drent2.gif (4653 bytes)home.gif (4432 bytes)Genealogie MEURSING

laatste update: 1-10-2017


Voor deze genealogie zijn o.a. de volgende bronnen gebruikt:

Genealogie Meursing, Mr. A.H. Stikker, 1958

Drents Genealogisch jaarboek 1999, Parenteel Albert Meursing en Marchien Bavingh, J.R. Smit



 

 

 

I Johan Moersinge, geb. circa 1510 te Gieten.
Op 15-4-1573 heeft Johan Moersinge een geschil met Hindrik Spoldes over het gebruik van land.[1]
Op 15-3-1574 klaagt Hindrick Spoldes over de Hamminge en Moersinge te Eext dat deze onterecht hout weggehaald hebben.[2]
Op 19-3-1576 hebben Johan Moersinge en consorten een geschil mat Warmolt Hovinge. De eisers willen de penningen terug die Warmolt voor hun heeft ontvangen uit handen van Gebbe Hamminge.[3]
Op 10-8-1578 is er een geschil tussen Lambert Eppinge, zoon van Johan Eppinge en zijn vrouw, en Willem, Heyno, Hindrik en Jan Meursing, de zwagers van Lambert, over de erfenis van Gebbe Hamminge, Jacob Huisinge en Jan Meursing. Scheidslieden aan de kant van Lambert Eppinge zijn Arent Pepping en Johan Hoving. De scheidslieden aan de andere kant zijn Harm Hamminge en Hindrik Schene.[4]
Op 21-11-1582 is er een verdrag tussen Lambert Eppinge en zijn dedingsmannen Ludolf Alinge en Johan Hoving aan de ene kant, en Willem Meursing en zijn broer Hindrik Meursing over de erfenis van zalige Heyno en Johan Meursing.

Kinderen:

1.

 m 

Willem Moersinge, geb. circa 1530 te Gieten (zie II).

2.

 v 

Gese Moersinge, geb. circa 1550 te Gieten, overl. na 1609 te Gieten.
Tr. kerk voor 1578.
Echtgenoot is Lambert Johans Epping, ette Oostermoer 1609; kerkvoogd, geb. circa 1550 te Gieten, zn. van Johan Epping.
In 1578 heeft Lambert Eppinge een geschil met Harmen Hamminge en Johan Campinge.[5]
Lambert Eppinge en zijn vrouw enerzijds, Willem, Heyno, Henrick en Johan Moersinge anderzijds, verdelen de erfenis van Ghebbe Hamminge, Jacob Huisinge en Johan Moersinge in 1578. In 1582 regelen Lambert Eppinge enerzijds en Willem en Henrick Moersinge anderzijds met hun scheidsrechters het geschil betreffende de erfenis van de overleden broers Heyno en Johan Moersinge.
In 1583 draagt Gese Sloits over aan Lambert Eppinge en zijn vrouw Gese een akker en hooiland te Anloo. De kinderen van wijlen Harmen Smijt en zijn vrouw Hille dargenin 1585 over aan Lambert Eppinge en zijn vrouw Gese te Gieten het door Harmen en Hille nagelaten huis, hof en toebehoren in de marke van Gieten.
In 1587 wordt Lambert Eppinge als buur te Gieten genoemd.[6]
Op 18-5-1590 ondertekent Lambert Eppinge met de overige eigenerfden van Gieten de bepalingen betreffende het hakken van hout. Onder de eigenerfden is ook Johan Eppinge, mogeljk een broer van Lambert. Verder zet Hendrick Huysinge zijn handmerk ´van weegens Lambert Eppinge, op ´t Veen, syn lanther´. Tijdens de goorspraak van 5 maart 1595 tho Ahnlo treedt op "Lambert Eppinge als vulmacht van Butinck ende Geerdt Friese, laet wweder eiccschen alsodanich stro, etc., is vertuiget up bewijs ofte een unrechte esschinge, anders Jan Sickinge in een misbruick".
Op 15-6-1596 wordt tijdens de goorspraak te Sleen recht gesproken in de volgende zaak: "Arent Peppinck een unrechte esschinge gedaan an Lambert Eppinge, des heren drostenschrijver ontvangen 1 goudgulden". Tijdens dezelfde goorspraak komt aan de orde" "Lambert Eppingen laet Hindrick Bebinck genoechsame leverantie ende handrvienge (= handvrede, een door handslag bekrachtigde vrede tussen twee strijdende partijen) afesschen, is vertuiget Hindrick up bewijs ofte een unrechte esschinge".
Tijdens de goorspraak te Sleen op 30-6-1596 speelt een geschil tussen de erfgenamen van wijlen Johan Claess en Lambert Eppinge: "Die erffgenamen van zaliger Johan Claess hebbenn gerichtlicken laten esschen van Lambert Eppinge up Bonnervene sodane vene etc. Is vertuiget, dat die erffgenamen sollen bewijsen, alsdan Lambert in een misbruick etc".
Op 4-4-1598 hebben Lambert Eppinge ter ener, en Karst Wiffen, Luitjen Campinge ter andere zijde een geschil. Het betreft ingeslagen letters in een "kruitze".[7]
Op 2-9-1601 hebben de buren van Bonnen een geschil met Lambert Eppinge "upt vene" over het overtreden van een willekeursbrief.[8]
In 1609 staat Henrick Moersinge te Eext zijn roerende en onroerende goederen af aan Lambert Eppinge en Gese zijn vrouw en aan Otto Hovinge en Jan zijn vrouw, in ruil voor levensonderhoud.
Otto Moersinge en zijn vrouw Jantjen dragen in 1611 aan Lambert Eppinge en zijn vrouw Gese te Gieten een vierde deel van het erf Noordhove en toebehoren in de marke van Eext over. In 1636 dechargeren Luitjen Michels en Jantjen zijn vrouw de voogden van laatstgenoemde, te weten Johan Eppinge te Gieten, Jan Vorsinge, Harmen Ippinge en Willem Harmens, voor het beheer van de nalatenschap van Lambert Eppinge.
OP 22-4-1616 heeft Roelof Mensinge wegens zijn vrouw een geschil met Lambert Eppinge. Het gaat naar de volgende lotting.[9] Op 27-9-1616 komt het geschil opnieuw voor. Het betreft een schenking van wijlen Hindrick Meursinge d.d. 20-6-1609 aan zijn
zwager Eppinge.[10]
De huwelijksinschrijving tussen Willem Harms en Lubbe geeft: Willem Harmenss schutenschuver wedener unde Lubbe Lamberss up Bunnervene wedewe van zal. Lambert Eppinghe present geadsisteert met Grethe Jansens de huisfr. van Jan Lambers haer stiefdochter soe mede voer Willem Harmens compareerde, is de proclamatie geconsenteert mit belastinghe um de geboden tott Geten mede gaen tlaten.[11]
Albert Tjassens solliciteur, is op 4-6-1632 eiser tegen Lambert Eppinge te Gieten. Het erf Hebelinge te Gieten is door de moeder van de eiser en haar kinderen d.d. 26-1-1608 aan de verweerder verkocht. Albert wil mede namens zijn broers en zusters recht tot naarkoop. Hij krijgt gelijk.[12]

3.

 m 

Heijno Moersinge, geb. circa 1550 te Gieten, overl. op 21-11-1582.

4.

 m 

Hendryck Moersinge, geb. circa 1550 te Gieten, overl. na 1609 te Gieten.
Op 20-6-1609 heeft Hindrik Meursing van Eext, als oud man, een oevelgangscontract gesloten. Hij staat al zijn bezittingen af aan zijn zwager Lambert Eppinge te Gieten en zijn zuster Gese Eppinge, de vrouw van Lambert en "Otto Hovinge met Jan syn echte huisvrouwe tesamen en horer twyer erffgenamen".[13]

5.

 m 

Johan Moersinge, geb. circa 1550 te Gieten, overl. voor 1582 te Gieten.


II Willem Moersinge, geb. circa 1530 te Gieten, overl. 1603 te Gieten, zn. van Johan Moersinge (zie I).
Op 12-4-1584 wordt Willem Moerssinge als buur te Gieten genoemd.[14]
In 1599 is er een geschil tussen Willem Moersinck en Evert Suinge te Westerbroek enerzijds en Hindrik Meijering en zijn zonen anderzijds over een panding.[15] In 1600 is er sprake van een geschil tussen Jan Meijering enerzijds en Willem Meursinge en Evert Suinge anderzijds over betaalde boelpenningen.[16] Ook in 1601 komt het geschil weer voor: "Tusschen Evert Suinge ende Willem Moersinge, ter eenre, ende Henrick Meyeringe mit syn soons, ter ander syden, wijsen drost ende 24 etten, dat Eeuert Suyinge mit den synen mit die uuthpandinge na manyre van landtrechte sal mogen voertvaren na luit dier voergaende sententie; mitz dat die verstorven schapen ende veralienierde beesten, nadat sie van dselve schults ende buiren, so sie hem toegesett sollen hebben, sollen geweerdijriget worden, Moersinge mide in betalinge sal annemen, holdende van unweerden die getuigen, so van eenige betalinge an die boelpenningen gedaen spreecken.[17]
Op 9-10-1637 wordt de Etstoel verzocht om de goedkeuring van een accoord tussen Jantjen Meursinge en haar beide zoons Bartelt en Willem Moersinge ter ener, en Jan Roerdinck als vader van zijn minderjarige kinderen met wijlen Lamme Ottens d.d. 8-3-1637. Het betreft het aandeel van Lamme in de erfenis van wijlen Otto Meursinge.[18]
Op 11-11-1638 lenen Luitien Roelofs en zijn vrouw Roelofje te Annen van Bartolt en Willem Meursing, broers, 200 gulden, welk geld behoorde aan de kinderen van Jan Roerding te Anloo en zijn overleden vrouw Lamme, afkomstig van "Lamme haerdes overleden vader mit namen Otto Moersinge patrimoniale goederen".
In 1640 dragen Bartolt en Willem Meursing deze schuldbekentenis over aan Harmen Roedinck als medemomber over Jan Roedinck en wijlen Lamme Meursing´s kinderen.

Tr. kerk circa 1580.
Echtgenote is Lamme Meijering, geb. circa 1550 te Eext, overl. voor 1609, dr. van Hindrik Meijering.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Otto Meursing, geb. circa 1582 te Gieten (zie IIIa).

2.

 m 

Roelof Meursing, geb. circa 1585 te Gieten (zie IIIb).

3.

 m 

Jan Meursing, geb. circa 1585 te Gieten.


IIIa Otto Meursing, geb. circa 1582 te Gieten, overl. voor 1638 te Eext, zn. van Willem Moersinge (zie II) en Lamme Meijering.
Op 9-10-1637 wordt de Etstoel verzocht om de goedkeuring van een accoord tussen Jantjen Meursinge en haar beide zoons Bartelt en Willem Moersinge ter ener, en Jan Roerdinck als vader van zijn minderjarige kinderen met wijlen Lamme Ottens. Het betreft het aandeel van Lamme in de erfenis van wijlen Otto Meuringe.[19]
Op 11-11-1638 lenen Luitien Roelofs en zijn vrouw Roelofje te Annen van Bartolt en Willem Meursing, broers, 200 gulden, welk geld behoorde aan de kinderen van Jan Roerding te Anloo en zijn overleden vrouw Lamme, afkomstig van "Lamme haerdes overleden vader mit namen Otto Moersinge patrimoniale goederen".
In 1640 dragen Bartolt en Willem Meursing deze schuldbekentenis over aan Harmen Roedinck als medemomber over Jan Roedinck en wijlen Lamme Meursing´s kinderen.[20]

Tr.
Partner is Jantje N.N. Geb. circa 1580 te Eext, overl. na 1630 te Eext.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Willem Meursing, geb. circa 1600 (zie IVa).

2.

 m 

Bartelt Meursing, geb. circa 1602.
Hij komt in 1645 voor als ingezete van Eext. Zijn huis en hof worden getaxeerd op 1800 gulden.
Bartelt Meursinge en consorten zijn op 15-6-1646 eisers tegen Jeije Ottens voor wie haar zoon Jan Ottens. De eiser wil annulering van de verkoop door de verweerder van een half vierendeel waardeel aan Steven Meijeringe. Volgens eiser heeft hij het geërfd. De eiser moet zijn eis opnieuw inbrengen volgens de porcedure van het landrecht.[21] De zaak komt dan in 1647 opnieuw voor. Bartelt Meursinge te Eext en consorten zijn op 16-6-1647 eisers tegen Jeije Ottens. Het geschil betreft een half vierendeel waardeel te Eext, waarvan de eisers beweren dat deze door wijlen hun vader Otte Meursinge aan de verweerder en haar man Jacob Ottens verzet is. Eisers willen teruggave van het waardeel met terugbetaling van de verzetpenningen. De verweerder moet de verzetbrief tonen.[22]
Sicke Luitjens, Sicke Reyners, Bartolt Meursinge en Barelt Jacobs, ooms en mombers over de kinderen van wijlen Jan Reyners verzoeken op 19-6-1654 aan de Etstoel om het in stand houden van de ongescheiden boedel tussen de ooms en de vaderlijke en moederlijke goederen van de kinderen.[23]
In 1663 treedt hij op als voogd over de twee minderjarige kinderen van wijlen Jan Reinders. Hij is dan eiser tegen Barelt Jacobs Titsinge en consorten over de erfenis van Jan Jacobs en Grietje Jabos.[24]

3.

 m 

Otto Meursing, geb. circa 1610 te Eext (zie IVb).

4.

 v 

Lamme Meursing, geb. circa 1610, overl. voor 1638.
Tr.
Partner is Jan Roerdinck, overl. na 1638, zn. van Hindrik Roerdinck en Petertje N.N.

5.

 v 

N.N. Meursing.
Tr.
Partner is Jan Reinders.


IIIb Roelof Meursing, landbouwer en herbergier, geb. circa 1585 te Gieten, overl. voor 1643 te Eext? Zn. van Willem Moersinge (zie II) en Lamme Meijering.
Hij is de eigenaar van "het kleinde hofke Oostermeursinge" en van een plaats genaamd de Hoge Bult te Annerveen.
Goorspraak te Gieten van april 1609: Roelof Meursing heeft Luitje Campinge uitgescholden.[25] Op dezelfde dag komt een "bloetreyse" van Roelof Meursing aan Geert Meijering voor de goorsprake.[26]
Op 21-8-1609 geeft Roelof Meursing herbergier te Eext aan dat Herman Schroer bij hem wat heeft zitten te drinekn, waarbij hij Talle de vrouw van Herman Klunder heeft uitgescholden.[27]
Luytien Olde Eytinge, geassisteerd door zijn broer Jan Buytinck zijn op 16-4-1610 eiser tegen Roelef Meursinge wegens een belediging.[28] Hij wordt veroordeeld om 60 gulden boete te betalen. In de akte is een bekentenis van Roelef Meursinge, waarin hij bekent, dat hij in dronkenschap woorden heeft gebruik, die de goede naam van Luytien Olde Eytinge hebben aangetast. Hij had onder meer gezegd, dat Olde Eytinge de zonde tegen de natuur met een koe zou hebben gedaan. Hij heeft hiervan spijt en verklaart in bijzijn van Jan Manteau en Albart Berens, dat hij niets ten nadele van Olde Eytinge of zijn geslacht weet.[29] Een half jaar later klagen Jan Manteau en Albart Berents tegen Roelof Meursinge wegens een belediging.[30]
Ip 7-7-1614 heeft Roelof Meursing een geschil met Johan Poelmans over eikebomen te Eext. Het geschil wordt verdaagd.[31] in 1615 komt het geschil opnieuw voor, maar de beide partijen moeten een beter bewijs van bezit leveren.[32] Roelof Meursing heeft in 1615 een geschil met Jan Meijering over lend.[33],[34] In 1616 blijkt het om land te Eext gaan. Jan Meijering wordt in het gelijk gestelt.[35]
Op 27-9-1616 is Lambert Eppinge eiser tegen Roelof Meurisng. De eiser wil annulering van een schenking van wijlen Hindrick Meursinge d.d. 20-6-1609 aan zijn zwager Eppinge. De eiser krijgt ongelijk.[36]
Op 19-6-1626 is Roelof Meursing eiser geten Cornelis Hindriks betreffende goederen te Bonnerveen. Het betreft goederen nagelaten door wijlen Jan Lutjens. Eiser heeft het recht op 1/5 deel van de erfenis gekocht van Jan Geers, zijnde de zoon van Jebbe Lutjens, volle zuster van Jan Lutjens. De eiser krijgt gelijk.[37]
In 1640 heeft hij een kwestie met Boele Huisinge over een aflossing van een halve waar in de Eextermarke.[38]
In 1643 is er een kwestie over een schenking door Jantje, de weduwe van Roelof Meursing van haar zoons Willem, Harmen en Albert Meursing op 16-8-1641 ten nadele van Jantje, de dochter van Roelof Meursinge´s overleden zoon Jan.[39]
Op 4-4-1644 klaagt Jan Meijeringe te Eext wegens zijn huisvrouw Lamme Meursinge tegen Harmen Meursinge en Albert Meursinge. De eiser Jan Meijering wil zijn deel van de erfenis van de vader van de partijen, wijlen Roelof Meursinge. Hij wordt in het gelijkt gesteld.[40]
In 1650 klaagt Jan Meijering, samen met zijn zwagers Harm, Albert en Willem Meursing tegen Bartelt Jusling en Jan Homan "hun eyschers een acker landes genoemt den Hey-acker souden hebben ontbruickt ende ontbouwet" Zij vorderen verlating van deze akker.[41]

Tr.
Partner is Jantje Sloots? Geb. circa 1580, overl. na 1643 te Eext, dr. van Jan Harms Sloots.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Lamme Meursing, geb. circa 1610, overl. voor 1640.
Tr.
Partner is Jonge Jan Meijering, geb. circa 1610 te Eext, zn. van Olde Jan Meijering.
In 1645 is er een rechtszaak tussen Jan Meijering van Eext wegens zijn huisvrouw Lamme Meursing als eiser en Harmen Meursing en Albert Meursing als verweerders. De eiser wil voldoening van de uitspraak voor de Etstoel tussen partijen d.d. 4-4-1644, waarbij de eiser recht heeft op een quota van de erfenis van de vader van de partijen, wijlen Roelof Meursing.
[42]

2.

 m 

Willem Meursing, geb. circa 1615 (zie IVc).

3.

 m 

Harm Meursing, geb. circa 1615.
In een taxatie van huizen te Eext in 1645 wordt Harmen Meuringe´s huis geschat op 1600 car. gulden.
In 1646 verklaart de Etstoel Albert Meursing niet ontvankelijk in zijn eis tot naarkoop van een stuk land door zijn broer Harmen Meursing aan Luitje Vogeling te Eext verkocht.
[43]

4.

 m 

Albert Meursing, geb. circa 1620 te Eext (zie IVd).

5.

 m 

Jan Meursing (zie IVe).


IVa Willem Meursing, geb. circa 1600, overl. op 13-6-1665 te Lowestoff, zn. van
Otto Meursing (zie IIIa) en Jantje N.N.
Op 4-4-1644 is Geert Poelmans te Eext eiser tegen Otte Meursinge Willems. De verweerder zou de eiser ten huize van Jan Meijeringe geslagen hebben. Hij wil vergoeding van het meesterloon. Eiser krijgt gelijk.
[44] Op 30-10-1644 is Willem Otto Meursinge te Eext eiser tegen de buren van Eext. Het betreft een appel op een buurtuig tussen de eiser en Harmen Hamminge en consorten op de goorsprake te Borger van 4-9-1644. De eiser krijgt gelijk.[45] Op dezelfde dag blijkt dat het om de verwonding van Geert Poelmas gaat. Willem Otto Meursinge te Eext klaagt Harmen Hamminge, Coop Uddinge en Jacob Meijeringe aan. Hij wil dat de verweerders hem indemneren van een uitspraak d.d. 4-4-1644 tussen de eiser en Geert Poelmans in een zaak van een verwonding. De verweerders moeten hun quota meebetalen.[46]
Hij is bij Lowestoff met het schip van Admiraal van Wassenear Opdam in de lucht gevlogen.
Advocaat Herman Ketell als volmacht van Jacop Frifell adelborst van een compagnie van kapitein Grits? te Amsterdam is op 8-6-1669 eiser tegen Jacob Huijsinge en consorten mombers van Harmen Willems Meursinge. De eiser wil betaling van 150 gulden wegens lening d.d. 26-4-1664. Volgens de verweerder klopt het niet en moet de eiser zelf verschijnen.
[47]
In 1694 procedeert Boele Meursing over de erfenis van Willem Meursing tegen Wessel, Arent en Geert Huizing.
Doctor Steenbargen als volmacht van Wessel Huising voor zich en Arent Huisinge en Geert Huisinge nomine uxorum zijn op 24-6-1694 eisers tegen Boele Meursinge te Eext. De eisers willen betaling van 400 gulden wegens een koopbrief. Abel Nannens treedt op namens Boele Meursinge. Hij is rechthebbende van Otto Meursinge en als cessiehouder van de moeie de naaste tot Willem Meursinge, op het schip van de heer admiraal Opdam mede gesprongen en overleden. Hij wil wel met de eisers overleggen, maar nog niet meteen betalen.
[48]
Tr.
Partner is N.N. Huising, geb. circa 1610, dr. van N.N. Huising.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Harm Willems Meursing, geb. circa 1640.


IVb Otto Meursing, geb. circa 1610 te Eext, begr. op 13-11-1665 te Anloo, zn. van
Otto Meursing (zie IIIa) en Jantje N.N.
Kinderen: Boele, Jan, Warmolt, Otto, en een onbekende dochter, overleden 1665 te Eext.
Tr. kerk voor 1645.
Echtgenote is Jantje Jans Meijering, geb. circa 1625 te Eext, overl. na 1703, dr. van Jan Geerts Meijering en Wemmula Aling.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Boele Meursing, geb. circa 1645 te Eext (zie Va).

2.

 m 

Jan Meursing, geb. circa 1645 te Eext.

3.

 m 

Warmolt Meursing, geb. circa 1645 te Eext.

4.

 m 

Otto Meursing, geb. circa 1645 te Eext.
HDP 4-2006.
Tr. kerk voor 1665.
Echtgenote is Aaltje Julsing, geb. circa 1640 te Eext.

5.

 v 

N.N. Meursing, geb. circa 1660 te Eext, begr. op 15-11-1665 te Anloo.


IVc Willem Meursing, geb. circa 1615, zn. van
Roelof Meursing (zie IIIb) en Jantje Sloots?
Willem Meursing vertrekt in 1628 naar Groningen. Bij een feest was een vechtpartij ontstaan waarbij iemand om het leven was gekomen. Na afloop wordt Willem Meursing beschuldigd dez "nederlaech" begaan te hebben. Hij is toen vertrokken naar de herberg de Roode Haan aan het Winschoterdiep.
Hij was tapper en pachter van het tolhek te Roodehaan.
Willem verhuist in 1627 van Eext naar het Groningerland, waar hij onderdak krijgt in de "Rode Haan" en het beroep van zijn vader gaat voortzetten en als "weert in die Rode Haene" op te treden.
Willem Meursinge als volmacht van zijn vader Roelof Meursinge is op 9-10-1637 eiser tegen Cornelijs Middelsten en Toenis Middelsten, absent. Het betreft panding van honderd daalder en twee rijksdaalder wegens een koop van een huis op 1-8-1630. De eiser krijgt gelijk wegens absentie van de verweerders.
[49]
Op 18-3-1642 (Springding van Selwerd) wordt hij genoemd: Willem Meursinck, uit Drenthe, gehuwd aan Gese, de dochter van Jantje Sickens.
Op 11-10-1656 besloten burgemeesters en raad van Groningen het tolhuis bij de Rode Haan te verpachten aan Willem Meursinck.
Op 26-1-1661 besluit het bestuur van de stad Groningen aan de weduwe van Willem Meursing 200 carolus gulden achterstallige "tollheckspachtpenningen" te remitteren (kwijt te schelden) omdat door de aanleg van de trekvaart de inkomsten waren verminderd.
Op 8-11-1665 of 1675 wordt na het overlijden van Geesje Sickens de Rode Haan, gelegen op eigen grond te Engelbert groot 1 gras, alsmede de "voorde liggende over het Schuitendiep", publiek verkocht aan de schulte Siabbe Meursing voor f2600. Maar toen hij dat niet kon betalen werd het op 26-3-1677 opnieuw verkocht, nu aan Jan Harmens in "de Karper" voor f2100.
Beschrijving over Eppe Bonnekes en huisvr. schuire en huisinge op Foxholl, van 24-9-1652 tot 5-11-1652. o.a. De post: Willem Meursinck laet antekenen 50 dall: volgens obligati. met noch 12 daler en dit lopende jaer rente.
[50]
Op 10-6-1661 wordt Brunne Sickens als sibbe voogd aengezworen over de kinderen van wijlen Willem Meursing bij Geessien Meursing zijn huisvrouw verwekt.
[51] Op 20-6-1661 wordt Bronne Roelefs angezworen als vreemde voogd over de kinderen van wijlen Willem Meursing kinderen bij Geesien Sickens geprocreert.[52]
Op 21-4-1668 wordt Henrick Roeringe "in gevolge condemnatoire sententie van dien in deses in plaetse van wijlen Jan Meursingh als voormundt aengeswooren over Willem Meursinghe kindt bij Gesien geprocreert".
[53]
Er zijn een paar boedelinventarissen bewaard gebleven van dit gezin:
Warmelt Meursinge (fragment) circa 1662 en jaar ca. 1663 - Jan Meursink te Sappemeer (?).
[54]
Tr. kerk circa 1640.
Echtgenote is Geesje Sickens, geb. circa 1620, dr. van Sicko Bronnens, kastelein te Roodehaan, en Jantje Siabbes.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Roelof Meursing, geb. circa 1640, overl. voor 1685.
Tr. kerk voor 1664.
Echtgenote is Jantje Allers, geb. circa 1640.

2.

 m 

Warmolt Meursing, geb. circa 1640 (zie Vb).

3.

 m 

Jan Meursing, geb. circa 1640, overl. 1-1667 te Kolham.
Tr. kerk voor 1669.
Echtgenote is Grietje Jans, geb. circa 1640, dr. van Jan Sjabbes en Albertje N.N.

4.

 m 

Sicke Meursing, geb. circa 1645 (zie Vc).

5.

 m 

Siabbe Meursing, ged. op 13-5-1655 te Engelbert.
SP 264 Deel I, blz. 305 lening
Leners:Siabbe Meursing, schulte te Westerbroek
Uitleners:broer Roelof Meursing x Jantje Alberts
Bedrag:560 Plaats:Groningen Datum:13-1677.

Tr. kerk op 14-3-1675 te Engelbert.
Echtgenote is Jantien Bronnes Zantvoort, ged. op 15-1-1658 te Groningen, dr. van Bronno Sickens en Fennetje Ritzema.


IVd Albert Meursing, landbouwer en herbergier, geb. circa 1620 te Eext, overl. op 7-3-1691 te Eext, zn. van
Roelof Meursing (zie IIIb) en Jantje Sloots?
In 1650 zijn Jan Meijering te Eext met zijn zwagers Harmen Meursing, Albert Meursing en Willem Meursing eisers tegen Barelt Julsing en Jan Homan te Eext. Het betreft een geschil over het gebruik van een stuk land.
[55]
Op 22-5-1660 is er een rechtszaak van Albert Meursing, namens zijn vrouw Aaltje Meijering tegens Jan en Jacob Meijering, zijn zwagers inzake de erfenis van olde Jan Meijering, van wie Aaltje Meijering een kindsdeel heeft geërfd.
[56]
Kinderen: Jan Meursing en Warmoltje Meursing.

Tr. kerk voor 1641.
Echtgenote is Aaltje Meijering, geb. voor 1610 te Eext, overl. op 24-1-1690 te Eext, dr. van
Olde Jan Meijering.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Jan Meursing, geb. circa 1638 te Eext (zie Vd).

2.

 v 

Warmeltje (Willemtien) Meursing, geb. circa 1640 te Eext.
Tr.
Partner is Albert Hamming, diaken 1670; landdagcomparant op 10-11-1679, geb. circa 1640 te Eext, overl. op 2-4-1694 te Eext, zn. van Harm Hamming en Harmtje N.N.
Albert Hamming wordt genoemd als vol boer te Eext in het haardstedenregister van 1672.
Albert Hamming en zijn vrouw Warmeltien Meursing te Eext lenen op 24-11-1690 825 gulden van Albert Meursing de oude en Albert Meursing de jonge te Eext. De lening wordt op 19-2-1700 doorgehaald na vertoon van het origineel door Hendrik Hamming, zoon van Albert Hamming; Albert Meursing de jonge neemt de stok tevens voor zijn bestevader Albert Meursing de oude.
[57]


IVe Jan Meursing, overl. voor 1641, zn. van
Roelof Meursing (zie IIIb) en Jantje Sloots?

Kind:

1.

 v 

Jantje Meursing.
Tr.
Partner is Lambert Oosting.
Etstoel Deel/folio/datum 14/407/25-6-1651
Eiser:Lambert Oostinck als man en voogd van zijn vrouw Jantjen Meursinge
Verweerder: Jantjen Meursinge weduwe Roelof Meursinge en Harmen Meursinge en Albert Meursinge
Onderwerp: erfenis
Inhoud:eiser wil staat en inventaris van de erfenis van Roelof Meursinge, de grootvader van de huisvrouw van de eiser.


Va Boele Meursing, geb. circa 1645 te Eext, overl. op 22-5-1701 te Eext, zn. van
Otto Meursing (zie IVb) en Jantje Jans Meijering.
Dr. Steenbargen als volmacht van Wessel Huising voor zich nevens Berent Huisinge en Geert Huisinge nomine uxorum zijn op 4-6-1694 eisers tegen Boele Meursinge te Eext. De eiser wil betaling van 400 gulden wegens een koopbrief. Abel Nannens ageert namens Boele Meursinge. Hij is rechthebbende van Otto Meursinge en als cessiehouder van de moeie de naaste tot Willem Meursinge, op het schip van de heer admiraal Opdam mede gesprongen en overleden. Hij wil wel met de eisers overleggen, maar nog niet meteen betalen.
[58]
Boele Meursing wordt in de haardstedenregisters van Eext genoemd met een vol erf in 1691, 1692 en 1693.

Tr.
Partner is Frerikje Harms Sloots, geb. circa 1645 te Gieten, overl. na 1687 te Eext, dr. van Harm Sloots en Jantien N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Hindrikje Meursing, geb. circa 1670 te Eext, overl. na 1718 te Eext.
Tr. kerk circa 1690.
Echtgenoot is Frederik Julsing, geb. circa 1660 te Eext, overl. voor 1703 te Eext, zn. van Barelt Julsing en Wennigje Ottens.
Reinder Oosting gehuwd met Frerikje Meursing te Plankensloot, Jantien Coops weduwe Boele Meursing en kinderen Lambert Meursing, Frerikjen Meursing en Hindrikjen Meursing te Eext, en de kinderen van wijlen Harm Meursing of Julsing met namen Carst Julsing te Groningen, Gerrit Suiringe gehuwd met Hendrikjen Julsing te Schipborg en Arent Roelofs Huisingh gehuwd met Jantien Julsing te Rolde geven aan dat hun zwager en oom Jan Meursinge te Eext gewoond hebbende in 1743 daar in stilte is vertrokken, en ze hebben sinds 30 jaar niets meer gehoord. Zij verzoeken om goedkeuring van de verkoop van zijn goederen.
[59]

2.

 v 

Jantje Meursing, geb. circa 1670 te Eext, overl. voor 1718 te Gieten.
Tr.
Partner is Reinder Meijers, geb. 1670 te Gieten, overl. na 1718 te Gieten, zn. van Barelt Meijers en Gijsseltje Meijering.
Jantje Hindriks, wed. van Evert Hindriks mulder van Eext leent op 1-5-1725 250 gulden van Willemtje Meijers, minderjarige dochter van Reinder Meijers. De lening is door haar ooms verstrekt. Op 1-2-1729 verklaren Otto Meursing, Hindrikje Meursing en Lamme Meursing zich eigenaar van de obligatie. Hierna ondertekening door Jan Meijers voor zich en als hoofdmomber over Jantje Meijers; Otto Meursing; Hindrik Julsing; Jan Meursing; Tonnis Berents; A. Hoving.
[60]

3.

 v 

Lammigje Boelens Meursing, geb. voor 1674 te Eext.
Tr. kerk 1692 te Anloo.
Echtgenoot is Jan Jansen Julsing (Camptuins), geb. circa 1660 te Eext, overl. op 5-9-1703 te Eext, zn. van Jan Julsing en Gijsseltje Meijering.
Otto Meursing, de weduwe van Jan Julsinge en Willemtien Meijers tot Gieten geven in 1725 de erfenis aan van Cornelis Sloots te Gieten van 3000 gulden.
[61]

4.

 v 

Jantje Meursing, geb. circa 1675 te Eext, overl. circa 1718.
Reinder Meijers, Hindrikje Meursing, Lammegien Meursing en Otto Meursing doen op 12-6-1718 aangifte van de erfenis van Jantje Meursing, groot 1000 gulden.
[62]

5.

 v 

Willemtje Meursing, geb. te Eext, ged. op 26-12-1677 te Anloo, overl. na 1700.

6.

 m 

Bartelt Meursing, geb. te Eext, ged. op 28-9-1679 te Anloo, overl. op 2-3-1685 te Eext.

7.

 m 

Otto Meursing, geb. te Eext, ged. op 1-1-1682 te Anloo, overl. op 9-6-1684 te Eext.

8.

 v 

Jacobje Meursing, ged. op 2-8-1685 te Anloo, overl. op 24-2-1686 te Anloo.

9.

 m 

Otto Boeles Meursing, geb. te Eext (zie VIa).


Vb Warmolt Meursing, geb. circa 1640, overl. 1666 te Sappemeer, zn. van
Willem Meursing (zie IVc) en Geesje Sickens.

Kind:

1.

 v 

Jantje Meursing, ged. op 3-3-1665 te Sappemeer.
jong gestorven.


Vc Sicke Meursing, geb. circa 1645, overl. op 1-5-1680 te Kropswolde, zn. van
Willem Meursing (zie IVc) en Geesje Sickens.
SP 264 Deel I, blz. 306 lening
Leners:Sicco Meursing x Aaltje Hendriks te Foxham
Uitleners:Jan Jans Coster
Bedrag:3618 Plaats:Groningen Datum:22-11-1679
Bijzonderheden:pacht voor het tolhek te Foxham voor drie jaar; borg is broer Sjabbe Meursing. Zij stellen als onderpand huis, hof etc te Annerveen, mandelig met Albert Meursing, meyerswijs door Willem Jansen gebruikt.
SP 264 Deel II, blz. 50 verkoop
Verkopers:Sicco Meursing x Aaltien Hendriks te Foxham en Siabbe Meursing, zijn broer
Kopers:Jan Jans Koster x vrouw
Object:plaats te Annerveen, mandelig met Albert Meursing, tegenwoordig door Willem Jansen meyerswijs bewoond
Bedrag:450 Plaats:Groningen Datum:22-11-1679
Bijzonderheden:overgedragen aan Jan Jans Koster in verband met niet nakomen van financiële verplichtingen, waarvoor zij door Jan Jans Koster gevangen gezet zijn. Daadwerkelijk overgeleverd aan Jan Koster op 25-4-1682 door Aaltien Hendriks, wed. Sicco Meursing.

Otr. op 22-10-1671 te Engelbert.
Echtgenote is Aaltje Hindriks, geb. voor 1650 te Sappemeer?

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Willem Meursing, ged. op 29-8-1672 te Groningen.

2.

 v 

Geesje Meursing, ged. op 28-1-1674 te Hoogezand.

3.

 m 

Willem Meursing, ged. op 24-1-1675 te Hoogezand.

4.

 v 

Geesje Meursing, ged. op 28-5-1676 te Kolham.

5.

 m 

Willem Meursing, ged. op 14-10-1677 te Kolham.


Vd Jan Meursing, geb. circa 1638 te Eext, zn. van
Albert Meursing (zie IVd) en Aaltje Meijering.
Uit het protocol van een zitting van de Landdag van Ridderschap en eigenerfden van 3-3-1659 blijkt, dat Jan Meursing, zoon van Albert Meursing de Oude en Aeltje Meyering, in moeilijkheden is geraakt. Op deze landdag werd beslist over het verzoekschrift, door Albert Meursing ingediend, om de verbanning van zijn zoon Jan Meursing ongedaan te maken. Deze straf was uitgesproken, omdat in 1656 bij een "rixa" (algemene vechtpartij) Jan Luitiens was omgekomen, waarop zijn zoon beschuldigd werd, dit ongeluk te hebben veroorzaakt. Albert Meursing nu stelt in zijn request, "dat bij die vechtpartij Jan Luitiens was int deel gevallen en aan de hand verwondt, hoewel onseecker door wat occasie vermits het in rixa is voorgevallen. Jan Luitiens had daarop zijn hand niet wel in acht genomen en is daeghs daarna gestorven: Jan Meursing werd toen goenoodsaeckt sich buyten Lands te begeven hoewel de Doctoren en Chirurgiens rondelick hebben verclaert, dat de wondinge niet dootlick is geweest, versoekende oversulx dat daarop behoorlick moge worden gelettet ende gedisponeert dat het tot behoudenisse van sijn soon moge comen te strecken, om also wederomme te mogen intomen ende aff te maecken ´t geene hij met sijn onverstandicheit ende dertelheit mochta hebben gesondigt ofte misdaen. Besloten is nu, dat des supplianys soon Jan Meursinge wederomme binnen Landes sal mogen comen ende frequenteren, bloed te soenen, terwijl, vermits dat hij gehouden sal wesen het wanneer de suppliant en de vrunden van de doode tot de soeninge niet en willen verstaan, de Heere Drost mits desen te autoriseren, met assumptie van eenige uyt den Atstoel, de soeninge uijt te streken.".

Zegel Meursing[63]


Tr.
Partner is Aaltje Siabbes, geb. circa 1640, dr. van
Jan Sjabbes en Albertje N.N.
Mogelijk een dochter van Jan Siabbes.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Albert Meursing, geb. circa 1660 te Sappemeer (zie VIb).

2.

 m 

Harm Meursing, ged. op 27-3-1663 te Sappemeer.

3.

 m 

Jan Siabbes Meursing, geb. op 16-7-1665 te Sappemeer.


VIa Otto Boeles Meursing, geb. te Eext, ged. op 7-8-1687 te Anloo, overl. na 1734 te Eext, zn. van Boele Meursing (zie Va) en Frerikje Harms Sloots.
Tr. kerk 1713 te Anloo.
Echtgenote is Wennigje Tebinge, geb. te Anloo, ged. op 30-11-1690 te Anloo, overl. na 1759 te Eext, dr. van Jan Tebinge en Aaltje Coops.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Boele Meursing, geb. circa 1713 (zie VIIa).

2.

 m 

Luichje Tebing Meursing, geb. te Eext, ged. op 22-7-1714 te Anloo.

3.

 v 

Frerikje Meursing, geb. te Eext, ged. op 29-1-1719 te Anloo.
Otr. (1) op 22-10-1740 te Anloo, tr. kerk op 18-11-1740 te Zuidlaren.
Echtgenoot is Jannes Sissing, ette Oostermoer 1734-1753, ged. 1711 te Zuidlaren, overl. circa 1753, zn. van Jan Egberts Sissing en Jantje Alberts Haange.
SP 264 dl. 5 folio 373: Jannes Jans Sissing en huisvrouw van Zuidlaren lenen 600 gulden van Lucas Oosting van Zuidlaren dd. 6-6-1770.
SP 266 Deel 7 Folio 163 Datum 24-12-1766
Momberrekening
Ouders:wijlen ette Jannes Sissing en Frerikje Meursing
Kinderen:Jan Sissing
h.m.:ette Lucas Sissing
m.m.:Albert Abbring; Boele Meursing; Lucas Meursing
Bijzonderheden
Frerikje Meursing is opnieuw getrouwd met Geert Oldenzeel.
Ette Jannes Sissing geeft voor zich en consorten op 5-12-1747 de erfenis aan van Willemtien Bavinge.[64]

Tr. kerk (2) op 11-7-1756 te Zuidlaren.
Echtgenoot is Geert Roelofs Oldenziel, geb. te Zuidlaarderveen, ged. op 24-3-1726 te Zuidlaren, zn. van Roelof Jans Oldenziel en Hindrikje Geerts Jobing.
SP 264 dl. 5 folio 274: Geert Roelofs Oldenziel van Zuidlaren en huisvrouw lenen 250 gulden van heer en mevr. Daniel Josephus Slotsboo van Zuidlaren dd. 10-11-1767.
SP 264 dl. 5 folio 509: Geert Roelofs Oldenziel x Frerikje Tebing van Zuidlaren lenen 50 gulden van Jacobus Benthum van Zuidlaren dd. 4-9-1756.
SP 264 dl. 5 folio 510: Geert Roelofs Oldenziel lenen 300 gulden van stiefzoon Jan Jannes Sissing dd. 17-5-1771.
SP 264 dl. 5 folio 523: Geert Roelofs Oldenziel x Frerikje Meursing van Zuidlaren lenen 50 gulden van Harm Arents x Roelofje Jans dd. 30-11-1765.
SP 264 Deel 6 fol. 101: Geert Roelofs Oldenziel en kinderen van Zuidlaren lenen van Jacobus Benthum en Jan Derks Smid van Zuidlaren 450 gulden op 17-12-1777.
SP 264 Deel 6 fol. 347: Geert Roelofs Oldenziel leent van Jan Derks van Zuidlaren 60 gulden op 13-3-1784.
SP 264 deel 7 folio 75 lening van 120 gulden door Geert Oldenziel van Zuidlaren en zoon Otto Geerts en zwager Jacob Rijnberg van Jacobus Bentum van dd. 1-11-1792.

4.

 m 

Jan Meursing, geb. te Eext (zie VIIb).

5.

 m 

Bartelt Meursing, geb. te Eext, ged. op 4-2-1725 te Anloo, overl. voor 1731.

6.

 v 

Jacobje Ottens Meursing, geb. te Eext, ged. op 25-5-1727 te Anloo.
Tr. kerk op 1-11-1750 te Anloo.
Echtgenoot is Hindrik Jans Gortmaker, timmerman, geb. te Eexterveen, ged. op 1-1-1721 te Anloo, zn. van Jan Jans, timmerman, en Jantje Jans Hoving.
SP 264 dl. 5 folio 210: Hindrik Jans x Jacobje Meursing van Annen lenen 100 gulden van wed. Albert Meursing van Eext dd. 26-12-1753. Onder deze akte: "Wij ondergeschrevenen bekennen van onse broeder Pieter Meursing _. En transporteren deze in volle eigendom aan hem over." Ondertekening door Bronne Meursing en Jannes Meursing, dd. 18-11-1765.
SP 264 dl. 5 folio 212: Hindrik Jans x Jacobje Meursing van Annen lenen 100 gulden van Pieter Meursing van Eext dd. 22-3-1765.
SP 264 dl. 5 folio 273: Hindrik Jans timmerman x Jacobje Ottens Meursing en moeder Jantje Hoving, wed. Jan Timmerman van Eext lenen 800 gulden van Grietje Meursing, wed. Willem Heeling dd. 6-10-1767.
SP 264 dl. 5 folio 594: Hindrik Jans Gortmaker en huisvrouw lenen 305-13 gulden van schulte Bottichius van Annen 305- dd. 28-10-1774. Moeder Jantje Jans Hoving, wed. van Jan Jans is borg.
SP 264 dl. 5 folio 598: Hindrik Jans x Jacobje Meursing van Annen lenen 300 gulden van Jan Schuiling en broer Jurrien Schuiling van de Veenhof dd. 1-5-1771. Jantje Hoving is borg.
SP 264 dl. 5 folio 411: Hindrik Jans x Jacobje Meursing van Annen lenen 200 gulden van Hindrik Tonnis x Lammigje Meijering dd. 23-3-1771.
SP 264 dl. 5 folio 419: Hindrik Jans Gortmaker van Annen leent 100 gulden van Willem Lammerts van Gasteren dd. 29-5-1771.
SP 264 dl. 5 folio 425: Afkoop tussen Hindrik Jans x Jacobje Meursing van Annen en zijn zwager Willem Hoben x Jantje Jans van Ekehaar. De vadersportie wordt afgekocht voor 1700 gulden. De moedersportie van Jantje Hoving, nog in leven, wordt afgekocht voor 1550 gulden dd. 13-4-1754.
SP 264 dl. 5 folio 427: Hindrik Jans van Annen lenen 650 gulden van zwager Willem Hoben van Ekehaar 650 gulden dd. 1754?
SP 264 dl. 5 folio 440: Hindrik Jans x Jacobje Ottens Meursing van Annen lenen 100 gulden van Lucas Udding x Aaltje Harms van Eext dd. 6-5-1767.
SP 264 dl. 5 folio 441: Hindrik Jans x Jacobje Meursing van Annen lenen 1000 gulden van Lucas Oosting van Zuidlaren dd. 1-2-1771.
SP 264 dl. 5 folio 511: Hindrik Jans Gortmaker x Jacobje Meursing van Annen lenen 2000 gulden van heer emeritus Hofstede, vroeger pred. van Franeker, nu wonende bij zijn schoonzoon schulte Bottichius dd. 24-11-1772. Borg is Jantje Jans Hoving, wed. van Jan Jans.
SP 264 dl. 5 folio 525: Hindrik Jans Gortmaker van Annen lenen 130 gulden van wed. van Derk Jans, laatste wed. van Jurrien Nanninga en kinderen Jan Derks; Hillegje Derks; Roelofje Derks en Elisabeth Derks. dd. 25-2-1769.
SP 264 dl. 5 folio 534: Hindrik Jans Gortmaker van Annen en huisvrouw lenen 200 gulden van Arent Hilbing en huisvrouw van Gasselte dd. 5-6-1769.
 
SP 264 dl. 5 folio 565: Hindrik Jans Gortmaker x Jacobje Meursing lenen 200+30 gulden van Hindrik Hogenesch van Gieten 200+ 30 guldenGieten dd. 7-3-1771; 13-4-1771
SP 264 dl. 5 folio 571: Hindrik Jans en huisvrouw van Annen lenen 50 gulden van beide Jan Schuiling´s te Annen dd. 13-12-1773. Borg is Jantje Jans, moeder van Hindrik Jans.
SP 264 dl. 5 folio 574: Hindrik Jans Gortmaker en kinderen van Annen lenen 250 gulden van Jan Clasen van Assen als hoofdmomber over de kinderen van wijlen Meggeltje Clasen, te Groningen overleden. Meggeltje was getr. met Hindrik Meier dd. 13-6-1774. Jantje Jans Hoving, wed. van Jan Jans is borg voor haar zoon.
SP 264 dl. 5 folio 582: Hindrik Jans en huisvrouw van Annen lenen 200 gulden van Willem Rommering x Wemeltje Kuiters van Amen dd. 17-6-1770, Jantje Jans, laasts wed. van Jacob Hilbolling van Ekehaar is borg.
SP 264 Deel 6 fol. 17: Hindrik Jans Gortemaker van Annen leent van predikant G.J. Hillers x F. Huisinga van Anloo 100 gulden op 25-9-1753.
SP 264 Deel 6 fol. 18: Hindrik Jans Gortemaker van Annen leent van F. Huisinga, wed. van predikant G.J. Hillers 25 gulden op 25-9-1770.
SP 264 Deel 6 folio 3: Hindrik Jans Gortemaker van Annen leent van ette Frerik Hidding van Gasselte 530-0-0 op 1-5-1775. Borg staat Jantje Hoving, wed. van Jan Jans Timmerman, moeder.
SP 264 Deel 6 folio 22: Hindrik Jans Gortemaker x Jacobje Meursing lenen van Lucas Nevels op het Loo en Harm van Tarel te Dalen 74-0-0 op 4-3-1776
SP 264 Deel 6 folio 66: Hindrik Jans Gortmaker van Annen lenen van J.R. Bottichius 86-2 gulden op 21-12-1776.
SP 264 Deel 6 folio 67: Hindrik Jans x Jacobje Meursing van Annen lenen van Pieter Meursing van Eext 117-0-0 gulden op 28-12-1776.
SP 264 Deel 6 folio 68: Hindrik Jans van Annen lenen van Harm Arents x Roelofje Jans van de Groeve 100 gulden 15-11-1762.
SP 264 Deel 6 fol. 111: Hindrik Jans Gortmaker van Annen lenen van Jan Tamming van Zuidlaren 83 gulden voor een geleverd paard op 2-5-1775.

7.

 m 

Bartelt Meursing, geb. te Eext, ged. op 18-2-1731 te Anloo, overl. voor 1734.

8.

 m 

Bartelt Meursing, geb. te Eext, ged. op 16-5-1734 te Anloo (get.: Aaltje Elting).


VIb Albert Meursing, geb. circa 1660 te Sappemeer, overl. op 15-2-1722 te Eext, zn. van Jan Meursing (zie Vd) en Aaltje Siabbes.
Hindrik Jans en Jacobje Meursing van Annen lenen op 26-12-1753 100 gulden van de weduwe Albert Meursing van Eext.[65] Onder deze akte: "Wij ondergeschrevenen bekennen van onse broeder Pieter Meursing. En transporteren deze in volle eigendom aan hem over." Ondertekening door Bronne Meursing en Jannes Meursing, d.d. 18-11-1765.
Tr. kerk circa 1690.
Echtgenote is Margje Hindriks Baving, geb. circa 1670, dr. van Hindrik Baving en Grietje N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Jan Meursing, geb. te Eext (zie VIIc).

2.

 v 

Grietje Meursing, geb. te Eext, ged. op 8-10-1693 te Anloo.
Haar erfenis wordt door Albert Meursing aangegeven op 25-1-1780. (De erfenis van zijn moei Grietje Meursing).[66]

3.

 m 

Albert Meursing, geb. te Eext (zie VIId).

4.

 m 

Hindrik Meursing, geb. te Eext (zie VIIe).

5.

 m 

Bronne Meursing, geb. te Eext (zie VIIf).

6.

 m 

Jannes Meursing, geb. te Eext (zie VIIg).

7.

 m 

Jacob Meursing, geb. te Eext, ged. op 8-2-1705 te Anloo.

8.

 m 

Lucas Meursing, herbergier, boer, geb. circa 1706 te Eext, overl. -11-1774 te Rolde.
Otr. op 31-5-1738 te Anloo, tr. kerk op 25-6-1738 te Rolde.
Echtgenote is Johanna Hemsing, geb. circa 1710, dr. van Hendricus Hemsing.

9.

 v 

Aaltje Meursing, geb. circa 1710 te Eext.
Otr. op 22-11-1742 te Anloo, tr. kerk op 13-1-1743 te Westerbroek.
Echtgenoot is Lambertus Woelesius, gezworene tot Westerbroek, ged. op 27-9-1705 te Westerbroek, zn. van Siabbe Jacobs en Roelofje Eisses Woelesius.

10.

 m 

Pieter Meursing, geb. circa 1710 te Eext.


VIIa Boele Meursing, geb. circa 1713, zn. van Otto Boeles Meursing (zie VIa) en Wennigje Tebinge.
SP 266 Deel 6 Folio 354
Ouders:Roelofje Jansen van Gieten
Kinderen:Frerickje Meursing
h.m.:Jan Geerts van Bonnen
m.m.:Casper Caspers van Bonnerveen; Roelof Geerts van Bonnerveen; Willem Roelofs van Gieten
Bijzonderheden
Frerickje is het "voorkind" van Roelofje
SP 264 Deel 6 folio 153 : broers Boele Meursing en Jan Meursing van Eext lenen van Tonnis Jans Braams x Marchje Meursing van Eext 800 gulden op 6-5-1778
.

Kind:

1.

 v 

Frerikje Meursing, geb. te Bonnerveen, ged. op 29-9-1752 te Gieten, begr. op 26-2-1778 te Emmen, dr. van Roelofje Jans.
Als lidmaat aangenomen te Emmen in 1772.
Tr. kerk 1774 te Emmen.
Echtgenoot is Harm Jans Sikking, ged. op 26-4-1744 te Emmen, begr. op 20-4-1786 te Emmen, zn. van Jan Carst en Grietje Harms Rabbers.


VIIb Jan Meursing, geb. te Eext, ged. op 4-3-1722 te Anloo, overl. na 1810 te Anloo, zn. van Otto Boeles Meursing (zie VIa) en Wennigje Tebinge.
Boele Meursing; Jan Meursing gehuwd met Harmtje Jobing lenen 1000 gulden van Hindrik Meijers gehuwd met Cornelisje Alberts van Eext op 1-5-1755.[67]
In 1778 lenen de broers Boele Meursing en Jan Meursing van Eextg 800 gulden van Tonnis Jans Braams en zijn vrouw Marchje Meursing.[68]
Boele Meursing en Jan Meursing worden in het haardstedenregister van Eext genoemd in 1784 met een vol erf.

Boerderij Jan Meursing[69]


Tr. kerk op 10-11-1754 te Anloo.
Echtgenote is Harmtje Jobing, geb. te Eext, ged. op 24-11-1726 te Anloo, overl. 1810 te Eext, dr. van Jacob Jobing en Roelofje Alberts.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Wennigje Jans Meursing, geb. te Eext, ged. op 5-10-1755 te Anloo (get.: Annegje Harms, hv. van Hindrik Meijering van Eext), overl. op 17-3-1807 te Anloo.
Tr. kerk op 22-11-1778 te Anloo.
Echtgenoot is Harm Jans Hamming, landbouwer, geb. te Eext, ged. op 4-11-1742 te Anloo (get.: Annegje Harms van Eext), overl. op 30-3-1814 te Eext, zn. van Jan Jans Hamming en Geesje Jans Hofsteenge.
OSA 1383 Eext: huisnr. 229, boer, geh, 5k.

2.

 m 

Jacob Meursing, geb. te Eext (zie VIIIa).


VIIc Jan Meursing, brouwer te Eext, geb. te Eext, ged. op 21-2-1692 te Anloo, overl. voor 1737, zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
Op 28-1-1729 worden er mombers benoemd over de kinderen van Jan Meursing en Anna Catharina van Buinen. De kinderen zijn Trijntje Meursing en Grietje Meursing. De hoofdmomber is Hindrik Dilling (moederszijde), de mede mombers zijn Jacob Jobing (moederszijde); Albert Meursing en Jan Jansen (beide van vaderszijde).[70]
Nieuwe mombers over de twee minderjarige kinderen van Jan en Catharina zijn op 13-4-1740: Albert Meursing, mulder te Eext i.p.v. Hendrik Dilling van Drouwen en Bronne Meursing i.p.v. wijlen zijn vader Albert Meursing.[71]
Op 21-4-1737 betaald de weduwe van Jan Meursinge voor een begrafenis.
Op 6-4-1746 zijn de mombers over Albertje, dochter van wijlen Jan Meursing en Jantje Roelofs: Albert Meursing en Bronne Meursing van vaderszijde en Jan Roelofs van Schipborg en Jan Hindriks van Anloo van moederszijde. Jantje hertrouwt met Geert Jans van Rolde.[72]

Otr. (1) op 5-7-1716 te Anloo, tr. kerk op 11-8-1716 te Groningen.
Echtgenote is Anna Catharina van Buinen.
Tr. kerk (2) op 14-11-1728 te Anloo.
Echtgenote is Jantje Roelofs Smeenge, geb. te Schipborg, ged. -11-1709 te Anloo, dr. van Roelof Willems Smeenge en Wibbigje Jans.

Uit het eerste huwelijk:

1.

 v 

Trijntje Meursing, geb. te Eext, ged. op 6-7-1718 te Anloo.
Otr. op 15-10-1758 te Anloo.
Echtgenoot is Jan Meijering, koopman en boer, geb. te Eext, ged. op 25-7-1723 te Anloo, zn. van Jan Jans Meijering en Jacobje Tebinge.
Hij wordt in 1797 te Eext genoemd wonende op huisnummer 206. Hij is dan koopman en boer en gehuwd.[73]

2.

 v 

Grietje Meursing, geb. te Eext, ged. op 21-12-1721 te Anloo.
Otr. op 25-10-1760 te Anloo, tr. kerk 1760 te Amsterdam.
Echtgenoot is Willem Alberts Heling, geb. circa 1702 te Buinen, begr. op 29-4-1766 te Amsterdam, zn. van Albert Willems Heling en Lutgertje Tebinge.
Hij werkte van 1721 tot 1725 als dienstknecht bij de vader van Willem Rosing
SP312 Deel 1 folio 282 testament
Testator:Willem Heling te Amsterdam
Uitleners:broer Roelof Heling te Buinen
Bedrag:1000 Plaats:Gasselte Datum:9-4-1760
Bijzonderheden:
Na de dood van Roelof gaat de erfenis naar de kinderen van zijn broer Hindrik Heling, namelijk Jan en Albert Heling.

Uit het tweede huwelijk:

3.

 m 

Albert Meursing, geb. te Eext, ged. op 3-12-1730 te Anloo, overl. voor 1737.

4.

 v 

Albertje Meursing, geb. te Eext, ged. op 9-10-1735 te Anloo (get.: Jantje Tebinge).


VIId Albert Meursing, brouwer, schatbeurder en ouderling te Eext, geb. te Eext, ged. op 6-11-1695 te Anloo, overl. voor 1742, zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
In de haardstedenregisters van 1742 wordt te Eext genoemd: "Albert Meursinge wed. veeltijds 3 peerden brouwerije"

Glasruitje Albert Meursing[74]


Tr. kerk op 17-5-1733 te Anloo.
Echtgenote is Jantje Hebeling, geb. te Eext, ged. op 8-2-1705 te Anloo, dr. van Harm Uddinge Hebeling en Jantje Pieters Hoving.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Margje Alberts Meursing, geb. te Eext, ged. op 14-3-1734 te Anloo (get.: Albertje Roelofs, hv. van Jan Freriks Homan), overl. op 25-4-1812 te Eext.
Otr. op 22-1-1758 te Anloo, tr. kerk op 5-3-1758 te Gieten.
Echtgenoot is Tonnis Braams, diaken, korenmolenaar, belastingpachter, schatbeurder te Eext, geb. te Bonnen, ged. op 29-8-1734 te Gieten, overl. op 10-5-1818 te Eext, zn. van Jan Geerts Braams en Jantje Tonnis Dekens.
Tonnis Braams wordt in het haardstedenregister te Eext genoemd in 1784 en 1794 met 2. In 1804 wordt hij aangeslagen voor drie paarden: T. Braams met de molen.
Op 24-12-1802 stelt Tonnis Braams zich borg voor Albert Braams te Eext voor een bedrag van 1000 gulden aan het departementale bestuur van Overijssel, wegens schultambt penningen.[75]
Hij wordt genoemd in 1797 te Eext, huisnr. 66, pachter, boer, gehuwd met twee kinderen.[76]

Handtekening Tonnis Braams[77]


VIIe Hindrik Meursing, kapitein-luitenant der infanterie, geb. te Eext, ged. op 21-11-1697 te Anloo, overl. 1766 te Meppel, zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
Tr. kerk op 15-12-1729 te Zutphen.
Echtgenote is Theodora Maria van Walcheren, geb. op 23-3-1704 te Woudrichem, dr. van Isaac Van Walcheren en Geertruida van Oversteeg.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Albert Hendriks Meursing, geb. te Eext (zie VIIIb).

2.

 v 

Beertruda Meursing, ged. op 21-2-1740 te Groningen.


VIIf Bronne Meursing, brouwer te Eext, landdagscomparant in 1750, 1755, 1759, 1763,1769, geb. te Eext, ged. op 4-8-1700 te Anloo, zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
Tr. kerk op 31-10-1734 te Anloo.
Echtgenote is Aaltje Alting, geb. te Elp, ged. op 6-5-1703 te Westerbork, dr. van Hindrik Alting, ette Beilen, en Idegien Times Dilling.
Lidmaat te Westerbork op 12-1721.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Albert Bronnes Meursing, geb. te Eext (zie VIIIc).

2.

 m 

Hendrikus Meursing, geb. te Eext, ged. op 25-11-1736 te Anloo.

3.

 v 

Hendrika Meursing, geb. te Eext, ged. op 22-9-1737 te Anloo.
Tr. kerk op 29-9-1787 te Anloo.
Echtgenoot is Reinder Reinders, schulte van Kropswolde, ged. op 25-1-1728 te Kropswolde.

4.

 v 

Margje Meursing, geb. te Eext, ged. op 31-7-1740 te Anloo (get.: Jantje Hebeling), begr. op 30-4-1799 te Smilde.
Otr. op 12-8-1779 te Anloo, tr. kerk op 3-10-1779 te Diever.
Echtgenoot is Tijmen Sikkens, bakker te Smilde, geb. te Hoogersmilde, ged. op 16-3-1760 te Diever, begr. op 15-4-1790 te Smilde, zn. van Evert Reinders Sikkens, volmacht landdag 1787, landdagcomparant 1779,1788, koopman, schulte Hijkersmilde, en Hendrikje Tijmens Winst.

5.

 v 

Ida Meursing, geb. te Eext, ged. op 20-9-1745 te Anloo (get.: Trijntje Meursing).
Otr. op 20-5-1779 te Anloo, tr. kerk op 13-6-1779 te Zuidlaren.
Echtgenoot is Tijmen Veltman, ged. op 22-10-1758 te Groningen, zn. van Tijmen Veltman en Hindrikje Jacobs.
Weeskamer Groningen Fol 323-324 - 11 maart 1784 - Tijmen Veldman, vader, en Albert Meurssing, Harm Hamming en Jacob Smit, voormond en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Ida Meursing in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Bonno (3) tot zijn 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 553 Car gld 5 st, en 1000 Car gld vererfd van zijn grootouders. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis aan de westkant van de Heerestraat, door hemzelf bewoond.


VIIg Jannes Meursing, bierbrouwer, geb. te Eext, ged. op 25-2-1703 te Anloo, begr. op 16-4-1793 te Meppel, zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
Otr. op 8-10-1735 te Anloo, tr. kerk 1735 te Meppel.
Echtgenote is Elisabeth van der Wolde, ged. op 10-9-1713 te Meppel, overl. op 10-2-1789 te Meppel, dr. van Remmelt Hendriks van der Wolde en Lutgertje Dilling.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Margrietje Meursing, ged. op 29-8-1736 te Meppel.

2.

 m 

Albertus Meursing, ged. op 12-2-1738 te Meppel.

3.

 m 

Albert Meursing, ged. op 9-1-1742 te Meppel.

4.

 v 

Marchien Chatarina Meursing, ged. op 11-3-1745 te Meppel, overl. op 21-4-1787 te Meppel.
Tr.
Partner is Wolter Hartsuiker.

5.

 v 

Lutgerdina Meursing, ged. op 18-3-1750 te Meppel.

6.

 m 

Albert Meursing, ged. op 16-3-1755 te Meppel (zie VIIId).


VIIIa Jacob Meursing, geb. te Eext, ged. op 6-2-1757 te Anloo (get.: Hindrikje Udding, de volle nicht van de moeder van het kind), overl. te Eext, begr. op 4-8-1795 te Anloo, zn. van Jan Meursing (zie VIIb) en Harmtje Jobing.
Jacob Meursing en Aaltje Homan krijgen zes kinderen te Eext: Jan, Jacobje, Otto, Harmtje, Roelofje en Jacob.
Otr. op 23-9-1781 te Anloo.
Echtgenote is Aaltje Homan, geb. te Eext, ged. op 18-7-1756 te Anloo (get.: Lammigje Julsing, halfzuster van de moeder), overl. op 31-3-1824 te Eext, dr. van Otto Barelts Homan en Jacobje Jacobs Meijering.
Op 24-11-1778 verzoekt Aaltje Homan, minderjarige dochter van wijlen Otto Homan aan de Etstoel om meerderjarig verklaart te worden. Zij is dan 23 jaar oud.[78]
Aaltje Homan wordt genoemd in 1797/1798 te Eext als weduwe en boerin met 6 kinderen.[79]

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Jan Meursing, geb. op 24-8-1782 te Eext (zie IXa).

2.

 v 

Jacobje Jacobs Meursing, geb. te Eext, ged. op 23-5-1784 te Anloo, overl. op 26-5-1828 te Rolde.
Otr. (1) op 12-5-1805 te Anloo.
Echtgenoot is Albert Jans Peeks, geb. circa 1778 te Schoonloo, overl. op 30-4-1812 te Schoonloo.
34 jaar oud bij overlijden.
Tr. (2) op 17-6-1813 te Rolde.
Echtgenoot is Hindrik Sijbering, geb. te Grolloo, ged. op 3-9-1786 te Rolde, overl. op 18-3-1851 te Grolloo, zn. van Albert Roelofs Sijbering en Magdalena Haange.

3.

 m 

Otto Meursing, geb. te Eext (zie IXb).

4.

 v 

Harmtje Meursing, geb. te Eext, ged. op 19-4-1789 te Anloo, overl. op 29-7-1847 te Eext.
Tr. op 28-5-1823 te Anloo.
Echtgenoot is Boele Lamberts Julsing, landbouwer, geb. te Eext, ged. op 5-11-1788 te Anloo, overl. op 13-2-1853 te Eext, zn. van Lambert Boelens Julsing, landbouwer, en Aaltje Hindriks Jobing.

5.

 v 

Roelfje Meursing, geb. te Eext, ged. op 10-6-1792 te Anloo, overl. op 15-2-1848 te Taarlo.
Tr. op 23-6-1814 te Anloo.
Echtgenoot is Roelof Coops, geb. te Taarlo, ged. op 9-3-1788 te Vries, overl. op 24-12-1864 te Taarlo, zn. van Egbert Coops en Jantje Jans Smeenge.

6.

 m 

Jacob Meursing, geb. op 18-8-1795 te Eext (zie IXc).


VIIIb Albert Hendriks Meursing, geb. te Eext, ged. op 1-1-1731 te Anloo, begr. op 2-7-1796 te Zwolle, zn. van Hindrik Meursing (zie VIIe) en Theodora Maria van Walcheren.
Tr. kerk op 12-7-1761 te Havelte.
Echtgenote is Luytje Jans Nijentap, overl. te Broekhuizen, begr. op 13-4-1804 te Ruinerwold.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Albertus Meursing, apotheker te Meppel, ged. op 19-11-1762 te Havelte, overl. op 19-12-1835 te Nijeveen.


VIIIc Albert Bronnes Meursing, boer, brouwer, landmeter, schatbeurder, rentmeester der Domeinen, geb. te Eext, ged. op 10-5-1735 te Anloo (get.: Aaltje Meursing), overl. op 8-3-1820 te Eext, zn. van Bronne Meursing (zie VIIf) en Aaltje Alting.
OSA 1383 Eext: huisnr. 236, rentmeester, landmeter, boer, geh, 5k.
SP 264 deel 7 folio 325 lening van 1000 gulden door A. Meursing en vrouw van Tonnis Braams van Eext dd. 11-10-1805.

Tr. kerk op 30-11-1786 te Anloo.
Echtgenote is Grietje van Veen, geb. op 1-4-1759 te Diever, overl. op 29-6-1837 te Eext, dr. van Jan Hendriks van Veen en Aaltje Jans Hessels.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Aaltje Alberts Meursing, geb. te Eext, ged. op 22-7-1787 te Anloo, overl. op 29-10-1833 te Tynaarlo.
Tr. kerk op 17-6-1810 te Anloo.
Echtgenoot is Frederik Barelds Homan, landbouwer, geb. op 22-3-1783 te Schipborg, ged. op 30-3-1783 te Anloo, overl. op 29-1-1834 te Tynaarlo, zn. van Bareld Homan, landbouwer, en Jantje Fake Booys.

2.

 v 

Janna Meursing, geb. te Eext, ged. op 30-11-1788 te Anloo.
Tr. op 20-11-1820 te Haren.
Echtgenoot is Cornelis Hornhuis, ged. op 28-4-1771 te Haren, zn. van Hendrikus Hornhuis en Gezina Pouwels.

3.

 v 

Ida Meursing, geb. te Eext, ged. op 3-10-1790 te Anloo.

4.

 m 

Bronne Meursing, geb. te Eext, ged. op 28-4-1793 te Anloo, overl. op 16-1-1820 te Eext.

5.

 m 

Jan Alberts Meursing, landmeter, burgemeester Anloo, geb. op 26-1-1795 te Eext, ged. op 8-2-1795 te Anloo, overl. op 3-1-1877 te Eext.
Op 10 juni 1811 diende Jan Albert Meursing bij Gedeputeerde Staten zijn verzoek in om als landmeter te worden toegelaten. Een week later werd hij toegelaten. Tevens werd hij gemeenteontvanger en raadslid te Anloo. Op 21 september 1826 werd hij beëdigd asl burgemeester van Anloo.
In 1852 werd hij gedeupteerde. Teunis Braams volgde hem op als burgemeester. In 1853 was hij een van de oprichters van de Oostermoerse Straatwegmaatschappij, die tot doel had een macadamweg aan te leggen tussen Zuidlaren en Gieten. In 1852 werd Jan Meursing bestuurslid van het Genootschap ter Bevordering van de Landbouw in Drenthe, het later DLG.
Vanwege zijn verdiensten werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Tr. op 21-5-1818 te Anloo.
Echtgenote is Alberdina Manting, geb. op 14-11-1796 te Borger, ged. op 20-11-1796 te Borger, overl. op 5-11-1863 te Eext, dr. van Willem Manting, bakker, boer, volmacht op de landdag 1787, 1790, 1793, 1794, en Tirana Lussing.

6.

 m 

Hendrik Meursing, bakker, landbouwer, geb. te Eext, ged. op 19-2-1797 te Anloo, overl. op 17-9-1830 te Annerveensche Compagnie.
Tr. op 21-8-1822 te Anloo.
Echtgenote is Geesje Jacobs, geb. op 11-9-1785 te Windeweer, overl. op 12-7-1859 te Annerveen, dr. van Jacob Jans en Frouke Feitzes.


VIIId Albert Meursing, ged. op 16-3-1755 te Meppel, overl. op 18-5-1840 te Meppel, zn. van Jannes Meursing (zie VIIg) en Elisabeth van der Wolde.
Tr. kerk op 29-7-1778 te Ruinerwold.
Echtgenote is Roelofje van de Hogt, ged. op 8-9-1756 te Ruinerwold, dr. van Coop Coops en Aaltje Jacobs.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Johannes Meursinge, ged. op 30-5-1779 te Meppel (zie IXd).


IXa Jan Meursing, gemeenteontvanger, landbouwer, geb. op 24-8-1782 te Eext, ged. op 1-9-1782 te Anloo, overl. op 4-3-1856 te Westdorp, zn. van Jacob Meursing (zie VIIIa) en Aaltje Homan.
OSA 1383 Eext: huisnr. 195.
Tr. (1) op 23-11-1815 te Borger.
Echtgenote is Roelofje Heling, geb. te Buinen, ged. op 4-11-1787 te Borger, overl. op 28-2-1817 te Borger, dr. van Albert Heling en Lammigje Cruisen.
Tr. (2) op 16-5-1822 te Borger.
Echtgenote is Jantje Dilling, geb. te Bronneger, ged. op 22-4-1792 te Borger, overl. op 1-8-1835 te Buinen, dr. van Arent Hindriks Dilling, landbouwer, en Annigje Jans Heling.

Uit het eerste huwelijk:

1.

 m 

Roelof Meursing, landbouwer, geb. op 23-2-1817 te Borger, overl. op 10-4-1895 te Buinen.
Tr. op 5-5-1857 te Borger.
Echtgenote is Annechien Dilling, geb. op 23-12-1830 te Bronneger, overl. op 26-3-1903 te Buinen, dr. van Hindrik Arents Dilling, landbouwer, en Geesje Wigchering.


IXb Otto Meursing, geb. te Eext, ged. op 25-3-1787 te Anloo, overl. op 27-6-1869 te Eext, zn. van Jacob Meursing (zie VIIIa) en Aaltje Homan.
Tr. op 7-5-1827 te Anloo.
Echtgenote is Geesje Roelfsema, geb. te Ter Aart, ged. op 6-4-1788 te Vries, overl. op 10-3-1858 te Eext, dr. van Roelof Jans Roelfsema en Grietje Jans Smeenge.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Aaltien Meursing, geb. op 11-10-1828 te Anloo.
Tr. op 6-5-1854 te Anloo.
Echtgenoot is Roelof Kloots, landbouwer, geb. op 5-3-1826 te Noordlaren, overl. op 1-4-1899 te Noordlaren, zn. van Otto Kloots, landbouwer, en Jantje Houwing.


IXc Jacob Meursing, landbouwer, geb. op 18-8-1795 te Eext, ged. op 23-8-1795 te Anloo, overl. op 1-5-1845 te Gasteren, zn. van Jacob Meursing (zie VIIIa) en Aaltje Homan.
Tr. (1) op 6-5-1826 te Anloo.
Echtgenote is Roelofje Geerts Cremers, ged. op 11-12-1803 te Gasselte, overl. op 31-7-1838 te Anloo, dr. van Geert Roelofs Kremer en Hadewijk Haijens.
Tr. (2) op 22-7-1839 te Anloo.
Echtgenote is Roelfien Thies, geb. op 19-11-1816 te Gasteren, overl. op 5-6-1896 te Gasteren, dr. van Thie Jans Thies en Aaltje Popken.

Uit het eerste huwelijk:

1.

 v 

Aaltje Meursing, geb. op 25-7-1826 te Eext, overl. op 24-12-1856 te Gasteren.
Tr. op 21-4-1847 te Anloo.
Echtgenoot is Hindrik Berents van Rein, landbouwer, geb. op 19-9-1816 te Gasteren, overl. op 28-8-1899 te Gasteren, zn. van Berent Hindriks van Rein en Grietje Jans Thies.

2.

 m 

Geert Meursing, geb. op 5-2-1831 te Anloo (zie Xa).

3.

 m 

Jacob Meursing, geb. op 2-2-1834 te Anloo (zie Xb).

Uit het tweede huwelijk:

4.

 m 

Jan Meursing, geb. op 26-8-1843 te Gasteren (zie Xc).

5.

 m 

Thie Meursing, geb. op 11-5-1845 te Gasteren (zie Xd).


IXd Johannes Meursinge, ged. op 30-5-1779 te Meppel, zn. van Albert Meursing (zie VIIId) en Roelofje van de Hogt.
Tr.
Partner is Johanna Dannenberg.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Albert Meursinge, tabakshandelaar, koopman, ged. op 6-8-1806 te Meppel, overl. op 25-9-1877 te Meppel.
Tr. op 5-4-1843 te Meppel.
Echtgenote is Johanna Abrahama Houwink, ged. op 30-7-1809 te Meppel, overl. op 7-4-1875 te Meppel, dr. van Hendrik Houwink, wijnkoper, en Johanna Hartgers.


Xa Geert Meursing, landbouwer, geb. op 5-2-1831 te Anloo, overl. op 7-12-1867 te Gieten, zn. van Jacob Meursing (zie IXc) en Roelofje Geerts Cremers.
Tr. op 12-5-1859 te Gieten.
Echtgenote is Hendrikje Hogenesch, geb. op 23-1-1825 te Gieten, overl. op 17-4-1884 te Bonnen, dr. van Hendrik Hendriks Hogenesch, landbouwer, en Harmtien Harms Hamming.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

N.N. Meursing, geb. op 16-2-1860 te Bonnen, overl. op 16-2-1860 te Bonnen.

2.

 m 

Jacob Meursing, geb. op 30-8-1862 te Gieten (zie XI).


Xb Jacob Meursing, landbouwer, geb. op 2-2-1834 te Anloo, zn. van Jacob Meursing (zie IXc) en Roelofje Geerts Cremers.
Tr. op 3-1-1867 te Scheemda.
Echtgenote is Grietje Pathuis, geb. op 25-5-1832 te Meeden, overl. op 28-10-1899 te Stadskanaal, dr. van Albert Okkes Pathuis en Fokkien Jans Butters.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Roelfina Everdina Meursing, geb. op 29-9-1875 te Buinen.
Tr. op 20-4-1896 te Assen.
Echtgenoot is Johannes Everts, geb. op 6-6-1872 te Noordbarge, zn. van Hindrik Everts, landbouwer, en Margien Weerman.


Xc Jan Meursing, landbouwer, geb. op 26-8-1843 te Gasteren, overl. op 21-9-1904 te Gasteren, zn. van Jacob Meursing (zie IXc) en Roelfien Thies.
Tr. op 6-5-1865 te Anloo.
Echtgenote is Pietertien Meijering, geb. op 18-9-1834 te Anloo, overl. op 15-12-1879 te Anloo, dr. van Otte Meijering, landbouwer, en Alegonda Lunshof.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Otte Meursing, landbouwer, geb. op 14-10-1867 te Gasteren, overl. op 16-2-1922 te Anloo.
Tr. op 5-5-1894 te Anloo.
Echtgenote is Hinderkien Meijering, geb. op 8-5-1866 te Annen, overl. op 24-9-1918 te Anloo, dr. van Jan Meijering, landbouwer, en Klaassien van Bergen.


Xd Thie Meursing, landbouwer, geb. op 11-5-1845 te Gasteren, overl. op 4-6-1936 te Anloo, zn. van Jacob Meursing (zie IXc) en Roelfien Thies.
Tr. op 12-4-1877 te Anloo.
Echtgenote is Hinderkien Meijering, geb. op 14-1-1851 te Annen, overl. op 19-12-1926 te Anloo, dr. van Albert Meijering, koopman, landbouwer, en Hindrikje Houwing.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Roelfien Meursing, geb. op 18-7-1878 te Gasteren, overl. op 28-7-1930 te Anloo.
Tr. op 5-5-1900 te Anloo.
Echtgenoot is Harm Sloots, landbouwer, geb. op 11-4-1879 te Gasteren, zn. van Hindrik Sloots en Aaltje Bastiaans.

2.

 v 

Aaltje Meursing, geb. op 17-4-1882 te Gasteren, overl. op 22-3-1920 te Bonnerveen.
Tr. op 1-9-1906 te Gieten.
Echtgenoot is Jan van der Veen, landbouwer, geb. op 13-4-1879 te Bonnerveen, zn. van Freerk van der Veen, landbouwer, en Hillechien Bartelds.


XI Jacob Meursing, landbouwer, geb. op 30-8-1862 te Gieten, overl. op 15-2-1952 te Gieten, zn. van Geert Meursing (zie Xa) en Hendrikje Hogenesch.
Tr. op 7-5-1886 te Gieten.
Echtgenote is Lammechien Engelsman, geb. op 16-3-1866 te Gieten, dr. van Jan Ottens Engelsman, bakker, en Suzanna Zwiers.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Geert Meursing, landbouwer, geb. op 7-3-1887 te Bonnen, overl. op 7-1-1983 te Bonnen.
Tr. op 19-8-1916 te Gieten.
Echtgenote is Annechien Trip, geb. op 16-7-1890 te Bonnerveen, dr. van Hendrik Trip, landbouwer, en Hinderkien Hoving.

2.

 m 

Jan Meursing, landbouwer, geb. op 5-10-1890 te Bonnen, overl. op 17-12-1978 te Groningen.
Tr. op 4-11-1916 te Anloo.
Echtgenote is Hendrika van der Veen, geb. op 25-8-1895 te Eexterveensche Kanaal, overl. op 7-6-1955 te Gieten.

3.

 v 

Hinderkien Meursing, geb. op 11-12-1894 te Bonnen.
Tr. op 5-5-1917 te Gieten.
Echtgenoot is Gerhard Schuiling, landbouwer, geb. op 6-7-1890 te Schipborg, zn. van Albert Schuiling en Geessien Lunshof.

4.

 v 

N.N. Meursing, geb. op 11-12-1894 te Bonnen, overl. op 11-12-1894 te Bonnen.



E-mail



[1] Goorspraken 1572-1577 pg. 85 d.d. 15-4-1573

[2] Goorspraken 1572-1577 pg. 108 d.d. 15-3-1574

[3] Goorspraken 1572-1577 pg. 281 d.d. 19-3-1576

[4] Archief Mensinge

[5] Goorspraken 1577-1579 pg. 50 d.d. 5-8-1578

[6] Goorspraken 1583-1589 pg. 85 d.d. 17-7-1587

[7] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 389 d.d. 4-4-1598

[8] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 441 d.d. 2-9-1601

[9] Etstoel 14 deel 4 folio 31 d.d. 22-4-1616

[10] Etstoel 14 deel 4 folio 60 d.d. 27-9-1616

[11] DTB Groningen d.d. 14-6-1622

[12] Etstoel 14 deel 8 folio 194 d.d. 4-6-1632

[13] Archief Mensinge

[14] Goorspraken 1583-1589 pg. 29 d.d. 19-1-1585

[15] Ordelen van de Etstoel, Joosting pg. 409 d.d. 1599

[16] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 420 d.d. 1600

[17] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 431. d.d. 1601

[18] Etstoel 14 deel 6 folio 73 d.d. 9-10-1637

[19] Etstoel 14 deel 6 folio 73 d.d. 9-10-1637

[20] Schultenprotocol 264 deel 1 folio 50 d.d. 11-11-1638

[21] Etstoel 14 deel 12 folio 253 d.d. 15-6-1646

[22] Etstoel 14 deel 13 folio 23 d.d. 16-6-1647

[23] Etstoel 14 deel 15 folio 383 d.d. 19-6-1654

[24] Etstoel 14 deel 19 folio 74 d.d. 12-11-1663

[25] Etstoel 14 deel 1 folio 6 d.d. 26-4-1609

[26] Etstoel 14 deel 1 folio 6 d.d. 26-4-1609

[27] Etstoel 14 deel 1 folio 34v d.d 1-8-1609

[28] Etstoel 14 deel 1 folio 87v d.d. 16-4-1610

[29] Etstoel 14 deel 1 folio 92 d.d. 16-4-1610

[30] Etstoel 14 deel 2 folio 45 d.d. 8-10-1610

[31] Etstoel 14 deel 3 folio 167 d.d. 7-7-1614

[32] Etstoel 14 deel 3 folio 212 d.d. 24-4-1615

[33] Etstoel 14 deel 3 folio 266 d.d. 28-8-1615

[34] Etstoel 14 deel 4 folio 8 d.d. 22-4-1616

[35] Etstoel 14 deel 4 folio 49 d.d. 27-9-1616

[36] Etstoel 14 deel 4 folio 60 d.d. 27-9-1616

[37] Etstoel 14 deel 7 folio 16 d.d. 19-6-1626

[38] Etstoel 14 deel 11 folio 136 d.d. 8-12-1640

[39] Etstoel 14 deel 11 folio 224 d.d. 18-1-1643

[40] Etstoel 14 deel 11 folio 358 d.d. 4-4-1644

[41] Etstoel 14 deel 14 folio 284 d.d. 16-5-1650

[42] Etstoel 14 deel 12 folio 65 d.d. 23-6-1645

[43] Etstoel 14 deel 12 folio 370 d.d. 4-11-1646

[44] Etstoel 14 deel 11 folio 38 d.d. 4-4-1644

[45] Etstoel 14 deel 11 folio 493 d.d. 30-10-1644

[46] Etstoel 14 deel 11 folio 494 d.d. 30-10-1644

[47] Etstoel 14 deel 21 folio 150 d.d. 8-6-1669

[48] Etstoel 14 deel 30 folio 192 d.d. 24-6-1694

[49] Etstoel 14 deel 6 folio 4 d.d. 9-10-1637

[50] GrA RA Selwerd en Sappemeer, inv.no. 137

[51] GrA IIIh d.d. 10-6-1661

[52] GrA IIIh d.d. 20-6-1661

[53] GrA IIIh d.d. 21-4-1668

[54] GrA RA Selwerd en Sappemeer, inv.no. 252, ca. 1662, inv.nr. 253 circa 1663

[55] Etstoel 14 deel 14 folio 284 d.d. 16-5-1650

[56] Etstoel 14 deel 17 folio 285 d.d. 22-5-1660

[57] Schultenprotocol 264 deel 2 folio 192 d.d. 24-11-1690

[58] Etstoel 14 deel 30 folio 192 d.d. 4-6-1694

[59] Etstoel 14 deel 59 folio 98v d.d. 30-11-1774

[60] Schultenprotocol 264 deel 4 folio 215 d.d. 1-5-1725

[61] OSA 1785 pg. 2384 d.d. 11-12-1725

[62] OSA 1785 pg. 1844 d.d. 13-12-1718

[63] Drents Genealogisch Jaarboek 1999, pg. 6

[64] OSA 1785 pg. 4073 d.d. 5-12-1747

[65] Schultenprotocol 264 deel 5 folio 210 d.d. 26-12-1753

[66] OSA 1785 pg. 6486 d.d. 25-1-1780

[67] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 428 d.d. 1-5-1755

[68] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 153 d.d. 6-5-1778

[69] De ´E-s´ van Eext, H.J. Homan

[70] Schultenprotocol 266 deel 2 folio 150 d.d. 28-1-1729

[71] Schultenprotocol 266 deel 3 folio 449 d.d. 15-3-1740

[72] Schultenprotocol 266 deel 5 folio 160 d.d. 6-4-1746

[73] OSA 1383

[74] Drents Genealogisch Jaarboek 1999, pg. 4

[75] Schultenprocotol 264 deel 7 folio 218 d.d. 24-12-1802

[76] OSA 1383

[77] Haardstedenregister 1794

[78] Etstoel 14 deel 61 folio 81 d.d. 24-11-1778

[79] OSA 1383