden vrouw
Andere namen: wijlen Jan Hilbinge, broer van de vrouw van eiser
.

3.

 m 

Jonge Jan Hilbing, geb. circa 1660, overl. op 5-3-1682 te Wachtum.

4.

 m 

Roelof Hilbing, ged. op 1-1-1664 te Gasselte (zie XIb).

5.

 v 

Grietje Arents Hilbing, ged. op 16-9-1666 te Gasselte, overl. na 1705 te Veendam?
Tr. kerk (1) voor 1688.
Echtgenoot is Jan Hindriks Cruimink, collector te Veendam, geb. circa 1665, overl. na 1694, zn. van Hindrik Cruimink en Margje Jans.
RA Veendam 1690 13-02 Jan Cruiminck en Grietien Hilbinge el. in Veendam won. lenen geld van Stijntien Hindricks wed. wijlen Berent Hemkes mede in Veendam won.
RA Veendam 1690 15-05 Collector Jan Cruimingh en Grietien Hilbinghe el. in Veendam won. verklaren geld schuldig te zijn, heerkomende van geleverde stenen en pannen, aan Hilbrandt van Peer en Margareta Wildervancks el.
RA Wildervank 7-11-1693: 7/11 J. Cruijmink en Grietje Hilbing aan Bouwe Brongers en Heero Brongers, Greetje Wolters
17-8-1692: Erven van wijlen Albert Harmens Ligger, met name Tijes Alb. etc. als boven wijlen Jacob Otten nom ux. en Wijchen Hindriks kinderen neevens Jan Cruijmint als diacboekhouder voor onmondige kinderen van Roelf Derx. boedelscheiding.[62]

Tr. (2) op 5-9-1695 te Veendam (h.c.), tr. kerk op 7-9-1695 te Veendam.
Echtgenoot is Aiso Ebels, wedman Veendam en Wildervank, geb. circa 1660, zn. van Ebel Elties en Bouwe Jans.
Bij het h.c. tussen Eijse en Eltie Heeres zijn geen getuigen aanwezig.

6.

 m 

Bastiaan Hilbing, geb. circa 1670 te Gasselte (zie XIc).


XIa Jan Hilbing, ged. op 2-9-1655 te Gasselte, overl. 1686 te Gasselte, zn. van Arent Hilbing (zie Xb) en Hilletje Hidding.
Beleend met Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vadder Arent Hilbinck.[63]
Tr. kerk op 1-5-1681 te Gasselte.
Echtgenote is Annigje Apinge, geb. circa 1660 te Wachtum, overl. op 6-11-1681 te Gasselte.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Hilligje Hilbing, ged. op 30-10-1681 te Gasselte, overl. op 2-11-1681 te Gasselte.


XIb Roelof Hilbing, ged. op 1-1-1664 te Gasselte, overl. op 31-7-1712 te Gasselte, zn. van Arent Hilbing (zie Xb) en Hilletje Hidding.
Beleend met Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn broer Jan Hilbinge op 18-6-1688.
Tr. kerk op 22-11-1690 te Gieten.
Echtgenote is Grietje Schooning, geb. circa 1665 te Bonnen, overl. op 4-1-1700 te Gasselte, dr. van Jan Schooning.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Arent Hilbing, ged. op 18-12-1692 te Gasselte (zie XIIa).

2.

 m 

Jan Schonink Hilbing, ged. op 3-11-1694 te Gasselte, overl. op 14-11-1694 te Gasselte.

3.

 m 

Jan Schonink Hilbing, geb. op 11-1-1696 te Gasselte, ged. op 11-1-1696 te Gasselte, overl. 1770.


XIc Bastiaan Hilbing, geb. circa 1670 te Gasselte, overl. op 3-4-1731 te Gasselte, zn. van Arent Hilbing (zie Xb) en Hilletje Hidding.
Tr. kerk op 5-11-1718 te Gasselte.
Echtgenote is Grietje Hidding, ged. op 18-6-1682 te Gasselte, begr. op 20-1-1775 te Gasselternijveen, dr. van Frerik Hidding en Annigje Harms Titsing.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Arent Hilbing, ged. op 22-2-1722 te Gasselte (zie XIIb).


XIIa Arent Hilbing, ged. op 18-12-1692 te Gasselte, overl. op 26-10-1732 te Gasselte, zn. van Roelof Hilbing (zie XIb) en Grietje Schooning.
Beleend met Evekinge goed te Drouwen op 21-11-1713.[64]
Tr. kerk op 22-10-1718 te Gasselte.
Echtgenote is Aaltien Schaange, geb. circa 1695 te Benneveld, overl. op 2-4-1771 te Gasselternijveen, dr. van Jan Nijenschaange en Lammigje Nijenhuis.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Roelof Hilbing, ged. op 1-9-1720 te Gasselte (zie XIII).

2.

 v 

Grietje Hilbing, ged. op 19-10-1721 te Gasselte, overl. op 19-10-1742 te Gasselte.

3.

 m 

Jan Hilbing, ged. op 4-4-1723 te Gasselte.

4.

 m 

Meerten Hilbing, ged. op 24-2-1726 te Gasselte, overl. op 10-7-1783 te Gasselte.

5.

 m 

Harm Hilbing, ged. op 21-3-1728 te Gasselte, overl. op 6-1-1797 te Gasselte.

6.

 m 

Jan Hilbing, ged. op 14-7-1730 te Gasselte, overl. op 27-3-1800 te Gasselte.

7.

 v 

Lammechien Hilbing, ged. op 14-4-1732 te Gasselternijveen, begr. op 5-1-1736 te Gasselte.


XIIb Arent Hilbing, ged. op 22-2-1722 te Gasselte, overl. voor 1777 te Gasselternijveen, zn. van Bastiaan Hilbing (zie XIc) en Grietje Hidding.
Tr. kerk op 3-12-1760 te Gasselte.
Echtgenote is Wubbigje Tebinge, ged. op 13-9-1739 te Gasselte, begr. op 21-1-1798 te Gasselternijveen, dr. van Hendrik Tebinge en Heiltje Hidding.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Bastiaan Hilbing, ged. op 21-2-1762 te Gasselte, overl. op 19-12-1813 te Gasselte.

2.

 v 

Heiltje Hilbing, ged. op 15-7-1764 te Gasselte, overl. op 23-12-1815 te Gasselte.
Tr. kerk op 29-6-1788 te Assen.
Echtgenoot is Otto Coops, landspander, executeur, kastelein, geb. op 2-8-1757 te Vries, ged. op 14-8-1757 te Vries, overl. op 4-2-1836 te Taarlo, zn. van Roelof Coops, landbouwer en herbergier, en Jantje Ottens Karst.
Hij kwam op 18-9-1782 met Attestatie van Taarlo naar Assen. Hij vertrok 6-4 1791 naar Gasselte.

3.

 v 

Grietien Hilbing, ged. op 7-12-1766 te Gasselte, begr. op 6-10-1783 te Gasselte.

4.

 v 

Lutgertje Hilbing, geb. op 7-5-1769 te Gasselte, overl. voor 1813.
Tr. kerk op 25-5-1793 te Gasselte.
Echtgenoot is
Roelof Hilbing (zie XIV).

5.

 v 

Anna Hilbing, ged. op 8-12-1771 te Gasselte, overl. op 10-1-1836 te Gasselte.
Tr.
Partner is Jan Aling, burgemeester Gasselte 1809-1841; schulte Gasselte/Borger 1809-1811, geb. op 28-6-1767 te Gasselte, overl. op 30-9-1841 te Gasselte, zn. van Albert Aling, schulte Gasselte, Borger 1769-1809, en Jeigje Huising.
Genoemd als huizenbezitter te Bonnen in 1807: OSA 1513 1807 Bonnen no. 65.

Zegel Jan Aling[65]

6.

 v 

Hindrikje Hilbing, ged. op 10-9-1775 te Gasselte, overl. op 14-11-1851 te Erm.
Tr. kerk op 6-6-1799 te Sleen.
Echtgenoot is Rudolf Abbing, landbouwer, geb. te Erm, ged. op 20-1-1765 te Sleen, overl. op 19-10-1840 te Sleen, zn. van Berent Abbing, ette, en Annigje Marissen.


XIII Roelof Hilbing, ged. op 1-9-1720 te Gasselte, overl. op 9-7-1784 te Gasselte, zn. van
Arent Hilbing (zie XIIa) en Aaltien Schaange.
Onmondig beleend met Evekinge goed te Drouwen na de dood van zijn vader Arent Hilbing op 3-8-1738.
[66]
Tr. kerk op 22-11-1744 te Gasselte.
Echtgenote is Dieghien Bloemers Hidding, ged. op 1-9-1715 te Gasselte, overl. voor 1778 te Gasselte, dr. van Roelof Hidding, ette Oostermoer 1713-1734, en Lutgertje Hamming.
lidmaat te Gasselte 1738.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Arent Hilbing, diaken Gasselte, ged. op 26-9-1745 te Gasselte, begr. op 21-1-1786 te Gasselte.

2.

 m 

Roelof Hilbing, geb. op 28-7-1748 te Gasselte (zie XIV).

3.

 v 

Lutgertje Hilbing, ged. op 22-8-1751 te Gasselte, overl. voor 1752 te Gasselte.

4.

 v 

Lutgertje Hilbing, ged. op 15-10-1752 te Gasselte.
Otr. op 27-5-1775 te Gasselte, tr. kerk op 22-6-1775 te Noordlaren.
Echtgenoot is Thale Hamming, geb. op 16-5-1742 te De Punt, ged. op 20-5-1742 te Noordlaren, zn. van Lucas Hamming en Jantje Cluiving.
Het huwelijkscontract tussen Tale Hammink en Lutgertien Hilbing wordtgesloten op 26-5-1775 te Gasselte.
[67] Getuigen aan bruidegomszijde zijn: Otto Hoenderken, zwager; Grietien Hammink, zuster; Otto Cluiving, oom; Harmannus Meyer, aangehuwde oom; Baarlina Meyers, geboren Cluving, tante; gesworen Tale Hidding, neef. Van bruidszijde tekenen haar vader Roelof Hilbing (mede namens zijn minderjarige zoon Jan), haar broers Arent en Roelof en haar ooms Jan en Harm Hilbing.

5.

 m 

Jan Hilbing, ged. op 15-8-1756 te Gasselte, overl. op 17-12-1778.


XIV Roelof Hilbing, geb. op 28-7-1748 te Gasselte, overl. op 25-4-1798 te Gasselternijveen, zn. van
Roelof Hilbing (zie XIII) en Dieghien Bloemers Hidding.
SP 319 Deel 5 Folio 311 dd.15-9-1801
Momberbenoeming, staat en inventaris, momberrekening. De momberrekening is van 18-12-1802
Ouders:wijlen Roelof Hilbing en wijlen Lutgertje Hilbing van Gasselte
Kinderen:Diechje Hilbing
h.m.:Jan Aling van Gasselte
m.m.:Otto Coops van Assen; Jannes Hoenderken van Noordlaren; Roelof Hamming van de Punt
Bijzonderheden:
In de inventaris vaste goederen mandelig met de wed. van Tale Hamming van de Punt.
Erg veel bezittingen, veel huizen o.a. te Drouwen, Veentang, Bonnen, Bonnerveen, Gasselterboerveen; Drouwenerveen. Verder een groot aantal uitstaande obligaties.
De wed. Hamming is schuldig aan de boedel wegens ontvangen huur etc, 12464 gulden!
Aan contanten circa 3500 gulden.
De ontvangsten op de momberrekening waren 7866 gulden, waarvan een groot deel weer belegd is in leningen.

Tr. kerk op 25-5-1793 te Gasselte.
Echtgenote is
Lutgertje Hilbing, geb. op 7-5-1769 te Gasselte, overl. voor 1813, dr. van Arent Hilbing (zie XIIb) en Wubbigje Tebinge.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Degien Hilbing, ged. op 1-1-1795 te Gasselte, overl. op 10-2-1813 te Gasselte.



Homepage | E-mail


gemaakt met PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software



[1] Gens Nostra 1990, Hilbing, G.L. Meesters, pg. 202

[2] Leenprotocollen Overijssel BC folio 6v

[3] Leenprotocollen Overijssel BD folio 24v

[4] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 3084

[5] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 3141

[6] Leenprotocollen Overijssel BD folio 76

[7] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 3640

[8] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 5563

[9] Leenprotocollen Overijssel BD folio 76v

[10] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 3516

[11] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 3977

[12] Leenprotocollen Overijssel BD folio 135v

[13] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 4357

[14] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 4428

[15] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 4949

[16] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 4962

[17] Leenprotocollen Overijssel BE folio 61v

[18] Leenprotocollen Overijssel BF folio 20v

[19] Ordelen van de Etstoel 1450-1504 no. 5535

[20] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg 3,4

[21] Leenprotocollen Overijssel OB1 folio 190v

[22] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 111, 112

[23] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 231,249,289,332

[24] Leenprotocollen Overijssel OC1 folio 115

[25] Goorspraken 1572-1577 pg. 47 d.d. 17-3-1572

[26] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 378

[27] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 381

[28] Goorpraken 1598-1602 pg. 67 d.d. 14-3-1599

[29] Leenprotocollen Overijssel OC3 folio 92v

[30] Etstoel 14 deel 1 folio 68 d.d. 16-4-1610

[31] Etstoel 14 deel 3 folio 86 d.d. 30-8-1613

[32] Leenprotocollen Overijssel OE folio 170v

[33] Schultenprotocol 264 deel 1 folio 73 d.d. 21-10-1641

[34] Schultenprotocol 264 deel 1 folio 75 d.d. 14-6-1662

[35] Drents Genealogisch Jaarboek 2009

[36] Archief Mensinge inv. no. 986

[37] Etstoel 14 deel 8 folio 276 d.d. 24-6-1633

[38] OSA 845

[39] OSA 845 folio 203

[40] Archief Mensinge inv. no. 1477

[41] Dat de Frerick uit Gieten identiek is aan de Frerick uit Dwingeloo is te bewijzen via de handtekeningen onder Mensinge 1477 en Batinge 113

[42] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 61 d.d. 1699

[43] GrA III deel 31 folio 269v d.d. 20-4-1650

[44] Toegang 592 Archief Wiering no. 14 d.d. 11-2-1651

[45] De Burgervaandelen van de stad Groningen, W.G. Doornbos en D.F. Kuiken, 1993

[46] GrA RA Oostwold d.d. 3-10-1655, 27-11-1666

[47] GrA III pg. 58, 135 d.d. 7-9-1680

[48] Schultenprotocol 264 deel 2 folio 149 d.d. 12-3-1688

[49] Toegang 592 Archief Wiering

[50] OSA 841

[51] OSA 841

[52] NH Gemeente Gasselte, inv.no. 73

[53] NH Archief Gasselte 1662

[54] Etstoel 14 deel 37 folio 340 d.d. 1-5-1647

[55] Etstoel 9 dossier 3a

[56] NH Archief Gasselte 1662

[57] Leenprotocollen Overijssel OE folio 234

[58] Wikipedia

[59] Etstoel 14 deel 32 folio 23 d.d. 8-6-1696

[60] Leenprotocollen Overijssel OE folio 441v

[61] Archief Boonstra

[62] GrA RA Wildervank d.d. 17-8-1692

[63] Leenprotocollen Overijssel OG folio 9

[64] Leenprotocollen Overijssel OH folio 208

[65] Drents Genealogisch Jaarboek 2001

[66] Leenprotocollen Overijssel OL folio 136

[67] Familiearchief Hoenderken inv. no. 64