drent2.gif (4653 bytes)home.gif (4432 bytes)Genealogie HUISING

laatste update: 1-10-2017


Voor deze genealogie zijn o.a. de volgende bronnen gebruikt:

Het Geslacht Huising, G.L. Meesters en T.W. Siertsema, Nederlandse Leeuw 1959 pg 353
De nalatenschap van Pieter Huising,  T.W. Siertsema, Nederlandse Leeuw 1959 pg 433


 

 

I Lueken Huesynck, ette Zuidenveld 1532-1533, geb. circa 1510.

Kind:

1.

 m 

Herman Huisinge, geb. voor 1540 (zie II).


II Herman Huisinge, ette Zuidenveld 1596-1597; landdagscomparant 1603, 1608, geb. voor 1540, overl. na 1612, zn. van Lueken Huesynck (zie I).
Het eerst treedt hij op 12-7-1564 als erfbuur te Wachtmen[1], op 18-3-1574 wordt hij als dedingsman aangewezen in een geschil.[2]
Van 1577 tot 1579 procedeert hij over een huis in het schultambt Dalen dat hij had verkocht. Hij wordt te Wachtum vermeld op 1-7-1586 als hij een geshcil heeft met Herman Busch over een hooimaat.[3] Op 5-1-1593 is hij te Kampen medeondertekenaar van de benoeming van Graaf Wilem Lodewijk van Nassau als stadhouder van Drenthe. Op 27-11-1606 vraagt hij reductie in de grondschatting wegens zijn vier verbrande boerderijen in Wachtum, geheten Huisinge, Olde Apinge, Nieu Apinge en Murren. Het laatste is een leengoed.[4] Op 30-3-1607 wordt hij als gijzelaar gevangen gehouden door de Graaf van Solre, Spaans commandant te Lingen.[5] In 1608 is hij de ouste landdagcomparant en tevens volmacht van het kerspel Dalen.[6] Het laatst komt Herman Husing te Wachtum voor in 1612 op het register der bezaaide landen, waaruit blijkt dat hij 30 mud land had ingezaaid met koren.[7]

Kinderen:

1.

 m 

Luitje Huising, geb. voor 1578 (zie IIIa).

2.

 m 

Hinrich Huising (zie IIIb).


IIIa Luitje Huising, ette Zuidenveld 1610-1635; gecommitteerde Rekendag 1617, 1625, geb. voor 1578, overl. voor 1654, zn. van Herman Huisinge (zie II).
Op 8-10-1610 legt Luytien Huising uit Zuidenveld de eed als ette af.[8]
Hij is eigenaar van Murren erve van 1640 - 1646.[9] Samen met Johanna Ovinck wordt hij vermeld op 6-12-1603 als zijn vrouw beleend wordt met Ovinge te Benneveld: Johanna Ouvinck, dochter van wijlen Johan Ovinck, hulder haar man Luitgen Huisine.[10]

Tr. kerk op 6-12-1603.
Echtgenote is Johanna Ovinck, overl. voor 1655, dr. van Johan Ovinck en Roleff N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Johan Huising, geb. circa 1605 (zie IVa).

2.

 m 

Hindrik Luitjens Huising, geb. circa 1607 (zie IVb).


IIIb Hinrich Huising, zn. van Herman Huisinge (zie II).
Hij wordt vermeld op 18-6-1599 als hij een geschil heeft met Jan Unken over een kalf.[11] Hij wordt genoemd met zijn vrouw in 1614[12], te Wachtum in 1625[13] tot 1654.[14] Hij trouwt met Jantien, samen vermeld op 7-1-1638 tot 10-5-1647.[15]
Tr.
Partner is Jantje N.N. Overl. na 1647.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Anneken Huising, geb. voor 1620, overl. na 1661.
Tr. kerk 1638.
Echtgenoot is Jan Luitgens, geb. voor 1620, zn. van Luyten Eepes, burger en gesworen meente te Coevorden.

2.

 m 

Jonge Jan Huising (zie IVc).


IVa Johan Huising, ette Zuidenveld 1637-1674; gedeputeerde 1641-1672, geb. circa 1605, overl. voor 1675, zn. van Luitje Huising (zie IIIa) en Johanna Ovinck.
Op 11-6-1638 legt Jan Lutjens Huisinge de eed als ette af.[16]
Hij is erfgezetene te Wachtum. Op 20-3-1654 wordt hij vermeldt als eigenaar van Murren erve, beleend met Ovinck te Bonnevelde 6 oktober 1654. Als gedeputeerde naar de benoeming van Prins Willem als stadhouder.[17] Samen met Griete Eppinge vermeld mei 1639.[18]
Op 6-10-1654 wordt hij beleen met Ovinge, an de dood van zijn moeder Johanna Ovinck.[19]

Tr. kerk voor 1630.
Echtgenote is Margareta Epping, overl. na 1675, dr. van Jan Epping, kerkvoogd; ette Oostermoer 1627-1650, en Jantje Karst Wiffen.
Zij overlijdt als weduwe na 20-6-1675
[20] en voor 28-3-1678: Herman, Roloff en Lambert Huising, gebroeders, wegens Johan Huisinge en Margaretha Eppinge, hun vader en moeder sal.[21]

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Harm Huising, geb. circa 1630 (zie Va).

2.

 m 

Lambert Huising, geb. voor 1640 te Wachtum? (zie Vb).

3.

 m 

Roelof Huising, geb. voor 1643 (zie Vc).

4.

 m 

Carst Huising, geb. voor 1660.

5.

 m 

Johan Huising, geb. voor 1660.


IVb Hindrik Luitjens Huising, geb. circa 1607, overl. op 28-4-1646 te Wachtum, zn. van
Luitje Huising (zie IIIa) en Johanna Ovinck.
Hij wordt samen vermeld met zijn vrouw op 26-2-1634.
[22] Zij wordt als weduwe vermeld op 13-1-1647.[23]
Hij wordt in de avond van 28-4-1646 aangevallen door Jhr. Joachim van Ubbena tot Bunne en de luitenant Conraet Gombrecht van Warin en diens knecht, en "sulkx gewondet, dat hij daerover corte daernae deser werelt overleed".
[24]
Op 4-11-1646 is jr. Jochum Frans Ubbena eiser tegen Jan Eppinge en de heer Johan Huisinge als voorstanders van de weduwe en kinderen van Hinrick Huisinge. Het betreft een appel op een uitspraak van drost en gedeputeerden d.d. 20-6-1646 betreffende de betaling van 400 gulden. De eiser krijgt ongelijk.
[25] Op 4-11-1646 verzoeken de voorstanders van wijlen Hinrick Huisinge, alhoewel zij in revisie tegen jr. Jochim Frans Ubben gewonnen hebben om prompte betaling. Zij vermoeden dat er weer oppositie zal zijn.[26]
Tr. kerk voor 1634.
Echtgenote is Warmeltje Epping, geb. 1603 te Gieten, overl. op 16-11-1690 te Gieten, dr. van
Jan Epping, kerkvoogd; ette Oostermoer 1627-1650, en Jantje Karst Wiffen.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Harm Huising, geb. circa 1625 (zie Vd).

2.

 m 

Lambert Epping Huising, geb. circa 1640 te Wachtum (zie Ve).

3.

 v 

Geesje Huising, geb. circa 1640 te Gieten.
Tr. kerk circa 1665.
Echtgenoot is Jan Coops, ette Zuidenveld 1659-1684, geb. circa 1600 te Dalen, overl. circa 1684, zn. van Joachim Egberts Coops.
De welgesteldheid van de familie Coops die in het Agterkamperrot van Dalen woont blijkt uit het grondschattingsregister van 1642. De broers Roeloff en Jan Coops, worden gezamenlijk aangeslagen voor 9600 gulden en behoren met de familie Reutgen tot de rijkste families in het Agterkamperrot en de zeer
welgestelde families van het kerspel Dalen:
Roeloff en Jan Coops t´saemen 35 mud f 2.450-0-0, Jan Coops geeft 9 dachw(arck) saeijlants halff en halff als boven 1.800-0-0; 1 Coijenweijde 150-0-0; 3/8 wacrdeels 750-0-0; huijs (7 gebint) schuijre (4 gebint) hoffe en goorens op 600-0-0.
Roeloff Coops geeft 7 dachw(arck) saeijlants weer als boven 1.400-0-0; 3 Coijenweijden 450-0-0;1/2 waere waerdeels 1.000-0-0; huijs (10 gebint) schuijre (4 gebint) hoffe en gooren 1.000.
Tijdens de grondschatting in Dalen van 1630 werd het bezit van de drie broers Roeloff, Jan en Willem Coops bepaald op f 7.800-0-0; zij waren daarmee de rijkste familie in het Agterkamperrot. Hun bezit bestond uit elck een derde part van een Erve, bestaende in 25 mudden landt, 18 dachwerk hoijlant, 1/4 wardeel, elck gestelt op 1500 daeler, doende `t samen f 6.450-0-0. Noch twee keutersteden, die voors(chreven) broeders . . . Lambert Coops . . . . . gestelt op f 850-0-0. Aen Rentebrieven f 500-0-0.
In het register van prisering van huizen en hoven van Dalen 1645 worden de huizen van Jan en Rolof Coops als volgt gewaardeerd:
Jan Coops huis 7 gebint 23 voet wijt 55 voet lang schuire 4 gebint 18 voet wijt 43 1/2 voet lang, hoffte en goorden, waerin Rolof Coops hofte is mede begrepen 3 mud.
Rolof Coops huis t´achterste 4 gebint 18 voet wijt 42 voet lang, het voer en bouhuis 7 gebint 26 112 voet wijt 56 voet lang, een olde schuire 4 gebint 19 voet wijt 49 voet lang
Marie Assiens en haar zoon Geert Assiens verklaren op 13 juni 1657 voor Hermannus Mauritius, verwalter en vervanger van de schulte van Dalen Eijlhard Krul, en de keurnoten Johan Huisinge en Henderick Schijrbeeck, dat zij hebben geleend van Jan Coops en Jantien zijn huisvrouw 200 Carolus guldens tegen 5% rente jaarlijks.
Op 13-6-1657 lenen Marie Assiens en haar zoon Geert Assiens 200 gulden van Jan Coops en Jantje van Dalen.[27]
Pietter Quees(t) en Geesse zijn huisvrouw lenen op 29-12-1662 voor schulte Eijlhardt Krul1 van Dalen en keurnoten Steven Reinders en Albert Santinge een bedrag van 250 Carolus guldens tegen 5 1/2 % rente jaarlijks van Johan Coops tott Dalen. Op diezelfde datum lenen Albert Jansen Santinge, te Daelderveen, en zijn huisvrouw Marchien een bedrag van 400 Carolus guldens tegen 5 1/2 % rente jaarlijks van J(oh)an Coops tott Dalen.
Op 16 juni 1663 compareren voor Eijlhardt Krull, schulte van Dalen, en de keurnoten Johan Huising en Johan Hiddinge, Pieter Quees op Daelderveen en Geese sijn huisvrouw, die verklaren dat zij in mei 1663 250 Carolus guldens tegen 5 1/2 % rente jaarlijks hebben geleend van Johan Coops tott Dalen en desselves soene Hinderick Coops, en diens huisvrouw Geesien.
Eijlhardt Krull, schulte van Dalen, en de keurnote Harmen Huisinge en Claes Roetgen, verklaren op 21 mei 1669 dat voor hen zijn verschenen Jan Schutten en Henderickijn zijn huisvrouw, die van Jan Coops en desselves soon Henderick Coops en Gesien zijn huisvrouw een bedrag van 300 Carolus guldens tegen 4% rente jaarlijks hebben geleend.
Volgens een artikel uit de Nederlandse Leeuw 1959 (`Het geslacht Huising uit de Buurschap Wachtum onder Dalen in Drenthe´, door Ir. G.L. Meesters en Ir. T.W. Siertsema.) is Jan Coops te Dalen, eigenerfde in het schultambt Dalen 1672, ette wegens Zuidenveld 1659-1681, zoon van Joachim Egberts Coops, gehuwd met een zekere Geesijn Huising, dochter van Hendrick Huising en Warmeltien Eppinge. Het echtpaar Jan Coops en Gesijn Huising is volgens dit artikel samen vermeld in het archief van het huis Mensinge te Roden in een rochtbrief d.d. 9 mei 1665.
Waarschijnlijk is genoemde Jan Coops twee maal gehuwd geweest. In de eerste plaats met Jantien, met wie hij samen genoemd wordt in 1657. Uit dit huwelijk zal zoon Henderik Coops zijn geboren. Jantien is waarschijnlijk overleden voor 16 juni 1663, wanneer vader Jan Coops samen met zijn zoon Henderik Coops en schoondochter Geesien een bedrag lenen aan een derde. Dit geld komt waarschijnlijk voort uit het erfdeel van Jantien, waarin echtgenoot Jan en zoon Hinderik gezamenlijk gerechtigd zijn, en wat de reden is dat zij samen het bedrag uitlenen. Op dat moment wordt Jan Coops ook zonder echtgenote vermeld. Voor 1665 zal Jan Coops opnieuw in het huwelijk zijn getreden, nu met de hiervoor genoemde Geesijn Huising.
Op 17 mei 1681 verschijnen voor Joannis Bottichius, schulte van Dalen en Oosterhesselen, en de keurnoten Lucas Hiddinge en Harmen Pothof, de Hoocg Wel Edel geb. Heer Albert Gansent genaemt Tengenagel tot den Camp, rentmeester van de geestelijke goederen der graeftschap Sutphen en Roeleff Lavinge tot Dalen als volmacht van de hoocg wel Edel geb. mevrouw Beatricxs van Steenwijck. Zij verklnren dat zij bij openbare uitmijning op 30 september 1681 hebben verkocht aan Jan en Hinderick Olde Coops tot Dalen 1/6 part van Olde Harmens arve tott Dalen in de Bente gelegen, dat gebruikt wordt door meijer Willem Olde Harmeus. Het geheel bestaat uit 1/6 part van huis, boft, gorens en camp Bouwlandt, waertal en hoihandt.

4.

 m 

Carst Huising, geb. voor 1650 te Gieten (zie Vf).

5.

 m 

Jan Eppinge Huising, geb. voor 1650 te Gieten, overl. op 3-12-1679 te Gieten.

6.

 v 

Roelofje Huising, begr. op 5-4-1673 te Groningen.
Tr.
Partner is Luityen Hamming, geb. circa 1615, zn. van Willem Hamming.


IVc Jonge Jan Huising, overl. voor 1671, zn. van Hinrich Huising (zie IIIb) en Jantje N.N.
Tr.
Partner is Lammechien Pietersdr. Schuiringe, overl. voor 1670.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Jantje Huising, geb. voor 1643, overl. na 1689.
Tr. kerk op 25-8-1661 te Wachtum.
Echtgenoot is Harm Buiting, geb. voor 1640, overl. voor 1680 te Buinen? Zn. van Arent Buiting, ette Oostermoer 1639-1658; gedeputeerde 1643-1657, en Anneken Huising.

2.

 v 

Geesje Huising, overl. voor 1704.
Tr. kerk (1) 1665.
Echtgenoot is Eilard Crul, schulte Dalen, Oosterhesselen -1672, overl. 1672, zn. van Arnold Crul, advocaat Drenthe, schulte Dalen, Oosterhesselen 1627-1652., en Catharina Nijhofs.
Tr. kerk (2) na 1675.
Echtgenoot is Lucas Hidding, overl. voor 1703, zn. van Hindrik Hidding, ette Rolde 1637-1658, en Lamme Smeenge.


Va Harm Huising, ette Zuidenveld 1674-1681, geb. circa 1630, overl. voor 1685, zn. van Johan Huising (zie IVa) en Margareta Epping.

Kind:

1.

 m 

Jan Huising, geb. voor 1652 (zie VIa).


Vb Lambert Huising, geb. voor 1640 te Wachtum? Overl. voor 1681, zn. van Johan Huising (zie IVa) en Margareta Epping.
Tr. kerk voor 1669.
Echtgenote is Margje Schuring, ged. voor 1649, dr. van Jan Schuring en Hilligje N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Roedolff Huising, ged. op 8-10-1665 te Coevorden.

2.

 m 

Lucas Huising, ette Zuidenveld 1698-1704, geb. op 2-3-1667, overl. voor 1704.

3.

 m 

Jan Huising, geb. circa 1668, overl. op 25-5-1705.

4.

 m 

Pieter Huising, geb. circa 1669 (zie VIb).

5.

 m 

Jan Huising, geb. circa 1670 (zie VIc).

6.

 v 

Johanna Huising, geb. circa 1680 te Wachtum, overl. op 2-8-1722 te Den Hof.
Tr. kerk op 10-12-1709 te Sleen.
Echtgenoot is Nicolaas Oosting, geb. op 29-12-1678 te Meppel, overl. op 9-6-1748 te Den Hof.

7.

 v 

Hillechien Lamberts Huising, geb. voor 1690.
Tr.
Partner is Lucas Coops, ette Zuidenveld 1695-1713, geb. circa 1665, overl. voor 1714, zn. van Hindrik Coops, ette Zuidenveld 1684-1695, en Geesje Epping.
Op 7 maart 1698 verschijnt voor Henricus Bottichius, schulte van Dalen en de keurnoten Pieter Abbringe en Jan Lambers, Willem Haecken, tegenwoordich tot Groningen woonachtich. Deze laatste verklaart van Ette Lucas Coops en zijn huisvrouw Hillechien Huisinge geleend te hebben 200 Carolus guldens tegen 5% rente jaarlijks. Als borgen stellen zich Reinder Haecken en Jan Haecken.
Voor de schulte van Coevorden, A. Stuirman en de keurnoten Willem Koops en Roelof Koops wordt op 20 juli 1714 door Henderick Bottichius, scholtes van Dalen, als hoofdmomber, en Ette Henderick Huisingh, Peter Huisingh, scholtes van Sleen en Johan Huising, als medemombaren, de eedsaflegging gedaan als momvers over de minderjarige kinderen Gesina, Margaretha en Henderick Koops, nagelatene kinderen van de Ed. Ette Lucas Coops en Vrouw Hillegjen Huising (Schultegerecht Coevorden, inv. nr. 11. fol 79vo).
 
Op 29 december 1714 verschijnen nogmaals voor de schulte van Coevorden de momber over de mnderjarige kinderen van wijlen Ette Lucas Koops en wijlen huisvrouw Hilligjen Huisinge. Zij treden nu op als mombers over Henderick en Grietje Koops. Tevens compareren namens de meerderjarige kinderen Henricus Huising uxoris nomine Willemtien Coops en Geesina Coops, bijgestaan door d´ Heere Drossard Echten tot Echten als haar verkozen momber. Overeengekomen wordt dat de olderlijke boedel zal tezamen blijven tot de monigheid van soon Henderick Coops en Grietjen Coops; uit de profijten van de boedel zullen kost en kleding van Henderick en Grietjen worden voldaan; het restant zal gelijkelijk worden verdeeld.
Soon Henderick krijgt het recht van afkoop van de gehele boedel na mansere bij diense meerderjarigheid. Voor uitsetting van de beide susters zullen de pupillen komen te trekken uit de gemene boedel 1.000 Car. glds. en daarvan de opkomsten genieten. Indien de uitsetting meer dan 1.000 Car. glds. bedraagt zal de soon bij de afkoop hierbij onbenadeeld blijven. Ten behoeve van het opbrengen van Henderick en Grietje Coops ontvangen zij tot hun 22 jarige leeftijd uit de moederlijke boedel 104 Car. glds (Schultegerecht Coevorden, inv. nr. 11 fol 80).
De welgesteldheid van Lucas Coops blijkt uit het register van de goedschatting van Dalen d.d. 4 juni 1705. De Ette Lucas Coops wordt aangeslagen voor een bedrag van f 1.000 en nog eens voor f 1.000 aan obligaties. Hij is daarme de hoogst aangeslagene voor het Ageterkamperot en behoort met schulte Bottichius en diens moeder (f 4.000), Berent Weggemans (f 2.100), de weduwe Huising (f 3.700) en Jan Hiddincks (f 1.600) tot de rijkst ingezetene van het kerpel Dalen.

8.

 m 

Jan Huising, overl. 1712.


Vc Roelof Huising, geb. voor 1643, overl. voor 1679, zn. van
Johan Huising (zie IVa) en Margareta Epping.
Tr. kerk op 6-11-1663 te Coevorden.
Echtgenote is Bouwe Wildriks, geb. voor 1644, overl. voor 1707.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Christiaan Huising, ged. op 24-8-1664 te Coevorden (zie VId).

2.

 m 

Ludolf Huising, ged. op 1-11-1668 te Coevorden, overl. 1697.

3.

 v 

Jantje Huising, ged. op 15-2-1671 te Coevorden, overl. voor 1700.
Otr. op 17-8-1689 te Groningen, tr. kerk op 4-9-1689 te Coevorden.
Echtgenoot is Lucas Allershof, medicus, geb. circa 1660 te Groningen, overl. voor 1700, zn. van Engelbert Allershof en Jantien Titsing.

4.

 m 

Jan Huising, ged. op 14-3-1675 te Coevorden.

5.

 m 

Gerrit Huising (zie VIe).


Vd Harm Huising, kerkvoogd te Gieten 1666, 1683; diaken 1681-1683, geb. circa 1625, overl. op 20-12-1692 te Gieten, zn. van
Hindrik Luitjens Huising (zie IVb) en Warmeltje Epping.
Harm Huising wordt genoemd in de haardstedenregisters van 1692 te Gieten met een vol erf. In 1693 is er spraken van de kinderen van Harmen Huising.
Tr. kerk na 1656 te Gieten.
Echtgenote is Lammegien Hilbing, geb. circa 1620 te Gasselte, overl. 1681 te Gieten, dr. van Johan Hilbing en Harmtje Hidding?

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Jantje Huising, geb. voor 1662, overl. na 1738.
Tr. kerk op 28-5-1682 te Gieten.
Echtgenoot is
Jan Huising (zie VIa).

2.

 m 

Hindrik Huising, geb. circa 1665 te Gieten (zie VIf).

3.

 v 

Catrina Huising, geb. voor 1666 te Gieten, overl. op 2-5-1719 te Gasselte.
Tr. kerk op 13-11-1698 te Gieten.
Echtgenoot is Jan Hilbing Hamming, brouwer, biertapper, schulte Gasselternijveen 1685-1717, ged. op 7-4-1656 te Gasselte, overl. op 27-12-1723 te Gasselte, begr. op 6-1-1724 te Gasselte, zn. van Pieter Hamming, ette Oostermoer 1647-1691, en Margje Hilbing.
Jan Hamminck wordt op 17-3-1685 aangesteld door Ridderschap en Eigenerfden aangesteld als schulte van Gasselternijveen. Hij was na Marisse Caspers de tweede schulte van Gasseltemijveen. Op 16-3-1717 bedankte hij als schulte, maar wordt op 24-3-1717 beëdigd als verwalter-schulte voor zijn minderjarige zoon.
[28]
Hij of zijn broer ondertekende in 1702 een verkoopakte als Jan Pieters Hamminck
[29], waarmee zijn patroniem vaststaat. Jan Hammick leende in 1723 samen met zijn zoon Hermannus Hamminck aan Hindrik Sikkens 600 gulden.[30]

Zegel Jan Hamming[31]

4.

 m 

Jan Huising, geb. voor 1667 te Gieten, overl. na 1706.

5.

 m 

Pieter Huising, geb. circa 1671 te Gieten (zie VIg).


Ve Lambert Epping Huising, geb. circa 1640 te Wachtum, begr. op 5-12-1679 te Gieten, zn. van
Hindrik Luitjens Huising (zie IVb) en Warmeltje Epping.
Tr.
Partner is Roelofje Nijenhuis, geb. voor 1643, overl. na 1714 te Gieten, dr. van Roelof Nijenhuis en Roelofje N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Hindrik Lamberts Huising, geb. circa 1664 (zie VIh).

2.

 m 

Jan Epping Huising, geb. voor 1666, overl. voor 1748 te Gieten.
Hij wordt aangenomen als lidmaat te Gieten d.d. 1-7-1716: "Jan Eppingh Huisinghe van Gieten". In de lidmatenlijst van 1718 wordt hij genoemd als "Jan Huisinghe".
In het haardstedenregister van 1742 wordt hij te Gieten aangeslagen voor 2 paarden. In 1749 wordt hij te Gieten genoemd.
[32]

3.

 v 

Roelofje Huising, geb. circa 1670 te Gieten, overl. op 1-6-1725 te Gasselte.
Tr.
Partner is Willem Hidding, geb. 1667 te Gasselte, overl. op 23-8-1739 te Gasselte, zn. van Jan Harms Hidding, landdagscomparant in 1673, en Roelofje Hidding.

4.

 m 

Lambert Epping, overl. voor 1750 te Gieten?

5.

 v 

Hindrikje Huising, overl. op 12-10-1693 te Gasselte.
Tr. kerk op 13-9-1689 te Gieten.
Echtgenoot is Roelof Hidding, ette Oostermoer 1713-1734, ged. op 26-4-1657 te Gasselte, overl. op 3-8-1734 te Gasselte, zn. van Laurens Hidding en Grietje Hilbing.
Hij wordt op 21-11-1713 benoemd als ette voor Oostermoer in plaats van Willem Old-Eijtinge.
[33]


Vf Carst Huising, geb. voor 1650 te Gieten, overl. op 28-3-1685 te Gieten, zn. van
Hindrik Luitjens Huising (zie IVb) en Warmeltje Epping.
Jacob Ottens en Jantien lenen op 8-12-1682 1000 gulden van Carst Huising en Wibbechien Mensing. Daarop wordt 500 gulden betaald in 1695 volgens verklaring van Jan Huising, zoon van Carst Huising.
[34]
De weduwe van Carst Huisinge wordt in de haardstedenregisters van Gieten voor vol aangeslagen in 1692, 1693 en 1694.
Op 12-11-1695 zijn Wibbechjen Mensinge weduwe Carst Huisinge voor zich en haar minderjarige kinderen, de solliciteur Hendrick Husinge, de ette Hendrick Husinge, te samen woonachtig te Gieten eisers tegen Cornelis van Holle. De verweerder zou een eikebom gekapt hebben die van eisers is. Volgens de verweerder was Wibbechjen niet op de goorsprake verschenen, en hadden de Husinge´s geen recht van de andere kinderen. De eiser krijgen ongelijk, maar mogen wel een nieuwe zaak indienen.
[35]
Tr. kerk op 24-9-1671 te Gasselte.
Echtgenote is Wubbigje Mensing, geb. circa 1640, overl. na 1702, dr. van Barelt Mensing en Adelheit Aling.
De mombers en voogden van Wibbegijen Mensen, dochter van wijlen Bartolt Mensinge verzoeken aan de Etstoel om goedkeuring van een accoord tussen hun en Grietijen Otten, weduwe van wijlen Lambert Mensen op 18-6-1667.
[36]
Wubbigje wordt aangenomen als lidmaat te Gieten op 18-06-1680.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Hindrik Carst Huising, geb. circa 1675 te Gieten (zie VIi).

2.

 m 

Jan Huising, geb. circa 1675 te Gieten (zie VIj).

3.

 v 

Jantijn Huising, geb. circa 1675 te Gieten, overl. circa 1703 te Gieten.

4.

 m 

Barelt Mensinge Huising, geb. te Gieten, ged. op 13-6-1682 te Gieten, overl. op 18-8-1682 te Gieten.

5.

 v 

Jantje Huising, geb. op 8-11-1683 te Gieten, ged. op 11-11-1683 te Gieten, overl. na 1734.
Tr. kerk op 20-8-1712 te Groningen.
Echtgenoot is Wilhelmus Costerus, hopman, ged. op 15-3-1663 te Groningen, overl. 1737, zn. van Albertus Costerus en Alberdina Drews.


VIa Jan Huising, ette Zuidenveld 1681-1696; solliciteur, geb. voor 1652, overl. 1696, zn. van
Harm Huising (zie Va).
Op 25 2 1681 verzoekt Harm Huisinge, ette voor het Zuidenveld, dat vanwege zijn zwakke gezondheid en slechte gehoor zijn zoon Jan Huisinge in zijn plaats mag worden gesteld, hetgeen wordt toegestaan.
[37]
Tr. kerk op 28-5-1682 te Gieten.
Echtgenote is
Jantje Huising, geb. voor 1662, overl. na 1738, dr. van Harm Huising (zie Vd) en Lammegien Hilbing.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Harm Huising, geb. 1684 te Wachtum, overl. -3-1735.

2.

 m 

Jan Huising, geb. circa 1685 te Wachtum.

3.

 m 

Henricus Huising, geb. op 2-4-1685 te Wachtum (zie VIIa).

4.

 v 

Maria Huising, geb. circa 1690 te Wachtum, overl. op 4-6-1740 te Gasselte, begr. op 16-6-1740 te Gasselte.
Tr. kerk (1) op 8-6-1721 te Gasselte.
Echtgenoot is Harmannus Hamming, schulte Gasselternijveen 1717-1730, geb. circa 1701 te Gasselte, overl. op 18-1-1730 te Gasselte, begr. op 31-1-1730 te Gasselte, zn. van
Jan Hilbing Hamming, brouwer, biertapper, schulte Gasselternijveen 1685-1717, en Catrina Huising.
Harmannus Hamminck wordt in 1717 opvolger van zijn vader Jan Hamminck als schulte van Gasselternijveen. Hij was echter nog minderjarig, zodat Jan Hamminck eerst nog als verwalter (plaatsvervanger) aanblijft. Na Harmannus´ meerderjarigheid in 1721 wordt hij zelfstandig schulte. Hij sterft echter al in 1730. Zijn weduwe hertrouwt met Tjitse Wittinck, die van 1733-1749 als verwalter-schulte optreedt voor zijn stiefzoon Jan Hamminck.
Tr. kerk (2) op 6-12-1733 te Gasselte.
Echtgenoot is Tjitse Wittinck, schulte Gasselternijveen 1733-1749 brouwer Wildervank -1731, geb. circa 1700.


VIb Pieter Huising, schulte Sleen 1701-1718, geb. circa 1669, overl. 1717, zn. van
Lambert Huising (zie Vb) en Margje Schuring.
Tr. kerk op 3-4-1702.
Echtgenote is Eufemia Mechteld Schierbeek, geb. circa 1665, overl. op 26-1-1780 te Groningen, dr. van Herman Schierbeek, schulte Sleen 1648-1694, en N. N.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Margaretha Huising, ged. 1701 te Sleen.

2.

 m 

Hermannus Huising, schulte Sleen 1718-1732, geb. 1703 te Sleen, overl. 1732 te Sleen.

3.

 m 

Lambert Ludolf Huising, schulte Sleen 1732-1772; molenaar; ette Zuidenveld 1729-1732, geb. 1708 te Sleen, overl. op 25-2-1772 te Zuid-Sleen.


VIc Jan Huising, ette voor Zuidenveld 1714-1716, geb. circa 1670, zn. van
Lambert Huising (zie Vb) en Margje Schuring.
Tr. kerk op 21-9-1710.
Echtgenote is Aaltje Hidding, geb. circa 1685, dr. van Willem Hidding en N.N. van Cuyck.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Maria Huising, geb. circa 1715 te Wachtum.
Tr. kerk op 7-11-1736 te Dalen.
Echtgenoot is Jan ten Holte, geb. circa 1700 te Wachtum, overl. circa 1768 te Wachtum.


VId Christiaan Huising, ged. op 24-8-1664 te Coevorden, overl. 1693, zn. van
Roelof Huising (zie Vc) en Bouwe Wildriks.
Tr. kerk -1-1689 te Dalen.
Echtgenote is Gesina Allershof, ged. op 22-10-1669 te Groningen, overl. na 1707, dr. van
Engelbert Allershof en Jantien Titsing.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Rudolf Jan Huising, ged. op 30-8-1691 te Groningen (zie VIIb).

2.

 v 

Christina Margaretha Huising, ged. op 26-9-1693 te Groningen.


VIe Gerrit Huising, overl. voor 1732, zn. van
Roelof Huising (zie Vc) en Bouwe Wildriks.
In 1715 procedeert Gerrit Huising namens de kinderen van +Hindrik Hepping over de erfscheiding met #126. Eigenaren zijn daarvan dan Jantje Huising en haar zoons Harm Huising, Hindrik (=Hindricus Huising) en Jan Huising.
Tr. kerk (1) op 17-5-1692 te Kropswolde.
Echtgenote is Jantje Eising, geb. circa 1665 te Wachtum, overl. na 1719, dr. van Frederik Eising en Eemtje N.N.
Tr. kerk (2) na 1719.
Echtgenote is Geertruid Waldriks, overl. na 1732.

Uit het eerste huwelijk:

1.

 v 

Bouwina Johanna Huising, geb. te Odoorn.
Tr.
Partner is
Rudolf Jan Huising (zie VIIb).

2.

 m 

Rudolphus Huising, overl. op 13-12-1743 te Assen.


VIf Hindrik Huising, ette Oostermoer 1694-1721, geb. circa 1665 te Gieten, overl. 1722, zn. van
Harm Huising (zie Vd) en Lammegien Hilbing.
Hij wordt genoemd op de lidmatenlijst van 1718 te Gieten: ette Hindrick Harms Huisinghe.
In het haardstedenregister van Gieten wordt hij aangeslagen voor een vol erf en als ette.
Ette Hendrick Huisinge te Gieten, solliciteur Hendrick Huisinge te Gieten voor henzelf en namens Wibbechjen Mensinge, weduwe van Carst Husinge, Roeloffjen Nijenhuis, weduwe van Lambert Eppinge voor haar en haar minderjarige kinderen en Jan Huisinge zijn op 8-6-1696 eisers tegen Cornelis van Holle. Het betreft een geschil over het onrechtmatig kappen van een eikenboom op de Hese, eigendom van de eisers,
[38]
Tr. kerk op 25-9-1698 te Gasselte.
Echtgenote is Johanna Hilbing, geb. op 5-8-1675 te Gasselte, ged. op 8-8-1675 te Gasselte, overl. voor 1705 te Gasselte, dr. van Jan Hilbing, ette Oostermoer 1694-1709, en Frerikje Buining.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Lammigje Huising, geb. 1703 te Gieten, overl. op 9-11-1764 te Zwinderen.
Tr. kerk circa 1723.
Echtgenoot is Tymen Oldenhuis, schulte Dalen 1722-1734, geb. circa 1700 te Zwinderen, overl. op 9-1-1734 te Zwinderen, zn. van Jan Tijmens Oldenhuis en Geessien Olde Eitinge.

2.

 m 

Lucas Lubbertus Huising, overl. voor 1755.


VIg Pieter Huising, ette Oostermoer 1723-1738; diaken te Gieten 1713-1715, geb. circa 1671 te Gieten, overl. voor 1739, zn. van
Harm Huising (zie Vd) en Lammegien Hilbing.
Pieter Huising is markegenoot Gieten in 1702; lidmaat te Gieten 1705, vermeld te Bonnen 1706 en 1732.
[39]
Op 21-6-1707 klaagt Elisabeth van Holle, weduwe van Otto Ottens en haar zoon Claas Ottens tegen Pieter Huising van Bonnen wegens het verplaatsen van scheidspalen.
[40]
Ette Hendrik Huising voor hem en zijn broeder Peter Huising en dr. Steenbergen als volmacht van Elisabeth Wildervank, weduwe Hidding voor haar en haar minderjarige zoon zijn op 12-6-1708 eisers tegen Harmen Tamelte voor hem en zijn dochters. De eisers willen betaling van 149 gulden wegens restant kooppenningen.
[41]
Op 14-7-1722 klaagt Peter Huisingh te Bonnen tegen Lucas Berents Elinge te Gasselte. De verweerder zou hem ten huize van schulte Hammink hebben aangevallen en gebeten. Lucas ontkent.
[42]
Op 1-12-1722 wordt hij in plaats van zijn overleden broer Henderik Harms Huisingh tot ette benoemd.
[43] Op 24-11-1739 is hij overleden en wordt hij opgevolgd door Claas Tamming.[44]
Hij is overleden voor 24-11-1739.
[45] Hij was kinderloos, en laat 12.500 gulden na.
Tr. kerk voor 1739.
Echtgenote is Willemtje Hindriks Hogenesch, geb. circa 1715, overl. na 1784, dr. van Hindrik Jans Hogenesch, koster, schoolmeester te Gieten 1688-1735, en Geesje Udding.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

N.N. Huising, ged. op 27-9-1739 te Gieten, overl. op 27-9-1739 te Gieten.


VIh Hindrik Lamberts Huising, ette Oostermoer 1709-1723, geb. circa 1664, zn. van
Lambert Epping Huising (zie Ve) en Roelofje Nijenhuis.
Hij wordt in het haardstedenregister te Gieten van 1692, 1693 en 1694 aangeslagen voor 5 (een vol erf en als solliciteur).
Hij is momber over de kinderen van Luitje Abbring en Sophia Hidding. Volgens een getuigenverklaring is hij 30 jaar oud in 1694.
[46]
Op de lidmatenlijst van 1718 van Gieten komen voor: ette Hindrik Lamberts Huisinghe, Willemtijn Hiddinghe, sijn huisvrouw".
De ette Hindrik Lamberts Huising en zijn vrouw lenen op 5-5-1721 aan H.J. Ellents 700 gulden uit
[47], en op 20-8-1722 nogmaals 1500 gulden.[48]
Tr. kerk op 21-9-1690 te Gasselte.
Echtgenote is Willemtien Hidding, geb. 1669 te Gasselte, dr. van
Jan Harms Hidding, landdagscomparant in 1673, en Roelofje Hidding.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Lambert Huising, ged. op 26-7-1691 te Gieten (zie VIIc).

2.

 v 

Lammigje Huising, geb. circa 1693 te Gieten, overl. voor 1731 te Gieten.
Lammigje Huising wordt aagenomen als lidmaat te Gieten in 1713.
Tr. kerk circa 1715 te Gieten.
Echtgenoot is Jan Geerts Braams, geb. circa 1695 te Bonnen, overl. na 1774, zn. van Geert Geerts ten Braamse en Lutgertje Jans.
Jan Geerts wordt samen met Claas Jans en Egbertien Elinge genoemd te Bonnen in 1749.
[49] Hij wordt als vol boer en herbergier in de haardstedenregisters van 1742, 1754, 1764 en 1774 te Bonnen vermeld.
Op 26-11-1731 zijn de mombers over de minderjarige dochter van Jan Geerts en wijlen Lammina Huising: Harmen Hidding te Zuidlaren (hoofdmomber) en Jan Aling te Gasselte van vaderszijde en Hindrik Jansen en Berent Harmens aan moederszijde. Zeer waarschijnlijk is hier vaderszijde en moederszijde verwisseld, aangezien de hoofdmomber bijna altijd van de kant van de overledene kwam, en Hidding/Aling familie waren van Lammina Huising. Jan Geerts hertrouwt met Jantien Tonnis van Bonnen.
[50]
Jan Tonnis en Roelf Tonnis, wonende te Bonnen, kopen op 19-1-1750 hun zwager Jan Geerts wegens zijn overleden vrouw Jantien Tonnis uit voor het vaderlijk en moederlijk deel voor een bedrag van 1100 gulden.
[51]
Jan Tonnis, Roelof Tonnis lenen op 2-5-1753 172 gulden van hun zwager Jan Geerts en kinderen wegens een obligatie van wijlen Pieter Huising van 45 gulden en mede wegens wegens 3 jaar rente van afkooppenningen. De akte wordt ook ondertekent door Jan Dekens.
[52]
Jan Geerts van Bonnen leent op 25-8-1770 800 gulden van Abel Harders van Anreep.
[53]

3.

 v 

Roelofje Huising, geb. circa 1705 te Gieten, overl. op 16-7-1784 te Gasselte.
Tr. kerk op 20-9-1724 te Gasselte.
Echtgenoot is Jan Aling, schulte van Borger en Gasselte; ette voor het Oostermoer 1771-1782, ged. op 24-6-1702 te Roden, overl. op 28-4-1784 te Gasselte, zn. van Albert Aling, ette Oostermoer 1711-1728, en Willemtje Meijering.
Jan Aling werd al op de jeugdige leeftijd van 17 jaar op 19 maart 1720 benoemd tot schulte van Gasselte-Borger. Hij zou deze functie bijna 50 jaar tot 1769 vervullen. Vanaf 1759 was hij tevens schulte van Gasselternijveen. Hij was daarmee de eerste Alingh in de reeks schultes van Gasselte en Borger. Zijn oudste zoon Hendrik Alingh werd op 14-jarige leeftijd benoemd tot schulte van Roden.
Zijn tweede zoon Albert Alingh en diens zoon Jan Alingh zouden hem in Gasselte opvolgen en een andere kleinzoon Jan Alingh zou burgemeester van Borger worden. Na het beëindigen van het ambt van schulte was Alingh van 1771 tot 1782 ette van het dingspel Oostermoer.


Graf Jan Aling[55]

`.


VIi Hindrik Carst Huising, geb. circa 1675 te Gieten, overl. 1722 te Gieten, zn. van
Carst Huising (zie Vf) en Wubbigje Mensing.
Lidmatenlijst 1718 Gieten: Hindrick Carsen Huisinghe, Grietijn Hiddinghe anders Huisinghe, sijn huisvrouw.
Op 22-8-1736 wordt er een momberrekening opgemaakt over de dochter (R.) van wijlen H.C. Huising en Grietje Hidding, door hopman Wilhelmus Costerus als hoofdmomber en Pieter Huising en Jan Weggemans als medemombers.
SP266 Deel 3 Folio 310 dd. 17-6-1738 Momberrekening
Ouders:H.C. Huising en Grietje Huising Hidding
Kinderen:dochter
h.m.:Wilhelmus Costerus, overleden (zijn zoon Dominus Costerus, predikant te Gieten maakt de momberrekening op).
m.m.:Pieter Huising; Jan Weggemans
.
Tr. op 22-8-1716.
Echtgenote is Grietje Hidding, ged. 1692 te Wachtum, overl. op 6-7-1730 te Yhorst, dr. van
Willem Hidding en N.N. van Cuyck.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Carst Huising, geb. te Gieten, ged. op 15-5-1718 te Gieten, overl. 1720 te Gieten.

2.

 v 

Roelina Huising, geb. op 31-8-1719 te Gieten, ged. op 6-9-1719 te Gieten, overl. op 20-10-1798 te Groningen.
Tr. kerk op 4-10-1741 te Sleen.
Echtgenoot is Hendericus Verschuir, predikant Sleen, ged. op 18-1-1702 te Groningen, overl. op 6-3-1766 te Sleen, zn. van Johannes Verschuir, schoolmeester, predikant, en Amarentia Termaet.
Folio 114-9-1741
Gebeurtenis:Momberbenoeming en inventaris, huwelijkscontract
Ouders:Hindericus Verschuir, predikant van Sleen en wijlen Margaretha Forsten
Plaats:Sleen
Hoofdmomber:oud wedman van Wildervank J.H. Forsten
Medemombers:drs. Petrus Galema, predikant te Nieuwe Pekela, H. Forsten te Wildervank, Bernardus verschuir te Groningen
Namen kinderen:twee kinderen
Andere namen:A. Verschuir
Bijzonderheden:bij het huwelijscontract van Hindericus Verschuir en Roelina Huijsing zijn de getuigen voor de bruidegom oudwedman J.H. Forsten als schoonvader en hoofdmomber, Bernadrus Verschuir en doctor H. Frorsten als medemombers over de zonen van de bruidegom. Voor de bruid dr. Nicolaas Oostingh als stiefvader, Jan ten Holte als hoofdmomber, Jan Weggemans en schulte Jan Aling en Hindericus Hidding als medemombers over de bruid.

3.

 m 

Carst Huising, ged. op 19-11-1721 te Gieten, overl. voor 1724 te Gieten.


VIj Jan Huising, ette Zuidenveld 1714-1716, geb. circa 1675 te Gieten, overl. 1716 te Erm, zn. van
Carst Huising (zie Vf) en Wubbigje Mensing.
Tr.
Partner is Trijntje Warming, geb. circa 1681, overl. op 10-3-1777 te Erm, dr. van Luichje Warming en Lammigje Strabbing.
Bij overlijden 96 jaar.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Jan Huising, ged. op 29-1-1702 te Sleen.

2.

 v 

Wubbina Huising, overl. voor 1734.


VIIa Henricus Huising, diaken Dalen 1714, geb. op 2-4-1685 te Wachtum, overl. voor 1754, zn. van
Jan Huising (zie VIa) en Jantje Huising.
Woont te Wachtum in 1742 en 1748.
Tr. kerk voor 1715.
Echtgenote is Willemina Coops, geb. voor 1695, overl. voor 1754, dr. van
Lucas Coops, ette Zuidenveld 1695-1713, en Hillechien Lamberts Huising.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Hillegonda Huising, geb. circa 1720, overl. op 6-8-1764 te Wachtum.
Tr. kerk 1754.
Echtgenoot is Rijk Hajo Ridder, geb. circa 1720.

2.

 m 

Jan Huising, ged. op 6-10-1720 te Dalen, overl. 1724.

3.

 v 

Geesje Huising, ged. op 20-9-1723 te Dalen, overl. op 8-11-1780 te Wachtum.
Tr. kerk op 18-6-1754 te Assen.
Echtgenoot is Henricus Oosting, advocaat te Assen; landdagscomparant 1750, 1779, schulte van Sleen 1788, ged. op 24-7-1718 te Yhorst, overl. op 7-2-1793 te Wachtum, zn. van
Nicolaas Oosting en Johanna Huising.

4.

 m 

Jan Huising, ged. op 10-8-1727 te Dalen (zie VIII).

5.

 m 

Lucas Huising, ged. op 7-6-1733 te Dalen, overl. op 13-2-1773 te Meppel.

6.

 v 

Lammina Huising.

7.

 v 

Maria Huising.
Tr. kerk (1) op 12-11-1752 te Dalen.
Echtgenoot is Isaac (ds.) Westerlo, predikant te Oosterhesselen en Kantens, geb. 1708 te Oldenzaal, overl. 1766 te Denekamp.
Tr. kerk (2) 1769 te Denekamp?
Echtgenoot is Roelof Marissen, ette Zuidenveld 1745-1782, geb. te Diphoorn, ged. 4-1709 te Sleen, overl. te Diphoorn, begr. op 20-1-1783 te Sleen, zn. van Berent Marissen en Annigje Kamping.


VIIb Rudolf Jan Huising, ged. op 30-8-1691 te Groningen, zn. van
Christiaan Huising (zie VId) en Gesina Allershof.
SP 42 Deel 1 Folio 49
Datum: 24-8-1734
Momberrekening
Ouders: wijlen R.J. Huising en Bouwina Huising
Kinderen: 2 kinderen
h.m.: Fredericus Hepping
m.m.: G. Wilderik; oude ette Huising; Jan Hepping
Bijzonderheden:
Er is sprake van een neef Wilderik.
SP 42 Deel 1 Folio 82
Datum: 12-12-1737
Momberrekening
Ouders: wijlen Roelof Jan Huising en Bouwina Huising
Kinderen: 2 kinderen
h.m.: Fredericus Hepping
m.m.: G. Wilderik; oude ette Jan Huising; Jan Hepping
Deel 1 Folio 92
Datum: 18-9-1736
Momberrekening
Ouders: wijlen Eilardus Reinders, pred. te Dalen
Kinderen: Johanna Reinders
h.m.: L. Schucking
m.m.:
Bijzonderheden:
Johanna wordt de nicht van L. Schucking genoemd.
Er is sprake van broer Huising en zuster Huising te Wachtum, neef Westerlo, broer Warning, neef Albertus Scholten te Rolde, neef Hardenberg, neef Reinders te Rolde, zuster Warning. Johanna is in de kost geweest bij haar broer en zuster Westerlo te Cantens.

Tr.
Partner is
Bouwina Johanna Huising, geb. te Odoorn, dr. van Gerrit Huising (zie VIe) en Jantje Eising.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Johanna Roelina Huising, ged. op 1-1-1728 te Dalen.
Tr. kerk op 19-1-1752 te Coevorden.
Echtgenoot is Lourens Wispelwey, vaandrig in het regt. Oranje-Drenthe. Ged. op 20-8-1713 te Coevorden.

2.

 m 

Christiaan Huising, overl. circa 1747.


VIIc Lambert Huising, ette Oostermoer 1725-1733, ged. op 26-7-1691 te Gieten, begr. op 11-6-1734 te Gieten, zn. van
Hindrik Lamberts Huising (zie VIh) en Willemtien Hidding.
Op 12-4-1737 worden er mombers aangezworen en een inventaris gemaakt voor de kinderen van wijlen ette Lambert Huising en Jantje Cluiving. De hoofdmomber is schulte Jan Aling van Gasselte, de medemombers zijn ette Barelt Homan; Harmen Hidding; Reinder Cluiving. In de akte staat dat de schoonmoeder van Jan Aling Willemtje Hidding, en dat de grootmoeder van de pupillen Willemtje Hidding is. Er is een obligatie aan Lammina Jansen, huisvrouw van Lucas Mensing. De hoofdmomber Jan Aling krijgt uit de mandelig boedel 2500 gulden, evenals de huisvrouw van Lucas Mensing van Zweeloo.
[56]
In 1748 worden er weer mombers benoemd over de kinderen Jeigje Huising en Dina Huising. De hoofdmomber is schulte Jan Aling van Gasselte, de medemomber is schulte Jan Homan van Eext. Medemomber Reinder Cluiving van Noordlaren is overleden. De weduwe van ette H. Huising is overleden. Jan Epping Huising is ook onlangs te Gieten overleden. Jan Aling was niet afgekocht van de ouderlijke boedel van zijn vrouw, en is voor 1/7 deel erfgenaam van Jan Epping Huising, evenals de pupillen. Jan Homan wordt ontslagen als momber. Als nieuwe mombers worden aangenomen Barnier Homan van Eext als hoofdmomber, ette Jan Buiting van Eelde en de gezworene Lucas Hamming van de Punt.
[57]
Tr. kerk (1) voor 1724.
Echtgenote is Willemtje Meijers, geb. circa 1690 te Bonnen, overl. voor 1729, dr. van Reinder Meijers en Jantje Meursing.
Op 5-8-1729 geven Jan Meijers te Gieten en Jan Julsinge te Eext de erfenis van hun nicht Willemtjen Meijers aan van 5500 gulden. Daarvan moeten zij wegens de morgengave aan ette Lambert Huising 1500 gulden betallen.
[58]
Tr. kerk (2) na 1725.
Echtgenote is Jantje Cluiving, geb. circa 1705 te Eelde, overl. op 10-1-1745 te Gieten, dr. van Otto Cluiving en Jeigje Homan.

Uit het tweede huwelijk:

1.

 v 

Jeigje Huising, geb. circa 1731 te Gieten, overl. 1805 te Gasselternijveen.
Zij komt op 25-12-1758 naar Gasselte met attestatie van Gieten.
Tr. kerk op 8-11-1758 te Gasselte.
Echtgenoot is Albert Aling, schulte Gasselte, Borger 1769-1809, ged. op 13-3-1729 te Gasselte, overl. op 25-2-1810 te Gasselte, begr. op 2-3-1810 te Gasselte, zn. van
Jan Aling, schulte van Borger en Gasselte; ette voor het Oostermoer 1771-1782, en Roelofje Huising.

Wapen Albert Aling[59]


Wapen: gevierendeeld: I en IV drie zespuntige sterren; I1 en I11 drie larixtakken paalsgewijs naast elkaar, elk met een vrucht of knopje in de
top. Gekroonde helm. Helmteken: een zespuntige ster.

2.

 m 

Hindrik Lamberts Huising, landbouwer, geb. te Gieten, ged. op 1-2-1733 te Gieten, overl. na 1807.
Hij wordt in de haardstedenregisters te Gieten genoemd met 2 paarden in 1754, 1764, 1774, 1784 en 1794 en in 1804 met 1. In 1797 wordt hij te Gieten genoemd op huisno. 22: 66 jaar oud, landbouwer, ongehuwd.[60] In 1807 wordt hij te Gieten genoemd op huisno. 21 en 22.[61]

3.

 v 

Lambertina Huising, geb. te Gieten, ged. op 10-10-1734 te Gieten, overl. 1792 te Gieten?


VIII Jan Huising, ged. op 10-8-1727 te Dalen, zn. van Henricus Huising (zie VIIa) en Willemina Coops.
Tr. kerk op 19-11-1752 te Dalen.
Echtgenote is Lammigje Luin, ged. op 3-2-1732 te Dalen, dr. van Harm Luin en Margje Rosing.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Willemina Huising, ged. op 3-2-1754 te Dalen, overl. op 1-1-1796 te Coevorden.

2.

 m 

Hindricus Huising, ged. op 28-11-1756 te Dalen.

3.

 m 

Harm Huising, ged. op 14-1-1759 te Dalen.



E-mail

 



[1] Goorspraken 1563-1565 pg. 184 d.d. 12-7-1564

[2] Goorspraken 1572-1577 pg. 123 d.d. 18-3-1574

[3] Goorspraken 1583-1589 pg. 53 d.d. 1-7-1586

[4] Res. Drost en Ged.

[5] Res. Drost en Ged

[6] Act. Prov. Synoden d.d. 18-4-1608

[7] OSA 621

[8] Etstoel 14 deel 2 folio 31 d.d. 18-10-1610

[9] Grondschattingen Dalen

[10] Leenprotocollen Overijssel OC3 folio 61v

[11] Goorspraken 1598-1602 pg. 144 d.d. 24-7-1600

[12] NDVA 1892 pg. 194

[13] Versl. Arch 1924 pg. 568

[14] Grondschatting d.d. 20-3-1654

[15] Schultenprotocol 5, schuldbekentenis d.d. 10-5-1647, geregistreerd 9-9-1671

[16] Etstoel 14 deel 10 folio 87 d.d. 11-6-1638

[17] Piccardt, Annales Drenthia, pg. 256

[18] Schultenprotocol 2 Coevorden

[19] Leenprotocollen Overijssel OE folio 397

[20] Schultenprotocol 5 Coevorden

[21] Schultenprotocol 38 folio 33 d.d. 28-3-1678

[22] Schultenprotocol Anloo, folio 22 d.d. 26-2-1634

[23] Prot. gen. penningen, deel 1 pg. 82

[24] Resoluties Drost en gedeputeerden

[25] Etstoel 14 deel 12 foloi 350 d.d. 4-11-1646

[26] Etstoel 14 deel 12 folio 396 d.d. 4-11-1646

[27] Schultenprotocol 38 deel 1 folio 3v d.d. 13-6-1657

[28] Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1902, Iets over het schultambt in Drenthe en de schulten van 1600-1795, pg. 129

[29] Familie Archief Veltman inv. no. 21

[30] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 22 d.d. 12-7-1723

[31] Drents Genealogisch Jaarboek 2001

[32] OSA 1110

[33] Etstoel 14 deel 39 folio 49 d.d. 21-11-1713

[34] Schultenprotocol 264 deel 2 folio 24 d.d. 8-12-1682

[35] Etstoel 14 deel 31 folio 160v d.d. 12-11-1695

[36] Etstoel 14 deel 20 folio 348 d.d. 18-6-1667

[37] Etstoel 14 deel 24 folio 314 d.d. 25-5-1681

[38] Etstoel 14 deel 32 folio 23 d.d. 8-6-1696

[39] Schulteprotocol Anloo 3de C, fol 323

[40] Etstoel 14 deel 37 folio 360 d.d. 21-6-1707

[41] Etstoel 14 deel 38 folio 10 d.d. 12-6-1708

[42] Etstoel 14 deel 41 folio 138 d.d. 14-7-1722

[43] Etstoel 14 deel 41 folio 177v d.d. 1-12-1722

[44] Etstoel 14 deel 46 folio 105 d.d. 24-11-1739

[45] Archief Mensinge

[46] GrA Gerecht Selwerd, inv. no. 124 d.d. 15-6-1694

[47] Etstoel 14 deel 264 deel 3 folio 377 d.d. 5-5-1721

[48] Etstoel 14 deel 264 deel 3 folio 377 d.d. 20-8-1722

[49] OSA 1110

[50] Schultenprocotol 266 deel 2 folio 367 d.d. 26-11-1731

[51] Schultenprocotol 264 deel 4 folio 509 d.d. 19-1-1750

[52] Schultenprocotol 264 deel 4 folio 510 d.d. 2-5-1753

[53] Schultenprocotol 264 deel 5 folio 414 d.d. 25-8-1770

[55] Wikipedia

[56] Schultenprotocol 266 deel 4 folio 66 d.d. 12-4-1737

[57] Schultenprotocol 266 deel 5 folio 303 d.d. 17-4-1748

[58] OSA 1785 pg. 2634

[59] Drents Genealogisch Jaarboek 2001 pg. 116

[60] OSA 1383

[61] OSA 1513